Student Kenny testte de klei voor Burgers’ Zoo
Stel, je bouwt een mangrovebos na en je wilt een bodem van klei introduceren. Welke klei is dan het meest geschikt? De Nijmeegse biologiestudent Kenny Schilderman loopt stage in Burgers’ Zoo en concludeerde dat klei uit Friesland het best gebruikt kon worden in het nieuwe tropische bos.
Het Arnhemse kantoortje waar Kenny Schilderman zijn stageverslag schrijft, ligt boven het haaienverblijf. Soms helpt hij mee met de verzorging van de dieren. Al op zijn tweede dag in Koninklijke Burgers’ Zoo was hij van de partij toen de roggen werden gevoerd. Maar zijn eigenlijke werk ligt even verderop: Kenny doet onderzoek naar de klei in de net geopende Mangrove. Hij was het die concludeerde dat klei uit het Friese Kimswerd het meest geschikt zou zijn om te dienen als leefgebied voor wenk- en degenkrabben.
Kraamkamer
In de fonkelnieuwe koepelvormige hal wandelt de bioloog in spé tussen de vlinders door richting zijn werkterrein. Hij houdt halt bij een kreek met grijsachtige modder. ‘Hier wordt eb en vloed nagebootst’, zegt hij. ‘Nu is het vloed. Bij eb zie je de krabben lopen.’ Een mangrove is een ecosysteem dat je vindt in tropische kustgebieden, zoals op Bonaire en in Belize. Karakteristiek voor zo’n bos zijn bomen met luchtwortels. De mangrove is de kraamkamer van de oceaan, waar kleine visjes veilig groot kunnen worden. Burgers’ bouwde niet eerder zo’n ecosysteem na, en dus was het zoeken naar de meeste geschikte bodem, de sterkste planten en de beste dieren.
‘Bij eb zie je de krabben lopen’
‘Niet alle kleien lenen zich hiervoor’, legt Kenny uit. ‘Als je een klei hebt waar veel metalen, fosfaten of nitraten in zitten, krijg je last van algengroei. Zo’n groene laag wil je niet, dat is esthetisch niet mooi. Bovendien kun je de dieren en planten ermee vergiftigen.’
Als stagiair kreeg Kenny een half jaar geleden de opdracht om drie kleisoorten te testen. Hij ging naar Eemshaven, Holwerd en Kimswerd en schepte daar emmers vol klei, om die vervolgens luchtdicht naar Nijmegen te vervoeren. In het lab in het Huygensgebouw liet hij de klei in kokers zestien weken staan bij een mangrovetemperatuur van 24 graden. Hij voegde er zout water aan toe. ‘Dan kijk je wat er gebeurt.’ Door er monsters uit te halen, kon hij bijvoorbeeld meten hoeveel ijzer er vrij kwam.
Kenny koppelde zijn bevindingen terug naar Radboud-begeleider Tjisse van der Heide en de winnende klei kwam al snel als beste uit de bus. Deze Friese soort bleek het minste organisch materiaal te bevatten en de laag water erbovenop bleef nagenoeg schoon. De verklaring volgens Kenny: ‘Deze klei komt van een plek waar ze een paar jaar geleden een natuurgebied hebben aangelegd. De bovenste meter van de bodem, gebruikt als landbouwgrond, was afgegraven. Zo’n laag is rijk aan fosfaat. De schone kleilaag daaronder was vervolgens uitgegraven en apart gelegd.’
Een kleine tweehonder kuub Friese klei is na het onderzoek van Kenny met vrachtwagens naar Burgers’ Zoo gebracht. ‘Ik voelde wel iets van trots toen die wagens kwamen binnenrijden’, bekent Kenny. Inmiddels wandelen er dus de eerste tropische krabbetjes op. Hoe de klei zich op lange termijn ontwikkelt, blijft spannend volgens Kenny. ‘Dat is afwachten.’ Hij kan het persoonlijk in de gaten houden, want Kenny werkt ook als gids in de dierentuin. De samenwerking tussen de Radboud Universiteit en Burgers’ Zoo blijft bovendien ook na het aflopen van zijn stage bestaan.
De nieuwe Mangrove van Burgers’ Zoo ging vorige week open. Kenny’s stage zit er nu op.
Tiny Schilderman schreef op 18 juli 2017 om 10:46
Zo trots op Kenny . Goed werk geleverd.