Peter praat politiek (5): Debatteren zonder hoofdrolspelers
Politiek commentator en parlementair historicus Peter van der Heiden volgt de Nederlandse politiek op de voet. In aanloop naar de verkiezingen op 15 maart schrijft hij een serie op voxweb.nl. Vandaag over het uitgeklede debat van RTL4. 'De vraag is of omroepen dit soort debatten nog moeten organiseren.'
Ik had me enorm verheugd op gisteren. De zondag, met ein-de-lijk een verkiezingsdebat. Eindelijk zouden we kunnen zien hoe de lijsttrekkers zich al dan niet staande kunnen houden in de confrontatie met elkaar – hoewel ze elkaar natuurlijk de afgelopen jaren vrijwel dagelijks bestrijden in de Tweede Kamer en het daarmee ook een soort rollenspel is. En wat zeg ik, één verkiezingsdebat? Er waren er gisteren maar liefst twee. WNL trakteerde ons ’s ochtends immers al op het debat met de hoogst geplaatste vrouwen op de lijst – een woordenstrijd die al snel het first-ladiesdebat werd gedoopt. Maar zoals zo vaak als je je lang verheugt: teleurstelling lag op de loer. En werd geleverd.
‘Nuanceverschillen zagen we, en niet veel meer’
Eerst dan maar ’s ochtends. De nummers twee van VVD, CDA, PVV, D66 en SP trakteerden ons een uur lang op, ja, op wat eigenlijk? Op een inhoudelijk debat, volgens presentator Rick Nieman, maar ik kon er weinig inhoud uit destilleren. Tamelijk oppervlakkige kretologie vond ik het, waarbij alles wat leek op een nieuw plan onmiddellijk onderuit werd gehaald met verwijzingen naar een tegenovergesteld verleden. Mocht ik ooit de illusie hebben gehad dat politiek netter zou worden als er meer vrouwen aan de macht zouden komen, dan ben ik daar sinds vanochtend vanaf – met een uitzondering voor de dames van D66 (Stientje van Veldhoven) en SP (Renske Leijten), die hun best deden inhoud aan klasse te koppelen. De award voor de mooiste uitspraak ging naar Geert Wilders’ secondante Fleur Agema, die op de vraag naar concretisering van een PVV-luchtballonnetje uitriep: ‘Heeft u onze verkiezings-A4 dan niet gelezen?’
Bizarre setting
’s Avonds hadden we dan de echte lijsttrekkers van de grote partijen. Nou ja, van de tweede garnituur volgens de peilingen, want Rutte en Wilders bleven weg omdat er te veel sprekers waren. Wat het nut is van zo’n bijeenkomst als de twee spraakmakende koplopers er niet bij zijn, is mij nog altijd niet helemaal duidelijk. Gelukkig waren er een surrogaat-Rutte (PvdA’er Lodewijk Asscher, die nu, in plaats van zijn grote baas, het kabinetsbeleid mocht verdedigen) en een – ik schrijf het met enige schroom, want er zit wel flink wat ruimte tussen – surrogaat-Wilders in de vorm van de CDA’er Sybrand Buma, die in deze opstelling het dichtst bij de PVV stond.
‘Dat gepiel in de marge zal weinig enthousiasme opleveren’
Een bizarre setting was het. De vier linkse partijen die allemaal zo rond de vijftien zetels scoren, met het CDA, de vleesgeworden centrumpartij. Mochten deze partijen een meerderheid krijgen op 15 maart, dan zal de formatie niet heel lang hoeven duren, lijkt mij zo. Nuanceverschillen zagen we, en niet veel meer. Wat de zwevende kiezer hiermee opgeschoten is, is mij – als zwevende kiezer – volstrekt duister. Veel liever had ik de clash tussen de grote stromingen gezien. Een debat tussen Klaver en Wilders bijvoorbeeld, of een herkansing voor Roemer tegen Rutte. Maar dat gepiel in de marge van zondagavond, waar iedereen te veel op elkaar leek, zal weinig enthousiasme opleveren.
Hebben we dan niets opgestoken van het lijsttrekkersdebat? Eén ding in ieder geval wel. We hebben geleerd dat de lijsttrekkers rationele politici zijn, die heel goed door hebben waar voor hen de stemmen te halen zijn. Als gieren vlogen ze af op Jesse Klaver, die GroenLinks in de peilingen tot flinke hoogte laat stijgen. Bij afwezigheid van Rutte en Wilders was Klaver de te kloppen man, met als beloning wellicht een herhaling van het snelle verval van de SP in 2012 en nét wat zeteltjes meer voor de concurrentie op 15 maart.
Volgende week hebben we weer een debat. Dan wel met Rutte, maar wéér niet met Wilders, die nu het argument dat RTL zijn broer had geïnterviewd aangreep om af te zeggen. Wéér een gemankeerd debat dus, waar weer de confrontatie op zijn best onvolledig zal zijn. De vraag is of omroepen dit soort debatten nog moeten organiseren – al is het wel aardig om de man die de Tweede Kamer een ‘nepparlement’ noemt te zien schitteren door afwezigheid. Nu maar hopen dat de kiezer die afwezigheid op juiste waarde weet te schatten.