De medezeggenschap van de rechtenfaculteit wil het gebruik van proctoringsoftware bij tentamens niet zomaar overboord gooien. In een brief aan het college van bestuur beargumenteren zij dat het aan examencommissies van de verschillende faculteiten is om hierover te beslissen.

Als het aan de briefschrijvers van de rechtenfaculteit ligt, kan de examencommissie van hun faculteit beslissen om ook dit collegejaar jaar nog gebruik te maken van proctoringsoftware. Tijdens de lockdowns werd deze online videosurveillance aan de Radboud Universiteit per tentamenperiode zo’n honderd keer ingezet.

Daarmee kan eerder beleid van de Radboud Universiteit mogelijk de vuilbak in. Eerder dit jaar had het college van bestuur het gebruik van proctoringsoftware voor dit collegejaar verboden en dat voor de héle universiteit. Het college besloot daartoe met tegenzin omdat leden van de medezeggenschap op centraal niveau de inzet van online surveillance voor dit collegejaar hadden geblokkeerd.

In een brief aan het college van bestuur, die op 9 augustus verstuurd werd, schrijven de medezeggenschapsleden van de rechtenfaculteit nu dat de centrale medezeggenschap geen instemmingsrecht op de inzet van videosurveillance bij tentamens. ‘Het Hof Amsterdam heeft dit met zoveel woorden geoordeeld in een zaak over proctoring (met Proctorio) bij de UvA’, aldus de briefschrijvers. Zij wijzen erop dat volgens het Hof Amsterdam niet de centrale medezeggenschap, maar de examencommissies van de verschillende faculteiten bevoegd zijn om te beslissen over de inzet van Proctorio.

Quarantaine

Volgens de juristen gaat het gebruik van proctoringsoftware ook niet in tegen de privacywet, zoals veel tegenstanders beargumenteren. Die vinden dat studenten in hun privacy worden aangetast als zij hun webcam moeten aanzetten of een scan van hun bureau moeten maken bij online tentamens.

Tot slot beargumenteren de briefschrijvers dat proctoring in het belang van studenten kan zijn. ‘Denk hierbij aan individuele studenten die positief getest zijn, in quarantaine zitten, in het buitenland verblijven of vanwege topsportverplichtingen niet naar de campus kunnen komen.’

Interpretatie

In de Gezamenlijke Vergadering van de Radboud Universiteit reageerde rector Han van Krieken gisteren kort op de brief. ‘Wij denken dat de interpretatie van de briefschrijvers niet juist is, en dat het instemmingsrecht over de inzet van proctoring bij de centrale medezeggenschap ligt. We willen er met hen in gesprek over gaan.’

De discussie over de inzet van online videosurveillance zou op die manier wel eens heel technisch kunnen worden. ‘Ik weet dat de interpretatie lastig is: zij hebben juristen en wij ook’, aldus de rector. ‘Pas na het gesprek met de facultaire medezeggenschap nemen wij een standpunt in.’