Sportcentrum zet deuren open voor buitenlandse collega’s
Hoe organiseer je de beste studentensport? Honderdtachtig leiders van universitaire sportcentra uit Europa verzamelen zich deze week in Nijmegen. Het doel: kennis uitwisselen, vooral als het om duurzame sport gaat.
Sport verbroedert. Toch zijn alleen in Europa al grote verschillen in studentensport. Twintig jaar geleden spraken leiders van universitaire sportcentra in Oostbloklanden nog hun verbazing uit over Nederland: hoe kan het dat studenten hier massaal vrijwillig sporten, terwijl ze in andere landen met moeite naar hun verplichte sportuurtje te slepen zijn? Omgekeerd kijkt Nederland juist weer naar Scandinavië. Daar wordt het eindeloze zitten op de universiteit aangepakt door ‘rek-en-strekminuutjes’ tijdens de colleges en initiatieven voor staand vergaderen.
Vanaf vandaag komen daarom honderdtachtig leiders van universitaire sportcentra uit Europa bij elkaar om ideeën uit te wisselen. Ze maken deel uit van het jaarlijkse congres van het European Network of Academic Sports Services (ENAS), dat dit jaar in Nijmegen plaatsvindt. Het Radboud Sportcentrum is gastheer.
Duurzaam sporten
De eerste dagen gaan de genodigden vooral de typische Nederlandse sportcultuur ontdekken, aldus sportcentrumdirecteur Rob Cuppen. Wat maakt die uniek? ‘In Nederland kennen we een echte fijnmazige verenigingscultuur. Hier alleen al zijn zo’n veertig verenigingen bij het sportcentrum betrokken. Dat brengt allerlei actieve vrijwilligers, besturen en leden met zich mee. Andere landen kennen dat veel minder.’
Daarna gaat de organisatie dieper in op het thema van dit jaar, dat aansluit bij Nijmegen European Green Capital: duurzaam sporten. ‘Sport kan bijdragen aan het welzijn van studenten en medewerkers’, zegt Cuppen. ‘Natuurlijk is het niet hét middel om burn-outs tegen te gaan, maar het kan je wel vitaler maken. En het is een ideale manier om – ook buiten je studie en werk – nieuwe mensen te ontmoeten. Het laat je letterlijk goed in je vel zitten.’
Zevenheuvelenloop
Een van de grote Nijmeegse pronkstukken is de Zevenheuvelenloop. Die won al verschillende prijzen voor het duurzame karakter. ‘Het was het eerste sportevenement dat een contract sloot met de NS, waardoor mensen goedkoper met de trein dan met de auto kunnen reizen. Het extra geld dat deelnemers, die met de auto reizen, moeten betalen, gaat weer naar duurzame doelen.’
Tussen de lezingen van Radboud-wetenschappers en -alumni als Maria Hopman en Claudia Bokel door is er genoeg tijd voor een sportuurtje en wandelingetje. Toch verwacht Cuppen dat zijn buitenlandse collega’s vooral enthousiast zullen over het leger aan fietsen op de universiteit. ‘Het klinkt misschien cliché, maar in het buitenland zijn ze daar stikjaloers op.’