Carolus Magnus heeft weken geleden al contact gezocht met de universiteit toen een vrouwelijk lid een klacht neerlegde bij het verenigingsbestuur. Rector Han van Krieken ziet daarom, op dit moment, geen reden om het vertrouwen in de vereniging op te zeggen. Wel gaat hij deze week nog in gesprek over de aantijgingen van seksueel wangedrag.

Rector Han van Krieken baalt van het artikel op GeenStijl van gisteren, waarin een anoniem persoon een boekje opendoet over seksueel wangedrag van twee leden van Carolus Magnus, onder wie een kandidaat-bestuurder. ‘Niet vanwege imagoschade voor de vereniging of universiteit’, zegt hij, ‘maar vanwege de gevolgen voor het slachtoffer. Hoe meer publiciteit hierover, hoe vaker zij nog wordt geconfronteerd met wat er gebeurd is.’

Het is onbekend wie de brief naar GeenStijl heeft gestuurd en welke positie hij of zij heeft binnen de vereniging. ‘We weten dus ook niet wat het belang was van de schrijver. Met anonieme brieven zoals deze moet je heel voorzichtig omgaan’, aldus de rector.

‘Als bestuurder is het mijn grootste zorg dat er een zwijgcultuur ontstaat’

Van Krieken weet niet waarom de anonieme persoon naar GeenStijl stapte om deze grieven te uiten. ‘Daarvoor zijn volgens mij veel betere wegen op de universiteit. De vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld. Of loop bij mij binnen. En mocht je per se naar de pers willen gaan, dan hebben de landelijke kranten een heel goed anoniem klokkenluiderssysteem. Of loop naar Vox.’

Het gevolg is, zo vreest Van Krieken, dat andere mensen door deze gang van zaken terughoudender worden om misstanden te melden. ‘Die denken dan: ik ga niet meer melden, omdat het mogelijk publiciteit met zich meebrengt. Als bestuurder is het mijn grootste zorg dat er een zwijgcultuur ontstaat. Daarom zijn er onafhankelijke vertrouwenspersonen met wie je in gesprek kunt.’

Hoe serieus neemt u de publicatie van GeenStijl?

‘Laat ik voorop stellen dat elke vorm van ongewenst gedrag er één te veel is. Het is een feit dat er een incident heeft plaatsgevonden: de vereniging heeft een paar weken geleden de universiteit al laten weten dat zij een klacht had ontvangen van een studente. Die klacht is toen, voor zover ik weet, goed afgehandeld. Er zijn maatregelen getroffen: de kandidatuur voor het bestuur is de dader afgenomen. Het slachtoffer vond deze maatregel adequaat.’

Volgens GeenStijl gaat het om ernstige seksuele wandaden. Carolus Magnus ontkent dat. Weet u om wat voor klacht het ging?

‘Nee. Er is toen contact geweest met de directeur studentenzaken Ger Boonen. Hij heeft het bestuur van Carolus Magnus gewezen op de route naar de vertrouwenspersoon. Of het slachtoffer daar gebruik van heeft gemaakt, en wat daar vervolgens besproken is, wil en mag ik als bestuurder niet weten. Mochten de vertrouwenspersonen vinden dat er sprake is van een structureel probleem, worden wij als college van bestuur geanonimiseerd ingelicht. Dat is niet het geval geweest.’

In de anonieme brief wordt een situatie geschetst waarin een prominent lid van de vereniging anderhalf jaar een mede-lid ernstig kon lastigvallen, terwijl het bestuur de dader het hand boven het hoofd houdt. U zou nu als rector kunnen zeggen: dit moet tot de bodem worden uitgezocht.

‘Nee, dat doe ik niet. Ik vind het onjuist om af te gaan op een anonieme brief. Daarnaast staat voor mij het slachtoffer bovenaan. De signalen die ik heb opgevangen is dat er een adequate oplossing is gekomen. Ik wil dat vrijdag tijdens een gesprek met de praeses van Carolus Magnus nog wel ook van hem horen. Maar op dit moment heb ik geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de vereniging.’

Waar is dat vertrouwen op gebaseerd?

‘De regelmatige gesprekken met het bestuur, de openheid van zaken en hoe eerdere incidenten zijn afgehandeld. Carolus Magnus is niet terughoudend met het melden van incidenten, hoewel het voorheen andere, kleinere dingen waren. Zo’n klacht als deze is vanuit Carolus Magnus niet eerder naar boven gekomen tijdens mijn rectoraat.’

Je zou kunnen denken: de vereniging is nu bezig met damage control: het bepalen van een strategie om de imagoschade te beperken. Bent u ook zo cynisch?

‘Nee. Ze delen veel met ons. Het gesprek van vrijdag stond al gepland en zou over de introductie gaan. Carolus Magnus wil dan weten hoe wij tegen zaken aankijken. Wat past wel en wat niet in de huidige tijdsgeest? Bovendien hebben we een convenant met de vereniging, dat uitgevoerd wordt op basis van vertrouwen. We leggen veel verantwoordelijkheid neer bij Carolus Magnus, wetende dat ze jonge mensen onder hun hoede hebben. Daar gaan ze goed mee om.’

Mochten de aantijgingen aan het adres van Carolus Magnus allemaal onwaar zijn, dan heeft de vereniging – onterecht – een flinke dreun te verwerken. Kan Carolus dan op uw steun rekenen?

‘Als ik in mijn vertrouwen vrijdag tijdens het gesprek met de praeses word gesterkt, dan zal ik die steun toezeggen. Ik zal dan vragen hoe wij als universiteit kunnen helpen. Maar we gaan eerst in gesprek.’