In de sprankelende nacht van de Universiteitsbibliotheek gingen studentbestuurders op de barricades voor een ruimere opening, doolden bezoekers tussen de boeken, dansten de studenten in een leeszaal en bezong de campusdichter de nachtelijke letters van de bibliotheek. Het wachten is nog op het groene licht van het universiteitsbestuur. Maar komt dat er ook?   Afgelopen nacht was de universiteitsbibliotheek omgetoverd tot een levendige mix van studieruimte, danspodium, stedelijk wandelpark en actiecentrum. Dat laatste om het al anderhalf jaar klinkende pleidooi kracht bij te zetten om de openingstijden te verruimen. De doordeweekse sluiting om tien uur ’s avond is volgens de studentenraad te mager, laat staan de momenten waarop op vrijdag (20.00 uur) en in het weekend (17.00 uur) de poorten dichtgaan. In een brief voorafgaand aan de bibliotheeknacht herhaalt de studentenraad zijn wens om langer te kunnen studeren in die ‘rustige, afleidingsarme omgeving’. Het advies is een opening tot middernacht door de week (in het weekend: tot 20.00), om te beginnen in de tentamenperiodes. De brief wijst op diverse universiteitsteden waar het middernachtelijk uur al als sluitingstijd geldt. Door óók ruimer open te gaan zet de universiteit ‘zich op de kaart’ als universiteit die op ‘vooruitstrevende manier de studie van studenten faciliteert’. UB-directeur Natalia Grygierczyk wordt in de brief aangehaald als voorstander van ruimtere openingstijden. Vandaag blikt ze opgetogen terug op een geslaagde nacht, al kan ze nog geen beloftes doen. ‘Wij willen wel; het studieritme van studenten is nu eenmaal zo dat ze vaak pas ’s avonds beginnen met studeren. Dat willen we graag faciliteren. Maar het college moet mee.’ We richtten ons vanochtend tot het college voor een reactie op de nachtelijke actie. Daar wordt een halve dag over gepeinsd. Worden de fraaie woorden van de campusdichter nog eens gelezen? Passeert de nacht nog een keer de revue? Wordt de brief van de raad nog een laatste keer bestudeerd? We weten het niet. Het antwoord kwam om half vier en luidde bij monde van collegelid Anton Franken als volgt: ‘We gaan ernaar kijken.’ / Paul van den Broek