Student maakt podcast met beroemde experts over impact van nieuwe technologie
Economiestudent Koen Smeets sprak meer dan vijftig experts over de goede en slechte kanten van nieuwe technologie. In zijn podcast vraagt hij zich af of we ons zorgen moeten maken over de nieuwe ontwikkelingen. 'Door de markt haar ding te laten doen, worden de dystopische elementen van technologie in de maatschappij alleen maar groter.'
Een alwetend algoritme, een robotversie van je overleden partner of moordlustige robotbijen. De Netflixserie Black Mirror toont de dystopische kant van nieuwe technologie. ‘Het is verontrustend hoe veel van die technologie uit de serie eigenlijk al bestaat’, zegt Koen Smeets. De ambitieuze economiestudent (23) maakte op eigen initiatief een interviewreeks over ‘disruptieve’ technologie zoals kunstmatige intelligentie, sociale media en robotica. Elke week komt een nieuwe aflevering uit als podcast.
Netwerken
‘Ik wilde een interviewserie maken die ik zelf ook had willen luisteren’, vertelt Smeets. ‘Economen zeggen vaak dat de impact van nieuwe technologie in de maatschappij meevalt. Tegelijkertijd zeggen technologen het omgekeerde: dit heeft enorm veel impact en gaat nog veel meer impact hebben. Ik kon dat niet rijmen en wilde meer weten.’
In totaal spreekt hij in zo’n vijftien panels met meer dan vijftig vooraanstaande experts met een achtergrond in de technologie, economie of sociale wetenschappen. Een diverse groep: van technologiegoeroe Andrew McAfee (niet te verwarren met John McAfee van de virusscanner), innovatie-expert Andrea Renda tot techfilosoof Charlotte Stix. Het idee van de interviewreeks is om het thema vanuit zo veel mogelijk hoeken te benaderen.
‘Door corona kon ik conferenties bezoeken waar ik normaal nooit heen had gekund’
Bijzonder is dat een 23-jarige student uit Nijmegen deze namen uit heel de wereld te spreken krijgt. Smeets vertelt dat de coronacrisis daarbij heeft geholpen. ‘Normaal vinden de meeste conferenties over technologie op de campussen van universiteiten plaats, maar het afgelopen jaar waren die bijna allemaal digitaal. Daardoor kon ik conferenties bezoeken waar ik normaal nooit heen had gekund, en daar netwerken.’ Het hielp bovendien dat de student de interviews afneemt onder de vlag van techologienetwerk Rethinking Economics NL.
Relatie met Siri
Disruptieve technologie maakt grote sprongen. De wapenindustrie beweegt richting wapens waarbij geen mensen meer nodig zijn om de trekker over te halen. Via artificial intelligence kan je met een chatbot praten alsof het je overleden partner is. En in de Verenigde Staten heeft een autistische jongen een relatie met Siri, de virtuele assistent van Apple. ‘Het doet allemaal erg denken aan de tv-serie Black Mirror’, zegt Smeets.
Zijn dit nu goede of slechte ontwikkelingen? Dat hangt volgens de student af van de situatie. ‘Zo’n chatbot kan bijvoorbeeld troost bieden, maar tegelijkertijd moet je ervoor oppassen dat mensen het contact met de echte wereld verliezen. Een ander voorbeeld is algoritmes. Die zijn van zichzelf niet bevooroordeeld, maar worden dat dankzij niet representatieve data en de blinde vlekken van programmeurs. Zo herkende fotoherkenningssoftware van Google zwarte mensen als gorilla’s, waarschijnlijk doordat het algoritme vooral getest is op witte mensen.’
Betaald per klusje
Meer nog dan technologie an sich kijkt Smeets in de interviews naar de manier waarop technologie de economie en maatschappij verandert. Als in de eerste aflevering rockstereconomen Martin Wolf (Financial Times) en Daron Acemoglu (MIT) te gast zijn, maken ze een vergelijking met de industriële revolutie in de achttiende en negentiende eeuw. Waar die uiteindelijk leidde tot betere banen en hogere salarissen, dreigt bij de nieuwe technologische revolutie juist het omgekeerde te gebeuren. ‘Óf er gaan banen verloren door automatisering, óf het werk dat overblijft is van de gig economy. Dat zijn banen waarin werknemers betaald krijgen per klusje’, weet Smeets.
Wat zijn daarvan de gevolgen?
‘Het gevolg is dat de inkomensongelijkheid enorm toeneemt. De groep hoger opgeleiden weet zichzelf wel te redden, maar de groep daaronder komt steeds meer in het nauw. In de Verenigde Staten zie je dat de deaths of despairs, waarin mensen zichzelf uit wanhoop dooddrinken, doodsnuiven of zelfmoord plegen, enorm toeneemt. Het gaat om vaak lager opgeleide Amerikanen die zeggen: er is voor mij geen plek meer in deze samenleving. Dat is enorm zorgwekkend. In Europa zie je dezelfde trend als in Amerika, maar gelukkig niet op dezelfde schaal.’
In je interviews komt een sterke link naar boven tussen de ‘nieuwe economie’ en de opkomst van populistische leiders zoals Donald Trump. Hoe zit dit?
‘Trump-aanhangers zijn boos om de juiste redenen. De politieke leiders in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland, hebben gefaald om de rijkdom van nieuwe technologie gelijk te verdelen. Dat komt niet door de technologie, maar door de politieke keuzes onder het mom van neoliberalisme die de afgelopen veertig jaar gemaakt zijn.’
Trump wilde een kleinere overheid. Is dat de oplossing?
‘Dat denk ik niet. Door vooral de markt haar ding te laten doen, worden de dystopische elementen van technologie in de maatschappij alleen maar groter. Die inkomensongelijkheid zal dan bijvoorbeeld blijven toenemen.’
Wat is dan nodig?
‘Een sterke overheid die de uitwassen in toom houdt. Europa met zijn relatief strenge marktregulering staat er daarom beter voor dan de Verenigde Staten. Tegelijkertijd moeten instanties ervoor waken de ontwikkelingen stil te leggen. Vergeet niet: er zitten ook enorm veel goede kanten aan nieuwe technologie. Niemand vindt het erg dat robots rotwerk als monotone fabrieksarbeid overnemen als er beter werk voor in de plaats komt. En door videobellen blijven we deze coronacrisis met elkaar in contact.’
‘Waar het om gaat, is dat de mensen die profiteren van de technologische vooruitgang solidair zijn met de groep die aan het kortste eind trekt. Een goede optie wat mij betreft is het invoeren van een universeel basisinkomen. Dan kunnen veel mensen de noodzaak om fulltime te werken loslaten, waardoor er lucht komt in de arbeidsmarkt. En ook voor mensen zelf heeft het voordelen. Zo kunnen werkende ouders meer tijd met hun gezin besteden.’
De podcast ‘socioeconomic consequences of disruptive technologies’ is te vinden op YouTube en op Spotify.