Schoonmakers FNWI balen van onduidelijkheid over hun toekomst
De schoonmakers op de bètafaculteit verkeren al maanden in het ongewisse: blijven ze werknemer van de universiteit of komen ze in dienst van een extern schoonmaakbedrijf? ‘Misschien dat zo’n bedrijf wel zegt: wat jullie nu in vijf uur doen, kan ook wel in drie uur.’
‘Ik heb me hier nog nooit schoonmaker gevoeld’, vertelt Hassnae Mir op een bankje in de lange verbindingsgang van het Huygensgebouw. ‘Laatst was er een afscheidsreceptie van een secretaresse, en daarvoor werden wij ook uitgenodigd. De vrouw die wegging noemde ons zelfs nog in haar bedankwoordje.’ Haar collega Ans Nagtegaal, die naast Mir plaatsneemt, knikt. ‘We horen er gewoon bij.’
Dat zal allemaal anders worden, vrezen de schoonmaaksters van de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, FNWI. Het college van bestuur bekijkt namelijk of hun taken uitbesteed kunnen worden aan een externe partij, waar ze dan in dienst zouden komen. Nu staan de schoonmakers nog op de loonlijst van de bètafaculteit – een uitzondering: op de rest van de campus houdt bedrijf Asito de gebouwen schoon.
Een extern adviesbureau doet momenteel onderzoek naar de voor- en nadelen van het uitbesteden van de schoonmaak bij FNWI. Dat proces duurt echter al meer dan een half jaar, en de uitkomst is pas in november dit jaar voorzien, mede door discussies in de universitaire medezeggenschap. Met name de FNV-fractie is bang dat de uitkomst van het onderzoek al vast ligt, omdat het door het college voorgestelde adviesbureau ATIR nauwe banden zou hebben met de schoonmaaksector. Naar aanleiding van de kritiek is inmiddels een ander bureau ingeschakeld.
Geen invloed
Dat slepende proces zorgt voor veel onrust onder de schoonmakers zelf. Nagtegaal: ‘Het is niet fijn dat het allemaal zo lang duurt. Er gaan allemaal verhalen rond, zo zouden we binnen twee jaar over gaan, of pas over vijf jaar. Het zit ook de hele tijd in je achterhoofd, terwijl je zelf helemaal geen invloed hebt. Ons is gewoon medegedeeld dat we misschien in dienst komen van een externe organisatie.’
Het zou fijn zijn als de schoonmaaksters zelf betrokken zouden worden bij de beslissing om wel of niet uit te besteden, vindt Nagtegaal. ‘Niemand is met ons komen praten.’ Lachend: ‘Misschien is dat ook wel omdat ze toch al weten wat we zouden zeggen: namelijk dat we willen dat de situatie blijft zoals die is.’
‘Het gaat toch goed? Wij krijgen bijna nooit klachten’
Want dat is wat Nagtegaal en Mir het liefste willen – evenals de rest van hun ruim dertig collega’s, zeggen ze. Dat beaamt ook een derde schoonmaakster die liever niet met naam genoemd wil worden. De twee vrouwen snappen niet waarom het anders zou moeten. Nagtegaal: ‘Het gaat toch goed? Wij krijgen bijna nooit klachten, ik niet in ieder geval. Jij toch ook niet, Hassnae? We weten bijvoorbeeld precies wat we wel of niet mogen weggooien in de labs.’ Ook de mensen op kantoor zijn aan hen gewend als vaste collega’s, merken ze, en maken geregeld praatjes.
Ze hebben helemaal geen behoefte aan een nieuwe baas. Nagtegaal: ‘Bij de schoonmaakorganisatie waar ik ooit een half jaar werkte riep de voorman: hé, maak dit nog eens even schoon. Hallo, zei ik toen, ik heb een naam hoor! Hier gebeurt zoiets nooit. We voelen ons erg gewaardeerd door de mensen die ons nu aansturen.’
Stakingen
Ook vrezen de schoonmaaksters dat de arbeidsomstandigheden achteruit gaan als ze bij een extern bedrijf komen te werken. Dat lijkt geen onterechte angst, gezien de stakingen van de afgelopen jaren in de schoonmaakbranche. Nagtegaal: ‘Bij een bedrijf krijg je een aantal minuten per taak. Drie minuten voor een bureau, zoveel tijd voor de wc. Nu werken we vijf uur per dag en kunnen we zelf onze tijd en werkzaamheden indelen. Misschien dat zo’n bedrijf wel zegt: dat kan ook wel in drie uur.’
Als je bij een extern bedrijf werkt heb je ook geen garantie dat je dezelfde werkplek kunt houden, vult Mir aan. ‘Ik ben zo blij als ik hier kom elke ochtend. We zijn er altijd al een half uurtje eerder, om kwart over zes, zodat we nog even koffie kunnen drinken met elkaar voordat we aan het werk gaan.’ Nagtegaal heeft volgend jaar zelfs haar 25-jarig werkjubileum bij de bèta’s. ‘Als het niet leuk was, was ik al lang weggeweest.’
Sjoerd schreef op 10 maart 2020 om 09:19
Bewijst maar weer dat de Radboud universiteit is veranderd van een katholieke organisatie met compassie voor de medemens naar een kapitalistische leerfabriek met alleen maar oog voor winst en efficiëntie.
Stijn van Uffelen schreef op 10 maart 2020 om 09:37
Uit dit stuk maak ik op dat de besluitvorming in het management van de Radboud Universiteit niet snel genoeg gaat. Misschien kunnen we een efficiëntieslag maken door ons management uit te besteden. Laten we onze CvB’-leden ontslaan en opnieuw inhuren als ZZP’ers. Voortaan betalen we hen dan niet meer een vast loon, maar per afgeleverd beleidsstuk!
Gijs schreef op 10 maart 2020 om 10:37
Je bent een slechte werkgever als je de mensen die onze Universiteit schoon en netjes houden op deze manier behandelt. De voor- en nadelen van het uitbesteden van de schoonmaaktaken zijn ook gewoon helder, hier hoeft echt geen dure consultant voor in de armen genomen te worden. Ik hoop van harte dat het CvB zich bedenkt en kiest voor menselijkheid en een sociaal hart in plaats van het wegnemen van zekerheid van mensen die zich hard inzetten voor onze campus.
P.S. Als de uitbesteding door lijkt te gaan denk ik dat de schoonmakers gewoon eens een weekje moeten gaan staken. We zullen eens zien hoe snel het CvB zich dan bedenkt.
L. schreef op 10 maart 2020 om 15:05
Ik vind persoonlijk dat het schoonmaken van voorzieningen op de bètafaculteit vaak beter is dan op andere locaties op de universiteit. Hoe zou dat komen? Waarom neemt het CvB de schoonmaakploeg op de bètafaculteit niet juist als voorbeeld?
Pepijn schreef op 11 maart 2020 om 16:32
Met het coronavirus in het vizier lijkt het me een uitstekend idee om de komende tijd extra lief te zijn voor onze schoonmakers, en ze vooral de tijd te geven om alles goed schoon te maken…
Gonry schreef op 11 maart 2020 om 18:01
Zit zelf in de schoonmaak .Een afdeling voor 3 uur word afgeroomd naar 2 uur. .Ik hoop dat ze de medewerkers van de schoonmaak in dienst houden. Nu is het schoon je weet nu wat je heb je weet niet wat je er voor terug krijgt.
Heleen de Coninck schreef op 12 maart 2020 om 12:30
Ik hoop ook dat onze schoonmaaksters blijven. Ik waardeer de wederzijdse collegialiteit. Nog afgezien van de betrokkenheid, betekent uitbesteding dat we als RU geen zeggenschap meer hebben over of deze mensen, die belangrijk werk doen, een loon krijgen waarmee ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De WBS heeft daar jaren geleden al onderzoek naar gedaan (zie het schrijnende interview met schoonmaakster Brigitte de Waal in dit boek: https://www.wbs.nl/publicaties/vooruit, pagina 21). De overheid heeft enkele jaren gelden besloten om schoonmakers juist weer in dienst te nemen. Vanuit sociale duurzaamheid gezien lijkt me dit geen stap die de FNWI zou moeten overwegen.