Sterrenkundige Klein Wolt in de race voor prijs Klokhuis
Een tv-uitzending maken die helemaal in het teken staat van jouw onderzoek. Het is de droom van veel wetenschappers, voor sterrenkundige Marc Klein Wolt van het Nijmeegse Radboud Radiolab is het binnenkort misschien realiteit.
Samen met negen anderen is de radio-astronoom genomineerd voor de Wetenschapsprijs van tv-programma Het Klokhuis. Degene die de meeste stemmen krijgt mag een hele uitzending van het kinderprogramma vullen met zijn of haar onderzoek. Kinderen kunnen vanaf vandaag stemmen, op hetklokhuis.nl. Op 6 november, tijdens de junioropening van wetenschapsfestival InScience, is de winnaar bekend.
Deze week worden de Nobelprijzen bekend gemaakt. Is een prijs van Het Klokhuis niet een heel schrale troost?
‘Haha, eigenlijk is dit de belangrijkste wetenschappelijke prijs van Nederland! Wat is er nu belangrijker dan dat je kinderen enthousiast kunt maken voor wetenschap en techniek? Daar geniet ik echt van. Je moet de volgende generatie weten te vangen. Bovendien: als je je onderzoek aan kinderen kunt vertellen, kun je het aan iedereen uitleggen. Kinderen stellen slimme vragen.’
‘Ik wil ze meegeven dat ze veel kunnen bereiken als ze hun nieuwsgierigheid volgen en dingen uitproberen. Zo ging dat ook bij die satelliet die nu achter de maan rondjes draait. Iedereen verklaarde ons voor gek dat we dat in twee jaar tijd voor elkaar wilden krijgen – in samenwerking met China nota bene, niet echt de makkelijkste partner. Nu is hij er toch maar mooi.’
Hoe kwam je bij Het Klokhuis terecht?
‘Ik had er nooit zo bij stil gestaan dat we daar misschien voor in aanmerking konden komen. De communicatieafdeling van de faculteit wees me erop. Ik moest een stukje schrijven waarin ik mijn onderzoek aan kinderen uitlegde. Nu blijken we bij de laatste tien te zitten.’
Waardoor komt dat?
‘Mijn onderzoek spreekt denk ik erg tot de verbeelding bij veel kinderen. Ruimtevaart, de maan, dat vinden ze geweldig. Met onze satelliet aan de achterkant van de maan (zie kader, red.) luisteren we nu naar de geluiden van de oerknal en andere objecten uit de ruimte.’
Maar… er is toch geen geluid in de ruimte, omdat het bijna een vacuüm is?
‘Dat is ook zo. Wij vangen radiostraling op en die zetten we zelf om in geluid. Op die manier maak je het tastbaar. Neem een radiopulsar. Dat is een soort kosmische vuurtoren die honderden keren per seconde om zijn as draait en radiopulsen uitzendt. Het is heel cool om zoiets hoorbaar te maken. Dat geeft meteen inzicht in de snelheden waar we het over hebben – de ene pulsar draait namelijk sneller dan de andere.’
Waarom zouden we naar de ruimte luisteren, als we er ook gewoon naar kunnen kijken, met telescopen zoals de Hubble?
‘Kijken heeft alleen zin als er wat te zien is. In de begintijd van het heelal waren er nog geen sterren die licht uitzonden. Die ontstonden pas een paar honderd miljoen jaar na de oerknal. Als je wilt ontdekken wat er daarvóór gebeurde, hoe het universum er toen uitzag, dan zal je dus moeten luisteren. Want radiostraling bestond al wél.’
‘Ik kreeg nog net geen knuffel. Zo’n reactie, dat geeft zoveel voldoening’
Doe je vaker projecten met kinderen?
‘Ja, zelfs buiten Nederland. Ik ben net langs allerlei scholen geweest in Namibië, aan de grens met Angola. Daar ben ik bezig om een radiotelescoop neer te zetten, als nieuw onderdeel binnen het project van de Event Horizon Telescope, die de eerste foto van een zwart gat maakte. Via scholen hoop ik het draagvlak onder de bevolking te vergroten voor het project en kinderen kennis te laten maken met sterrenkunde. Door ze mee te nemen in een mobiel planetarium (een grote opblaasbare koepel waarop planeten, sterren en het heelal geprojecteerd worden, red.) kan ik hun interesse wekken voor zowel wetenschap als techniek.’
En, werkt dat?
‘Laat me een voorbeeld geven. Op een van die scholen in Namibië was een groep meisjes die aanvankelijk zoiets hadden van: wat moet ik hiermee? Ik wil later toch iets anders worden, dokter of agent. Ik vroeg vervolgens: wil je de wereld niet eens vanuit een ander perspectief bekijken? Uiteindelijk gingen ze overstag. Ze kwamen met grote ogen uit het planetarium, zoiets geweldigs hadden ze nog nooit gezien, stamelden ze. Ik kreeg nog net geen knuffel. Zo’n reactie, dat geeft zoveel voldoening. ’
Mede dankzij Marc Klein Wolt hangt er sinds februari van dit jaar een radioantenne aan de achterkant van de maan. De Netherlands-China Low-Frequency Explorer (NCLE) – van het Radboud Radio Lab, onderzoeksinstituut ASTRON en het bedrijf ISIS – liftte mee met de Chinese Chang’e 4-raket. Op zo’n 65 duizend kilometer achter de maan meet het apparaat laagfrequente radiosignalen, onder andere afkomstig uit het vroegste heelal.
De buitenaardse meetlocatie is noodzakelijk omdat de aardse atmosfeer laagfrequente straling niet doorlaat en om verstoringen te voorkomen door signalen afkomstig van de aarde zelf, zoals onze eigen FM en AM radiozenders. De maan heeft geen atmosfeer en fungeert als een soort van schild voor de verstorende aardse straling.