Dossier

Rector: ‘Buitenpromovendus verdient betere begeleiding’

05 mrt 2019

Rector Han van Krieken durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken dat álle proefschriften aan de Radboud Universiteit van voldoende kwaliteit zijn. Zijn zorgen liggen bij de buitenpromovendi, een groep onderzoekers die niet in dienst is van de universiteit. Elke promovendus verdient goede begeleiding, vindt de rector, en daarom kondigt hij maatregelen aan die dat moeten waarborgen.

Han van Krieken kent de trieste gevallen uit eigen ervaring: promovendi die pas na jaren ploeteren te horen krijgen dat hun proefschrift onder de maat is. Terwijl ze buitenlandse reizen hebben gemaakt, veldwerk hebben gedaan – alles betaald uit eigen zak. ‘Dat wil je echt koste wat kost voorkomen.’

Landelijk werden buitenpromovendi vorig jaar opeens een hot topic, nadat aan het licht kwam dat deze onderzoekers in Tilburg bijdroegen aan een verdienmodel: de Brabantse universiteit werd beticht van het opzetten van een promotiefabriek, waarbij het een doel werd gemaakt om zo veel mogelijk buitenpromovendi af te leveren, om zo veel mogelijk promotiepremies op te strijken.

Daarom zit de rector van de Radboud Universiteit samen met drie andere rectoren in een commissie van universiteitenvereniging VSNU om na te denken over de status van buitenpromovendi. Deze bijzondere groep onderzoekers staat niet op de loonlijst van universiteiten en is dus geen medewerker, maar heeft vaak op eigen initiatief een hoogleraar bereid gevonden de begeleiding op zich te nemen. Sommige buitenpromovendi schrijven hun onderzoek – letterlijk of figuurlijk – op hun zolderkamertje, waardoor ze buiten het blikveld van de universiteit blijven.

‘Je hoopt dat de discussie gaat over de inhoud van een proefschrift, en niet over de kwaliteit ervan’

‘In de meeste gevallen is dat geen enkel probleem’, zegt Van Krieken. ‘Er worden immers heel goede proefschriften geschreven door buitenpromovendi.’ Hij legt twee vuistdikke boeken op tafel die allebei op zijn minst 800 pagina’s tellen. ‘Geschreven door buitenpromovendi. Dat was nooit gelukt in de vier jaar die normaal voor een promotie staat.’

Het probleem zit ’m in de kwaliteitsborging, legt Van Krieken uit. ‘Voor reguliere promoties durf ik mijn hand in het vuur te steken dat die van voldoende kwaliteit zijn. Voor buitenpromoties kan ik dat niet met zekerheid te zeggen.’

Han van Krieken. Foto: Joeri Borst

Er bestaat dan ook behoorlijk wat verschil tussen de contract- en buitenpromovendus. De eerste schrijft zich in bij de universiteit en maakt een opleidingsplan dat getoetst wordt door de onderzoeksgroep. Daarnaast heeft hij altijd twee begeleiders en een mentor, en is er elk jaar een evaluatie.

Het traject van de buitenpromovendus rust daarentegen vaak op een-op-een-afspraken en goed vertrouwen. Mocht een hoogleraar geen heil meer zien in de promotie, of er ontstaat een conflict, staat hem juridisch niks in de weg om de begeleiding te staken. Het enige wat de promovendus dan kan doen is op zoek gaan naar een nieuwe begeleider.

Wat willen u en uw collega-rectoren veranderen aan de positie van de buitenpromovendus?

‘Om te beginnen moet elke buitenpromovendus zich inschrijven bij de universiteit. Dan moet er, net als bij reguliere promovendi, een opleidings- en begeleidingsplan geschreven worden, en krijgt de promovendus een onafhankelijke mentor. Na een jaar vindt er een go/no-go-gesprek plaats. Is de uitkomst daarvan positief? Dan moet de universiteit de promovendus steunen – ook als het even tegenzit. Door zulke momenten moet namelijk bijna iedere promovendus heen.’

‘Het is voor promotoren vaak toch moeilijk promovendi de deur te wijzen. Ik ken een geval van een promovendus die al jaren bezig was en waarvan de promotor dacht: hij zal wel een keer zelf opgeven. Maar dat gebeurde niet. Zó pijnlijk. Als promotor kom je dan bijna in de situatie dat je denkt: ik zal zelf maar een stukje voor hem schrijven. Zo ver moet je het natuurlijk niet laten komen.’

‘Twijfel over de kwaliteit van een promotie is schadelijk voor de onderzoeker en de universiteit’

Krijgt de buitenpromovendus meer rechten?

‘De buitenpromovendus heeft het recht op de begeleiding die nodig is. Daarvoor moet hij veel meer ingebed worden in de afdeling dan nu soms het geval is. Daar hoort toegang tot de bibliotheek bij, een e-mailadres, cursussen en mogelijkheden om werk te presenteren.

Hoe wilt u toezien op de nieuwe regels?

‘Als de regels voor buitenpromovendi gelijkgetrokken worden met die voor reguliere promovendi, verwacht ik niet anders dan dat promotoren zich goed zullen houden aan die regels. Bij de reguliere promovendi gaat dat ook goed.’

Maakt u zich ook zorgen over de reputatie van de universiteit, naast het persoonlijke leed voor de promovendus van wie het traject doodloopt? Je wilt toch geen mensen een bul geven die eigenlijk niet goed genoeg zijn.

‘Zeker. Een titel van de Radboud Universiteit moet ergens voor staan. Dat willen we hoog houden.’

Kent u voorbeelden van onderzoekers die in Nijmegen zijn gepromoveerd, maar van wie het proefschrift eigenlijk van onvoldoende kwaliteit was?

‘Moeilijk te zeggen. Ik kan dat alleen voor mijn eigen vakgebied beoordelen. Natuurlijk ken ik wel de voorbeelden van promoties waar gedoe over ontstond, zoals die van Claudia Hoekx, en die van Peggy Bosch, die onderzoek had gedaan naar mogelijk heilzame werking van acupunctuur bij de behandeling van depressies en schizofrenie. Ik ga geen wetenschappelijk oordeel vellen over hun werk, maar je hoopt dat de discussie gaat over de inhoud van een proefschrift, en niet over de kwaliteit ervan.’

Is gedoe rondom promoties schadelijk?

‘Ja, dat vind ik wel. Serieuze twijfel over de kwaliteit van een promotie is schadelijk voor de onderzoeker, maar ook voor de reputatie van de universiteit.’

Tweeënhalf jaar geleden zei het college van bestuur werk te maken van het beter registreren van buitenpromovendi. Toen was er nauwelijks zicht op deze groep. Is dat gebeurd?

‘Het beeld is een tikje minder troebel, omdat faculteiten hun buitenpromovendi steeds vaker laten aanmelden bij de universiteit. Maar we hebben dat nog niet verplicht. Hoeveel buitenpromovendi aan onze universiteit verbonden zijn, is niet precies te zeggen. In de toekomst willen we daar wel een duidelijk beeld van krijgen.’

Het radioprogramma Argos openbaarde dat één Tilburgse hoogleraar 77 promoties had begeleid in zes jaar tijd. Is dat ook mogelijk in Nijmegen?

‘Wij hebben geen zicht op het aantal promovendi dat elke hoogleraar begeleidt. Dat kunnen we simpelweg niet uit ons systeem halen. Maar het lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Wat soms wel gebeurt: dat universitaire hoofddocenten het meeste begeleidingswerk doen, maar dat de hoogleraar de officiële promotor is. Dat hoeft niet erg te zijn, als er sprake is van goede samenwerking in het team.’

Zou de promotiepremie (in 2019: 78.000 euro per promotie voor de betrokken universiteit) niet moeten worden afgeschaft? Daarmee neem je de prikkel weg om maar zo veel mogelijk promoties te doen.

‘Voorheen hadden we een open-eind-financiering: met elke promotie steeg de rijksbijdrage. Toen zag je dat het aantal promoties inderdaad snel groeide. Nu is daar een plafond op gezet: maximaal 20 procent van het onderzoeksdeel van de eerste-geldstroom-financiering (de rijksbijdrage die universiteiten ontvangen, red.) is voor promoties. Als het aantal promoties blijft stijgen, wat je nu nog ziet gebeuren, dan daalt de bijdrage per promotie. Dat neemt al een belangrijke financiële prikkel weg.’

‘Mogelijk moet de buitenpromovendus ook een bijdrage gaan betalen’

‘Maar ik vind het belangrijk dat er een prikkel blijft bestaan. De belangrijkste reden: anders kunnen we beter postdocs inhuren. Die werken al zelfstandig, hoeven geen cursus te volgen en hebben geen begeleiding nodig. Een promovendus kost tijd. Zonder een financiële prikkel worden die mensen simpelweg niet meer opgeleid, terwijl ze heel belangrijk zijn. Zowel voor de maatschappij,  werkgevers staan te springen om gepromoveerd personeel, als voor de instandhouding van de academie.’

Het Promovendi Netwerk Nederland pleit er wel voor het promotiesysteem te herzien en de bonus te verlagen voor ‘goedkope’ promovendi zoals de buitenpromovendi.

‘Ook voor buitenpromovendi is het bestaan van de premie belangrijk. Ik zie liever dat buitenpromovendi goed begeleid worden en dat wij de infrastructuur kunnen bieden die nodig is voor goed onderzoek. Dat kan bekostigd worden uit de premie.’

‘Waar je daarnaast over moet denken is of de buitenpromovendus zelf geen bijdrage zou moeten leveren aan zijn begeleidingstraject. Mijn collega-rectoren en ik willen dat zeker niet uitsluiten. Wel moet je afvragen hoe groot dat bedrag kan zijn. Het mag geen verdienmodel worden.’

Zal de Radboud Universiteit geld gaan vragen aan buitenpromovendi?

‘We hebben afgesproken dat we op dit thema als universiteiten één lijn willen trekken. In Nijmegen gebeurt het nog niet, maar er zijn wel faculteiten die het vragen van een bijdrage redelijk zouden vinden. De begeleiding is immers behoorlijk intensief: als je uitrekent wat dat kost, is dat best veel geld. Daarnaast willen de faculteiten ook een drempel opwerpen, zodat mensen niet zomaar beginnen. Als promovendi een deel meebetalen, kunnen ze ook beter eisen dat ze er wat voor terug krijgen in de vorm van goede begeleiding en faciliteiten. Je hebt dan wederzijdse verantwoordelijkheid om het tot een goed eind te brengen.’

4 reacties

  1. Simone Lederer schreef op 7 maart 2019 om 15:30

    As this is an important information for international PhDs who come with external funding, it would be great to provide an English translation and promote it in the English Weekly newsletter as well.

  2. Frits schreef op 8 maart 2019 om 15:32

    Met zo’n rector raakt wetenschap als levensvervulling weer meer op de achtergrond. Een strak promotietraject voor buitenpromovendi werkt alleen voor die groep die effe snel een doctorstitel wil halen, niet voor de mensen die onderzoek doen uit innerlijke noodzaak. Deze groep zal niet snel in het keurslijf willen van productie draaien, maar wil zich laten meevoeren waar het onderzoek hen voert.
    Bovendien maakt Van Krieken een denkfout als hij meent dat rumoer rondom promoties de wetenschap schaden. Het zijn de enige momenten dat we zien dat er daadwerkelijk controle is, en discussie over uitgangspunten en methoden. Meestal worden afwegingen in achterkamertjes gemaakt.
    Heeft Van Krieken liever dat rammelend onderzoek onontdekt blijft? Wellicht wel, als er maar productie wordt gedraaid, onder het mom van betere begeleiding.

  3. Arjenne Louter schreef op 24 mei 2019 om 12:04

    Een belangrijk probleem bij de begeleiding van zowel ‘gewone’ als buitenpromovendi is dat ondersteuning bij het proces ontbreekt: zie bijvoorbeeld https://www.linkedin.com/pulse/buitenpromovendi-blijven-buiten-zicht-hun-wensen-en-onder-louter/ en https://www.linkedin.com/pulse/de-begeleiding-van-promovendi-moet-anders-arjenne-louter/

    Ik hoor in mijn werk veel schrijnende verhalen van buitenpromovendi, fantastisch dus dat er stappen gezet gaan worden om betere begeleiding te gaan organiseren.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!