‘Seksueel geweld is een probleem van ons allemaal’

21 dec 2022

Waarom is seksueel geweld voor slachtoffers zo ingrijpend, zelfs als het eenmalig plaatsvindt? En waarom reageert de omgeving vaak zo beschuldigend? Klinisch psycholoog Iva Bicanic heeft dertig jaar ervaring met het onderwerp en weet dat victim blaming net zo desastreus is als het misbruik zelf.

‘Waarom ben ik met die gast mee naar huis gegaan? Waarom deed ik niks? Hoe heb ik in godsnaam nog een eitje voor hem kunnen bakken na wat hij mij had aangedaan?’ Iva Bicanic kan de zelfverwijten van verkrachtingsslachtoffers zo opdreunen. Als psycholoog en initiatiefnemer van het landelijke Centrum Seksueel Geweld (zie kader, onderaan), hoort ze de verhalen dagelijks in haar spreekkamer. ‘De zelfblaam, daar lopen slachtoffers vaak op vast’, vertelt ze tijdens een videocall. ‘Ze veroordelen hun eigen reactie.’

Maar zo’n reactie is volgens haar heel logisch. Slachtoffers van seksueel geweld (niet alleen vrouwen, maar ook mannen en transgender personen) begrijpen op zo’n moment dat ze in een gevaarlijke of bedreigende situatie zitten. ‘Ze schieten in de overlevingsmodus, wat kan betekenen dat ze automatisch meewerken of niets doen om er zo snel mogelijk vanaf te zijn of zodat de dader niet agressief wordt. Achteraf zijn ze boos op zichzelf, maar dat is ten onrechte want niemand kan van tevoren weten dat een leuke date zal uitlopen op een verkrachting.’

Ontwrichtend

Volgens Bicanic doen slachtoffers van eenmalig seksueel geweld er gemiddeld een halfjaar over om naar buiten te treden met wat hun is overkomen. Dat is lang, en daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste vragen ze zich vaak af of wat er is voorgevallen, wel onder verkrachting valt – ze zijn in de war en maken wat er is gebeurd, kleiner. Meestal verloopt een verkrachting namelijk niet zoals in de film, met een boel geduw en getrek en een hand over de mond.

Ten tweede blijven slachtoffers maar malen over de schuldvraag. En dan is er nog de angst voor negatieve reacties uit de omgeving. ‘Als maatschappij vinden we het nog altijd moeilijk om kalm of troostend te reageren op zoiets’, zegt de psycholoog. ‘We hebben een grote afweer van verhalen over seksueel geweld, willen het niet geloven en zeggen dat het vast overdreven is. Of we doen aan victim blaming, noemen het slachtoffer naïef of dom. Het grootste probleem met seksueel misbruik zijn we als samenleving eigenlijk zelf.’

‘Zelfs op een maandagmiddag door de Albert Heijn lopen, kan al onveilig voelen’

Het ingebakken ongeloof is nogal in strijd met de feiten. 22 procent van de vrouwen en 6 procent van de mannen krijgt ooit, in welke vorm dan ook, te maken met seksueel misbruik (bron: Rutgers). En daar weer de helft van houdt blijvend last van de gevolgen.

Waarom is deze vorm van geweld zo ontwrichtend? Bicanic: ‘Omdat je na zo’n gebeurtenis iets wezenlijks kwijtraakt, namelijk het vertrouwen waarmee je naar de wereld keek. Je gevoel van veiligheid wordt aangetast en daardoor verandert alles. Zelfs op een maandagmiddag door de Albert Heijn lopen, kan al onveilig voelen.’

Dat verklaart waarom sommige slachtoffers van een nare seksuele ervaring zich graag opsluiten in hun kamer, zegt Bicanic. Alleen daar voelen ze zich vaak nog enigszins oké. Wat ook gebeurt, is dat mensen het voorval uit alle macht proberen te vergeten. Ze gaan extra hard studeren, werken of sporten om maar niets te hoeven voelen. Maar ja, dan liggen ze ’s avonds in bed en begint het gepieker of de herbeleving toch weer. Een trauma is dan al geboren.

Posttraumatische stressstoornis

Het goede nieuws is dat aan zo’n trauma iets te doen valt. Juist daarin is het Centrum Seksueel Geweld gespecialiseerd. ‘We werken met een evidence based interventie om mensen te helpen bij de verwerking. Het resultaat is dat slachtoffers op een andere manier kunnen kijken naar de traumatische ervaring, en minder last hebben van posttraumatische stress.’

Bicanic benadrukt dat de ernst van het seksueel misbruik niet bepaalt hoeveel last iemand ervan heeft. Waar de een helemaal van de kaart is omdat ze op straat in haar bil is geknepen, is een ander in staat een gewelddadige verkrachting naast zich neer te leggen. Het gaat erom wat er in het hoofd van een persoon gebeurt, zegt Bicanic. ‘Daar kijken we naar.’

‘Ik hoop echt dat mensen die dit verhaal lezen en denken “dit gaat over mij” zich bij ons melden’

De helft van de misbruikslachtoffers ontwikkelt PTSS, een posttraumatische stressstoornis. Dat is te voorkomen als ze snel aan de bel trekken. ‘De eerste zeven dagen zijn cruciaal, dat noemen we de gouden week. Sporen van de verdachte zijn dan nog te vinden op het lichaam, dat is belangrijk voor het geval iemand aangifte wil doen. Medicijnen tegen soa’s of een mogelijke zwangerschap kunnen nog op tijd verstrekt worden. Maar ook: als therapeuten kunnen we snel met schuldgedachtes aan de slag, door bijvoorbeeld uit te leggen dat het normaal is dat je niks deed toen je werd verkracht, want 80 procent doet niks.’

Slechts 15 procent van de slachtoffers trekt binnen 24 uur aan de bel. De meesten blijven twijfelen of durven niet, tot slaapgebrek, verminderd concentratievermogen of een kort lontje ze er alsnog toe aanzet met iemand te gaan praten. ‘Let wel: het is nooit te laat’, zegt Bicanic. ‘Ik hoop echt dat mensen die dit verhaal in Vox lezen en denken “dit gaat over mij” zich bij ons melden. Ik kan niet beweren dat je weer helemaal de oude wordt, maar wel dat je een fijn leven kan hebben.’

Wie niet durft te bellen, kan ook anoniem chatten (zie kader onderaan), zelfs midden in de nacht. Doe het, doe het, doe het, herhaalt Bicanic. ‘Ook al omdat de helft van de mensen die een PTSS ontwikkelen, nog een keer slachtoffer wordt van seksueel geweld, dat wéten we.’

Misbruikgedrag

Ze is er geen voorstander van dat daders automatisch uit de groep worden gegooid als ze een keer over de schreef zijn gegaan. Stel dat het misbruik binnen een studentenvereniging heeft plaatsgevonden, dan is het volgens de psycholoog zinniger het gedrag binnen de groep te bespreken. Want de kans is groot dat de leden elkaar hoe dan ook weer tegenkomen, bij het uitgaan of in de collegebanken. ‘Zolang we als samenleving mensen cancellen, zal niemand het in zijn hoofd halen toe te geven dat zijn gedrag niet oké was. Je zou wel gek zijn: sociale uitsluiting is zo’n beetje het ergste wat je iemand kan aandoen. Hoe gaaf zou het zijn als je juist als groep om iemand heen gaat staan en zegt: we keuren je misbruikgedrag af en we gaan je helpen. Dan is het natuurlijk wel een voorwaarde dat die persoon erkent dat hij met zijn gedrag schade heeft aangericht en daaraan wil werken.’

Alleen door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen de pleger en zijn omgeving van elkaar leren, denkt Bicanic. ‘Anders verandert er voor niemand iets. Dat zou niet erg zijn als seksueel geweld maar eens in de tien jaar voorkwam, maar het gebeurt elke dag. Het is een probleem van ons allemaal.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!