Stikstofijsjes en een dode walvisbaby
Gistermiddag waande ik me in een natte droom van dr. Snuggels. In de kantinegang van het Huygensgebouw was het Sound of Sience Festival. Experimentele muziek, nieuwe – en door studenten ontworpen – games en apps, visuele kunst en een dode walvisbaby die muziek maakt. Een middagje op ontdekking. Mijn welkomstdrankje – een lichtgroene vloeistof in een reageerbuisje – was nog niet mijn slokdarm gepasseerd of er werd mij een ijsje van vloeibaar stikstof aangeboden. Sweet. Jade Heister, tweede jaars Moleculaire Levenswetenschappen, legt uit dat de ijskoude vloeistof ongevaarlijk is. ‘Wanneer je een druppel op je hand krijgt, verdampt die zo snel dat hij geen schade kan aanrichten. En, haha, als het echt gevaarlijk was mochten wij er heus niet mee werken.’ Gevaarlijk of niet, de damp die uit de pan komt, vind ik magisch. ‘Net of je in de Efteling staat’, grapt Larissa Venhovens, derdejaars biologie. Voor de band Bismuth ben ik net te laat. Ze zijn net hun zelfgemaakte instrumenten al aan het inpakken als ik ze vraag of ze nog gaan spelen. ‘Nee, we zijn net klaar.’ O. Jammer. De band van instrumentenmaker Yuri Landmann – die ooit zijn carrière begon als striptekenaar – reist het hele land af om hun ritmische mix van experimentele noise rock, dance en gamelan music ten gehore te brengen. Op mijn vraag of het niet lastig is de instrumenten heel in alle uithoeken van het land te krijgen, antwoordt Yuri: ‘We hebben grote kisten waarin we ze vervoeren. Maar als ze kapot gaan heb ik zo weer een nieuwe gemaakt.’ Handig. Ik blijf nog even hangen in de Zuidkantine voor de band The Jacks. Ik ben erg benieuwd naar het optreden. Hun rauwe geluid, scherpe teksten en energieke performance bracht deze dames en man al bij De Wereld Draait Door, MTV en Giel Belen. Hoewel de meisjes mooi zijn en de muziek erg lekker, besluit ik toch naar de dode walvisbaby te gaan kijken. Het laat me niet los. Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn libido. Ik zou een goede bèta zijn. ‘Het is een walvisembryo – en geen walvisbaby’, corrigeert Isabelle van Cultuur op de Campus mij, die aangesloten is op een computersysteem. Tijdens het rottingsproces komen bepaalde energieën vrij die via deze twee draadjes (Isabelle wijst naar twee draadjes) en een versterkertje worden omgezet in tonen’. Ze zijn het ‘kunstwerk’ helemaal in Antwerpen gaan ophalen. ‘Dat was nog een heel avontuur. We kwamen aan bij het huis van de kunstenaar, die in eerste instantie niet thuis leek te zijn. Stond het daar helemaal vol met dode dieren die rare geluiden maakten. Echt bizar.’ Ik loop langs de retro gameconsoles en werp nog een blik op de zelfgemaakte muziek app ‘Gravity Beats’. In de Noordkantine wordt een verantwoorde maaltijdsalade aangeboden en in een schemerig lokaal worden oude Nijntje videobanden getransformeerd tot technovisuals. Diepe elektronische beats klinken. De dode walvisbaby blijft me het meeste bij, en als ik besluit weer op huis aan te gaan neem nog een reageerbuisje van dat Groene Spul. Thuis zoek ik een aflevering van dr. Snuggels op YouTube. / Joep aan den Boom