Met ‘Alle dagen dekken’ heeft de Brabantse groep Tegedraods een succesvolle carnavalskraker te pakken. Het nummer werd geschreven door Tijn Jans, geschiedenisstudent aan de Radboud Universiteit. ‘We wisten dat we iets goeds in handen hadden, maar dat het zo hard zou gaan, hadden we nooit durven dromen.’

Samen met twee vrienden maakt geschiedenisstudent Tijn Jans (23) al een aantal jaar carnavalsmuziek met de Brabantse groep Tegedroads. Dit jaar wilden ze een nummer maken dat echt zou aanslaan, vertelt hij. ‘Het moest dubbelzinnig zijn, iets wat bij veel andere carnavalsnummers werkt.’

Inspiratie voor carnavalskraker ‘Alle dagen dekken‘ vond Jans in de zogenaamde dakdekkersoorlog in Den Bosch, waarbij tientallen explosies plaatsvonden bij huizen en voertuigen van Brabantse dakdekkers. ‘Dat was overal in het nieuws en toen we op het woord “dekken” stuitten, dachten we: dit moet het worden.’

Hoewel het onderwerp gevoelig ligt in Brabant, koos de groep ervoor om het nummer luchtig te houden. ‘We wilden de focus leggen op de dubbele betekenis van het woord “dakdekken”, zonder de negatieve kanten van de actualiteit te benoemen.’

Die keuze bleek een schot in de roos. ‘Mensen pakken het nummer meteen op. Het is grappig en actueel tegelijk. We hebben ook wat negatieve reacties gehad, maar die kwamen voornamelijk van Limburgers’, zegt hij met een knipoog.

Strakkere tekst

Binnen twee weken bereikte het nummer op Spotify meer dan 80.000 streams en op YouTube ruim 40.000 views. ‘Die aantallen hebben we met onze eerdere nummers nooit gehaald’, zegt Jans. Hij heeft wel een idee hoe dat komt. ‘Dit jaar hebben we het professioneler aangepakt: een betere productie, een strakkere tekst en een actueel thema.’

Helemaal vlot verliep de productie overigens niet. Een carnavalsnummer maken is volgens Jans namelijk ook een test voor vriendschappen. ‘We zijn goede vrienden, maar we hebben vaak verschillende meningen,’ geeft hij toe. ‘Maar als we er onderling niet uitkomen, beslist onze producent wat het beste werkt.’

Kantelpunt

Ondanks het harde werk geniet Jans ook van de aandacht. ‘Presenteren in de klas vind ik verschrikkelijk. Optreden vond ik vroeger ook doodeng, maar nu vind ik dat juist het leukste dat er is. Ik hou van het contact met het publiek. Als mensen mee staan te springen, dan weet je: dit werkt. Dat gevoel is onbeschrijfelijk.’

Als echte carnavalsliefhebber gaat Jans ook dit jaar weer drukke dagen tegemoet. Deels op het podium, deels in de hossende menigte. Al had hij het liefst zijn hele planning vol staan met optredens. ‘Dit jaar stonden we op een kantelpunt: dit zou ons laatste nummer worden, tenzij het aansloeg. En dat heeft het gedaan, dus we gaan door’, zegt Jans met een lach. ‘Volgend jaar willen we nóg groter uitpakken.’