Stressvolle verhuizing van een supermagneet
Een speciale supermagneet van vijf miljoen euro verhuizen gebeurt niet elke dag. De operatie verliep vrijdag met bloed, zweet en tranen. Verslag vanuit het magneetlab in het Goudsmitpaviljoen. ‘We're gonna need a bigger crane.’
De zes ton zware magneet bungelt boven de opening in het dak. Vanuit het paviljoen kijken toeschouwers met gespannen gezichten omhoog. De magneet moet nog een klein stukje verder. Zou het dit keer lukken? De blauwe kraan begint te piepen. Verder kan hij echt niet. Dus keert de magneet terug naar het beginpunt. De toeschouwers zuchten. Ook de tweede kraan die speciaal naar Nijmegen is gekomen voor deze operatie, kan de klus niet klaren.
Een paar uur eerder begint de vrijdag hoopvol. Een eerste kraan takelt om half tien in de ochtend zonder problemen de oude magneetinstallatie uit het Goudsmitpaviljoen, waar het Magnetic Resonance Research Center (MRRC) is gevestigd. Die magneet zou even later worden vervangen door een nieuwe ‘supermagneet’, gevoeliger en sterker dan alle andere magneten in het lab.
Prijskaartje
De supermagneet is ook super zwaar: zesduizend kilo. Het maakt de verplaatsing geen sinecure. Een sterke kraan is nodig, net als een ervaren bestuurder. Het mag niet te hard waaien, dan wordt het gevaarlijk. Er hangt spanning in de lucht. ‘Ik ben best zenuwachtig’, bekent hoogleraar Arno Kentgens, die de leiding heeft over het lab. ‘Dit gebeurt niet elke dag.’
‘Ik ben best zenuwachtig. Dit gebeurt niet elke dag’
Er is de onderzoekers veel aan gelegen dat de verhuizing slaagt. Zou de magneet in de vijver naast het paviljoen vallen, dan zijn de gevolgen niet te overzien. In de hele wereld zijn slechts twintig magneten met dezelfde sterkte. Door zijn kracht kan de magneet materiaalstructuren preciezer analyseren. Daar hangt ook een prijskaartje aan. Kentgens schat de nieuwprijs van de installatie op vijf miljoen euro, al is het uiteindelijk betaalde bedrag lager. De supermagneet maakt deel uit van een grotere bestelling van 18 miljoen euro, gedaan door het consortium waar ook het MMRC onder valt, betaald met overheidssubsidie.
Te licht
De wetenschappers wachten binnen in het lab. Met enige fantasie doet de ruimte denken aan een koepelgevangenis. Het centrale controlecentrum staat in het hart en kijkt uit op de acht magneten in een ring eromheen. Om elf uur krijgen de onderzoekers slecht nieuws: de bestelde kraan weegt niet genoeg om de zware magneet te kunnen tillen. ‘Hoe kan dit gebeuren?’, vraagt een van medewerkers verontwaardigd. ‘Ze hebben het te licht opgevat’, grapt Kentgens.
Terwijl een nieuwe kraan wordt opgetrommeld, zit er niets anders op dan wachten. Een uur later maakt een blauw gevaarte zijn opwachting, maar direct ontstaat een nieuw probleem. De kraan moet náást het wegdek een stempel neerzetten om stevig te kunnen staan. En dat gaat niet. De grond is te drassig, eronder lopen vitale leidingen.
‘Ze hebben het toch opgemeten?’, vraagt Kentgens, nu met enige irritatie in zijn stem. Hij houdt zich op de vlakte over de vraag waarom het verkeerd loopt. ‘Er gaat iets mis in de afstemming tussen de leverancier en de vervoerder.’
Jaws
Het vervoersbedrijf besluit de blauwe kraan te verplaatsen zodat de stempel op de stoep staat. De mannen doen een nieuwe poging. De magneet komt dichtbij, maar net niet ver genoeg. Na overleg besluiten de vervoerders een derde kraan te bestellen. Het kleine team van het MRRC drinkt in de geïmproviseerde kantine stevige bakken koffie. Inmiddels zitten ze al zes uur in spanning. ‘Potverdikkie, wát een stress’, zegt Kengtens. ‘Het is net Jaws: We’re gonna need a bigger crane.’
De zenuwen zijn logisch: de onderzoekers willen dat het goedkomt met hún magneten. ‘Ik ben aan die magneet gehecht’, zegt Kentgens in het controlecentrum, wijzend naar een glanzende installatie met het nummer 4 erop. ‘Daarmee ben ik in de jaren tachtig gepromoveerd, toen dat nog het nieuwste exemplaar was.’
Opgelucht
Het schemert als de derde kraan arriveert. Deze heeft een gewicht van 160 ton, tegenover 110 van de vorige. ‘Dat moet toch genoeg zijn?’, vraagt een wetenschapper hoopvol. Technici maken de magneetinstallatie vast en de kraanmachinist begint met takelen. Vervolgens zakt het gevaarte in het lab op een speciale ijzeren constructie. Bij de wetenschappers klinkt een zucht van verlichting. Eindelijk gelukt. Kentgens: ‘Ik had het vervelend gevonden als we de magneet vannacht buiten hadden moeten laten staan.’
De verhuizing is nu bijna klaar. Zodra de magneet door technici in orde is gemaakt, verschuift de kraan het apparaat naar de definitieve plek in het lab. Daarna moet de magneetspoel op de benodigde temperatuur van 2 graden Kelvin (-271 oC) worden gebracht. Waarschijnlijk is de installatie begin maart operationeel.