Studenten krijgen niet meer de kans zich naast hun studie te ontwikkelen. Toch? Vox deed onderzoek onder de verenigingen. Wat blijkt is dat de meeste verenigingen geen probleem hebben met het zoeken van een nieuw bestuur. Maar de klap van het leenstelsel moet nog komen.

Rond deze periode van het jaar zijn veel studentenorganisaties op zoek naar een nieuwe lichting bestuurders. Wie gaat volgend jaar de kar trekken? Die zoektocht is niet gemakkelijk: door het leenstelsel en rendementsbevorderende maatregelen in het onderwijs willen veel studenten immers geen activiteiten meer doen naast hun studie. Maar klopt dat wel?

6 van de 33 verenigingen lukt het niet om een voltallig nieuw bestuur te vinden.

Uit een enquête die Vox naar alle verenigingen stuurde die bestuursbeurzen ontvangen van de universiteit, blijkt dat de meeste geen problemen hebben met het zoeken van een nieuw bestuur. Van de 33 verenigingen die de enquête invulden, gaven er zestien aan zonder problemen een nieuw bestuur gevonden te hebben. Zes verenigingen hadden grote moeite met het vinden van een voltallig bestuur, maar slaagden er wel in. Zes verenigingen is het, tot nu toe, nog niet gelukt voldoende bestuursleden te vinden. De overige vijf verenigingen hebben geen bestuurswissel, of zijn nog niet begonnen met werven.

Vooral bij kleine verenigingen is het moeilijk om een nieuw bestuur te vinden. Zoals bij Marie Curie, de studievereniging voor natuur- en sterrenkundigen. ‘Soms moeten we echt smeken om nieuwe bestuursleden te vinden’, zegt penningmeester Ester Nijrolder. Bij grote verenigingen, zoals Synergy lijken er minder problemen. De studievereniging bij bedrijfskunde ziet ‘een toename in het aantal aanmeldingen voor een bestuursjaar.’ Hoeveel precies wil de vereniging niet zeggen, maar het zijn er ‘heel veel’.

Bijna alle verenigingen hebben geen gebrek aan studenten die zich vrijwillig inzetten, bijvoorbeeld voor het doen van commissiewerk. 25 van de 33 verenigingen zeggen geen gebrek te hebben aan vrijwilligers. Deze activiteiten kosten minder tijd en zijn gemakkelijker in te passen in een drukke agenda.

Trend
Jurgen Brink van de Dienst Studentenzaken vindt het moeilijk om de resultaten van de enquête te interpreteren. Hij mag als uitvoerder van de tweejaarlijkse studentenenquête de ‘trendwatcher’ van de Radboud Universiteit genoemd worden. ‘We hebben geen oude cijfers waarmee we deze resultaten kunnen vergelijken. Of er sprake is van een trend, is daarom niet duidelijk.’

Het is ‘van alle tijden’, relativeert Brink, dat studenten zich zorgen maken over de uitwerking van overheidsmaatregelen op het actieve studentenleven. ‘Ik kan je boze brieven laten zien uit de jaren tachtig toen de basisbeurs werd ingevoerd. Net zoals er zorgen waren bij de invoering van de tempobeurs, prestatiebeurs en langstudeerboete. Desondanks hebben we nog altijd een bruisende campus, met meer verenigingen dan ooit.’

Waar volgens Brink wel oplettendheid geboden is, is het aantal verenigingen dat aangeeft geen nieuwe bestuurders te kunnen vinden omdat studenten hun studieschuld willen beperken. Dat zijn er zes: alle verenigingen die het niet lukt om genoeg bestuurders te vinden. ‘Het leenstelsel geldt nu nog alleen voor eerstejaarsstudenten. Die doen over het algemeen geen bestuurswerk. Zij zijn de toekomstige lichting die bestuurswerk moet gaan doen. We moeten dus goed in de gaten houden hoe hun angst om te lenen zich ontwikkelt. Als het leenstelsel een effect teweeg gaat brengen, komt dat pas later.’