Student en eenzaam (5): ‘Aanwezigheid van buitenlanders wordt in de praktijk genegeerd’
Eenzaamheid is een groot probleem onder studenten, ook bij internationals. Het thema staat regelmatig op de agenda van beleidsmakers en de medezeggenschap, maar hoe beleven studenten het zelf? Vandaag: Evita Palma uit Letland.
Evita Palma (27) begon op de Radboud Universiteit als student Kunstmatige Intelligentie. ‘Ik woonde destijds in Arnhem – ik ben dol op reizen – en ging ik op zoek naar universiteiten in de buurt.’ In het begin vond ze het moeilijk om aansluiting te vinden bij studiegenoten. ‘Ik was de enige internationale student in mijn introductiegroep’, zegt ze. ‘En hoewel er een Engelstalig programma was, bleken veel introductie-activiteiten in het Nederlands.’
Zoals bij het ‘internationale’ weekend. Palma: ‘Daar zei de gastheer: “Er zijn hier niet veel internationals, vertaal voor hen maar dingen als het nodig is”. Ik snap waarom ze internationale studenten mengen met de Nederlandse studenten, maar er zijn nu eenmaal veel meer Nederlanders. Dat leidt ertoe dat de aanwezigheid van buitenlanders in de praktijk gewoonweg wordt genegeerd.’
In Letland gaat het er heel anders aan toe, zegt de Letse. ‘In Nederland zijn mensen er minder mee bezig dat je misschien niet van hier bent’, zegt ze. ‘Als er in Letland maar één buitenlander is in een groep van, zeg, tien mensen, dan zouden we al rekening houden met die persoon en Engels gaan spreken.’ Volgens Palma zijn studenten hier aardig en behulpzaam, maar hebben ze geen oog voor hun omgeving. ‘Er waren een paar dagen tijdens de introweek waar uren voorbijgingen zonder dat er één woord Engels werd gesproken.’
Met een Nederlandse en Duitse student raakte ze op een gegeven moment bevriend, ze vormden een kleine groep. ‘Later viel die een beetje uit elkaar. Daarna kreeg ik een depressie en ik ging niet zoveel meer uit. Het putte me teveel uit, ook al ontmoet ik graag nieuwe mensen’, zegt ze over die tijd.
Stoppen
Vanwege haar depressie lukte het niet om haar BSA te halen. Ze kreeg uitstel, maar stopte desondanks met haar studie. ‘De studieadviseur was erg behulpzaam en stimuleerde me om psychologische hulp te zoeken. Daar was ik haar heel dankbaar voor. Maar met de universiteitspsycholoog met wie ik toen mee ging praten had ik juist een heel slechte ervaring. Zij vertelde me doodleuk dat ik beter terug naar Letland kon gaan. Via een vriend kwam ik uiteindelijk bij een andere psycholoog terecht. Toen begon ik me langzaam pas beter te voelen – alhoewel ook hij mij adviseerde te stoppen met mijn studie’, voegt ze toe.
‘Het ergste is als je mensen gaat opzoeken puur omdat je maar niet alleen wilt zijn’
Ze stapte over naar bedrijfskunde. Inmiddels gaat het een stuk beter met haar. Veel vrienden heeft ze echter nog niet. ‘Ik heb nog steeds alleen die ene vriend uit mijn eerste jaar, eigenlijk’, vertelt ze schoorvoetend. ‘Het ergste is als je mensen gaat opzoeken puur omdat je maar niet alleen wilt zijn. Tijdens de introductie worden er kliekjes gevormd, daarna is het moeilijk om nog nieuwe vrienden te maken. Het leeftijdsverschil met mijn studiegenoten speelt ook mee. Er zijn veel 17-jarigen, die golfen als hobby hebben. Daar pas ik niet goed tussen.’
Zes talen
Palma verstaat Nederlands inmiddels prima, maar spreken is lastiger. Als ze in Nederland blijft, wil ze dat beter onder de knie krijgen. ‘Als internationale studenten in het buitenland studeren, blijven ze er meestal drie, vier jaar. Pas als het zo bevalt dat je langer wilt blijven, moet je de taal leren, vind ik.’ Een nieuwe taal leren is immers een hoop werk, vindt Palma, hoe geweldig het ook is. ‘Dus als je hier geen leven wilt opbouwen, heeft die taal geen zin. Ik spreek al vijf talen, dus waarom zou ik er nog een zesde bij leren waar je buiten Nederland weinig aan hebt? Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan, leren de lokale taal meestal ook niet.’
Mocht ze in Nederland blijven, dan gaat ze meer met de taal aan de slag, zegt ze. ‘Ik heb respect voor de plaats waar ik woon, en wil een deel van de samenleving zijn. Maar de universitaire omgeving is een andere dan de wereld daarbuiten. Op de campus zou het niet nodig moeten zijn dat je de taal van het land spreekt.’