‘Sociale veiligheid moet vast onderdeel worden van leiderschapstrainingen’
De Radboud Universiteit kan nog meer doen op het vlak van sociale veiligheid. Dat zeggen twee leden van de Radboud Jonge Akademie in een interview naar aanleiding van het vertrek van filosoof Fleur Jongepier. ’Als universiteit zou je veel meer moeten uitdragen dat dit een belangrijk thema is en dat je er ook wat aan doet.’
Voor de leden van de Radboud Jonge Akademie kwam het vertrek van Fleur Jongepier aan de Radboud Universiteit vorige week niet als een verrassing. De filosoof kondigde toen in een lang bericht op Twitter aan dat ze de universiteit verlaten had wegens het grensoverschrijdend gedrag van (ex-)collega’s en de manier waarop de universiteit daarmee is omgegaan. Naast wetenschapper was Jongepier oprichter en voormalig mede-voorzitter van de Radboud Jonge Akademie (RJA), een adviesorgaan van jonge wetenschappers aan de Nijmeegse Universiteit.
Aanjagende rol
‘We vinden het natuurlijk heel erg jammer dat Fleur is vertrokken’, zegt Eelke Spaak, huidige co-voorzitter van de RJA en universitair docent kunstmatige intelligentie en cognitieve neurowetenschappen. ‘Fleur heeft veel betekend voor de opstart, het reglement en de identiteit van de RJA. Ik heb wel het idee dat zij er positief in staat, ze is blij dat ze is weggegaan voor ze een burn-out kreeg. Ook zonder de RJA en de universiteit gaat ze veel mooie dingen doen in haar leven.’
‘Dat Fleur de universiteit zo actief wilde verbeteren, heeft de RJA een boost gegeven’, vult Renée Wagenvoorde aan. Ze is lid van de werkgroep sociale veiligheid, diversiteit en inclusie binnen de RJA. Daarnaast werkt ze als studieadviseur en projectleider bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. ‘In de RJA zitten verschillende persoonlijkheden bij elkaar. Fleur is iemand met een aanjagende rol, wat voor de RJA wel heel fijn was. We gaan haar zeker missen.’
Kunnen jullie de redenen van Jongepiers vertrek begrijpen?
Wagenvoorde: ‘Het vertrek van Fleur had te maken met meerdere casussen aan verschillende universiteiten. Dat heeft waarschijnlijk gestapeld, ik snap wel dat ze deze conclusie heeft getrokken.’
‘De universiteit kan meer doen aan preventie dan tot nog toe is gebeurd’
‘In onze werkgroep hebben we het vaak gehad over het academische klimaat rondom sociale veiligheid. We hebben daarin vooral gekeken naar preventie: hoe zou je willen dat een universiteit omgaat met hiërarchie, relaties tussen medewerkers onderling en relaties tussen medewerkers en studenten? Daar moet je als universiteit meer aan doen dan tot nog toe is gebeurd. Er is misschien wel veel in beweging, maar de universiteit is een groot en log instituut.’
Hoe is het met sociale veiligheid gesteld aan de Radboud Universiteit? Zijn hier meer problemen op dat vlak dan elders?
Spaak: ‘Dat is speculeren, dit soort problemen spelen in meerdere of mindere mate ook aan andere universiteiten. Het is heel goed dat er nu een maatschappijbrede beweging is gekomen, dat het thema sociale veiligheid meer in de openbaarheid wordt besproken. In grotere instituties kunnen nu maatregelen genomen worden om dit te verbeteren. Ook aan de Radboud Universiteit.’
Wagenvoorde: ‘In iedere organisatie met hiërarchie en status zijn problemen op dit vlak. Aan de universiteit zijn bijkomende risicofactoren zoals de machtsstrijd tussen en binnen verschillende vakgebieden of het feit dat zowel medewerkers als studenten gepassioneerd zijn voor hun vakgebied en hierover intensief contact hebben met elkaar.’
Hoe kan je als universiteit voorkomen dat er nog meer talentvolle jonge wetenschappers afhaken wegens de redenen die Jongepier aangeeft?
Spaak: ‘Brede bewustwording onder medewerkers is essentieel. Er worden best veel trainingen aangeboden op dit vlak, maar die trekken meestal de mensen aan die dit het minst nodig hebben, die zich sowieso al veel bezig houden met sociale veiligheid. Het zou heel goed zijn als er een korte training onderdeel zou worden van de BKO (Basis Kwalificatie Onderwijs, red.). Zo kan iedereen, al is het maar een halve dag, leren over mogelijke risicofactoren – denk bijvoorbeeld aan intensief 1-op-1-contact tussen docenten en studenten, waarbij je je er bewust van moet zijn dat er gevoelens kunnen ontstaan.’
Wagenvoorde: ‘Ook in de leiderschapstrainingen zou sociale veiligheid een vast onderdeel moeten worden. Niet alleen het contact tussen docenten en studenten, maar ook hoe collega’s met elkaar omgaan. Daar zit ook strijd, macht en intimidatie. Het vrijblijvende karakter van dit soort trainingen moet eraf. Als je een leidende positie hebt aan een universiteit moet je je bewust zijn van dit soort dingen. Daar hoort ook bij dat je weet hoe je ermee om moet gaan en wanneer en hoe je moet ingrijpen.’
Hebben jullie dit al aangekaart bij het College van Bestuur?
Wagenvoorde: ‘We hebben geïnventariseerd wat de universiteit op dit moment doet, bijvoorbeeld de aandacht hiervoor tijdens de docenten- en leiderschapstrainingen. Dat laatste gebeurt verrekt weinig, daar werd ik niet vrolijk van. Ik weet dat er bij FTR nu een plan van aanpak ligt voor het programma ‘Gezond academisch klimaat’, waar sociale veiligheid een belangrijk onderdeel van is. Daarbinnen staat docentethiek op de agenda. Ook bij andere faculteiten wordt er nu aan de slag mee gegaan.’
Spaak: ‘Een tijdje geleden is een manifest van Amnesty International gepubliceerd, Let’s talk about Yes. Dat gaat specifiek over seksuele veiligheid en seksueel geweld bij hogeronderwijsinstellingen. Een aantal universiteiten en hbo’s hebben dit al ondertekend. We hebben toen aan het College van Bestuur gevraagd of de Radboud Universiteit dit ook zou willen ondertekenen. Collegevoorzitter Daniël Wigboldus heeft ons toen uitgelegd dat de universiteit de principes van het manifest wel onderschreef. Toch wilde hij het manifest niet namens de Radboud Universiteit ondertekenen, omdat deelnemers zich onder andere aan hele specifieke trainingen zouden moeten committeren. Dat kon ik in dit specifieke geval wel begrijpen.’
‘In docenten- en leiderschapstrainingen is te weinig aandacht voor sociale veiligheid’
Wagenvoorde: ‘Maar als je zo’n campagne omarmt, dan laat je ook aan je medewerkers zien dat je dit serieus neemt. Nu wordt er waarschijnlijk van alles gedaan, maar het is ook onzichtbaar. Dat is zonde. Als universiteit zou je veel meer moeten uitdragen dat dit een belangrijk thema is en dat je er ook wat aan doet.’
Spaak: ‘Bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen, waar ik werk, loopt momenteel ook een onderzoek naar ongewenst gedrag. In het kielzog daarvan heeft de faculteit briefjes aan de binnenkant van wc’s gehangen met de boodschap dat slachtoffers van seksueel geweld contact kunnen opnemen met een vertrouwenspersoon. Die formulering kan beter, maar dit soort initiatieven zijn zeker waardevol.’
Vinden jullie dat de universiteit en de faculteit de zaak die momenteel binnen de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen rondom Paul Bakker speelt, goed heeft aangepakt?
Spaak: ‘Dat is een gevoelige vraag. Het wordt ons en anderen bijna onmogelijk gemaakt om daar iets over te zeggen, omdat we niet weten wat er is gebeurd.’
‘Dat de zaak binnen FTR al zo lang speelt, is voor niemand goed’
Wagenvoorde: ‘We hebben geen zicht op wat er precies speelt, maar het feit dat het zo lang speelt is voor niemand goed. Niet voor de melders, niet voor Paul Bakker – ongeacht of je iemand moet verdedigen die ongepast heeft gehandeld – niet voor de medewerkers en de studenten van de faculteit en ook niet voor de Radboud Universiteit. We kunnen er niet over oordelen of het anders had gekund. Maar als het anders had gekund, had het anders gemoeten.’
ABC of Care
Uitgerekend deze week presenteerde de Radboud Jonge Akademie the ABC of Care. ‘Dat is een alfabet dat de aandacht wil vestigen op de verschillende zaken waarop je kunt letten in je werk als academicus rondom ‘care’ in brede zin, waaronder zeker ook sociale veiligheid’, vertelt co-voorzitter Eelke Spaak. ‘Zo staat de R bijvoorbeeld voor Respect. We hopen dat het kan helpen om prettiger in het dagelijkse leven als academicus te staan.’