Robbert Dijkgraaf keek vandaag in Brussel met bewondering naar het resultaat dat Heino Falcke en collega’s presenteerden. De directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton én eredoctor van de Radboud Universiteit zinspeelt op een Nobelprijs voor het project.

Wat vindt u van deze ontdekking?

‘Fantastisch. Heino Falcke en zijn collega’s hebben twintig jaar geleden bedacht dat het mogelijk zou moeten zijn om een foto te maken van een zwart gat. Sindsdien is er veel gedaan om het daadwerkelijk mogelijk te maken: de technologie moest bijvoorbeeld ontwikkeld worden. Dat je dan na zo’n periode deze resultaten ziet, en de foto ook nog eens zo mooi is, dat is een fantastisch succes. Voor de Radboud Universiteit, voor Nederland en voor de wetenschap als geheel.’

Waarom is deze ontdekking zo belangrijk voor de wetenschap?

‘Dit zijn van die keerpunten waarover we honderd jaar lang gesproken hebben. Bestaan zwarte gaten nu wel of niet? Ik vergelijk deze ontdekking met de eerste detectie van atomen – daar praatte men ook heel lang over. Nou, hier is het bewijs: ze bestaan.

Vanaf nu hebben we geen excuus meer om zwarte gaten niet volledig te begrijpen. Zwarte gaten vormen een zwart gat van kennis. Deze ontdekking is een enorme stimulans om meer over zwarte gaten te leren. Wat er in een zwart gat gebeurt, weten we bijvoorbeeld nog niet – dat is een van de grote raadselen van de moderne fysica.’

Verdient Heino Falcke een Nobelprijs?

Lacht. ‘Ik vind dat het comité in Zweden heel goed moet gaan nadenken over het uitreiken van prijzen voor grote wetenschappelijke samenwerkingen. Ik vind het jammer dat administratieve redenen – dat maar drie mensen de prijs mogen ontvangen, en wie dan? – een discussiepunt vormen.

Ik vind zelf dat zo’n cruciale doorbraak als het maken van een foto van een zwart gat in aanmerking komt voor een grote prijs. Dit is een vijfsterrenresultaat, er is moeilijk iets te bedenken dat spectaculairder is, dat meer tot de verbeelding spreekt.’