Stadse zoogdieren krijgen meer jongen dan ‘wilde’
Zoogdieren die in de stad leven, krijgen meer jongen dan soorten die zich in de natuur ophouden. Dat blijkt uit een studie van Radboud-ecoloog Luca Santini, die er vandaag over publiceert in het tijdschrift Ecology Letters.
Canadese beren die vuilnisbakken op de kop zetten, vossen die door Engelse straten slenteren, aapjes die in India hengelen naar het eten van tempelbezoekers. Hoe meer de wereld verstedelijkt, hoe meer dieren in de bewoonde wereld leven. Ecoloog Luca Santini vroeg zich af wat zoogdieren geschikt maakt voor een urbaan bestaan.
‘Waarom leeft het ene dier in een buitenwijk en het andere in het centrum of een park?’
‘Stadse vogels zijn al vaker onderzocht. We weten dat de soorten met lange vleugels en een groter brein zich goed handhaven. Zij zijn flexibel en passen zich gemakkelijk aan.’ Denk aan kraaien, dat zijn slimme rakkers.
Platgereden
Santini wilde weten of je ook bij zoogdieren grote gemeenschappelijke delers kunt vinden die soorten succesvol maken in een leven tussen auto’s en flatgebouwen. Het antwoord is ja. ‘De soorten die zich in de stad vestigen, krijgen meer jongen dan soorten die in de natuur leven.’ Wel zo praktisch vanuit evolutionair oogpunt, want de kans is groot dat kleintjes het niet overleven in de stadse wildernis. Katten jagen op eekhoorns, een wasbeer kan zomaar platgereden worden. En dan is er nog de mens die een grote rol speelt in het doden van ‘ongedierte’.
De Italiaanse Santini deed de literatuurstudie samen met een bevriend wetenschapper in Napels. Ze legden bestaande onderzoeken uit de hele wereld naast elkaar. ‘Zoogdieren zijn natuurlijk veel diverser dan vogels’, zegt de onderzoeker. ‘We zien ook bij de eerste categorie een groter brein, maar dat betreft vooral dieren die niet wonen in de stad, maar er alleen naar toe gaan om te eten. Denk aan jakhalzen, wolven of bavianen.’ Die soorten zijn ook groter dan vergelijkbare soorten die niet geschikt zijn voor stedelijk gebied. Volgens Santini kan dat te maken hebben met de lange afstanden die ze moeten afleggen tussen woon- en eetplaats.
Buitenwijk
Het artikel van Luca Santini en zijn collega’s wordt vandaag gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Ecology Letters. De Italiaan hoopt dat het leidt tot meer onderzoek. ‘Dit is slechts een begin. Het zou nuttig zijn ook uit te zoeken waarom verschillende soorten zich goed kunnen handhaven in verschillende delen van de stad. Waarom leeft het ene dier in een buitenwijk en het andere in het centrum of een park?’
In de toekomst zullen we onze steden vaker delen met nog meer diersoorten, simpelweg omdat er minder natuur overblijft, aldus Santini. Om harmonieus samen te kunnen leven, is het volgens hem goed te weten wie precies waar woont en onder welke omstandigheden.