Studente Bobbi Strople is ‘one of the guys’ op het hoogste niveau van het ijshockey
Een vrouw in de eredivisie van het mannenijshockey? Jazeker. De Nijmeegs-Canadese Bobbi Strople, student aan de Radboud Universiteit, strijdt voor de Nijmegen Devils mee in de hoogste herencompetitie, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Een lange, strak ingevlochten staart wappert over het ijs. Achter het beschermingsmasker zijn twee gouden oorbellen zichtbaar. Wie nóg beter kijkt, herkent tussen de spijlen van de ijshockeyhelm door het gelaat van een vrouw.
Ja, er ijshockeyt een vrouw tussen de mannen bij Nijmegen Devils: de 25-jarige Nijmeegs-Canadese Bobbi Strople. En zij gaat in deze spijkerharde sport de duels net zo compromisloos aan als haar mannelijke ploeggenoten. Vrijdagavond gaat Strople in het Nijmeegse Triavium met 9-0 onderuit tegen titelkandidaat Amsterdam. Aan de rechtenstudent van de Radboud Universiteit heeft het niet gelegen.
‘Soms is het wel spannend als een man hard op me af komt schaatsen’, zegt Strople na afloop. ‘Mijn tegenstanders zijn nu eenmaal groter en steviger dan ik. Maar ik kan veel compenseren met mijn snelheid. Ik kan een beuk ontwijken en er meteen vandoor gaan met de puck.’
Blik bier
De student is even daarvoor van het ijs gestapt en loopt zonder aarzeling de kleedkamer in tussen de kerels. Strople krijgt een blik bier in haar handen gedrukt van een teamgenoot. In het Nederlandse ijshockey wordt geen onderscheid gemaakt. Vrouwen horen erbij. Als scheidsrechter, als speelster. Wie goed genoeg is, schaatst en beukt gewoon mee tussen de mannen.
Stroples verhaal is bijzonder, maar niet uniek. Tijdens trainingskampen van het Nederlands vrouwenijshockeyteam zal ze meer speelsters tegenkomen die meedraaien in de eredivisie. Met Emma Fondse had Devils eerder al een doelvrouw in de selectie.
‘IJshockeyen op een WK is mijn absolute droom’
Strople, geboren in Nijmegen, vertrok op haar zevende naar Canada, het land van haar vader én het ijshockeymekka van de wereld. Dit seizoen is ze terug voor het ijshockey. ‘Ik wil met het vrouwenteam van Oranje in april naar het wereldkampioenschap in China. Om mee te mogen doen, moet ik eerst negen maanden in Nederland hebben gespeeld. Ik weet nog niet of ik écht groen licht krijg en aan alle regels voldoe. We hebben een verzoek ingediend bij de internationale ijshockeyfederatie. IJshockeyen op een WK is mijn absolute droom.’
In Canada speelde Strople wel in vrouwenteams en -competities. In Nederland is de sport daar niet groot genoeg voor. ‘Ik wist van tevoren wat me te wachten stond tussen de mannen’, zegt ze in vloeiend Nederlands, al moet ze soms even zoeken naar de juiste woorden. ‘Het ijshockeyen gaat net wat sneller. Maar ik ben blij met de keuze die ik heb gemaakt. Bij Devils kan ik me verder ontwikkelen. Ik wil een volgende stap zetten in mijn carrière.’
Terugkeer naar Nijmegen
Ze werd de afgelopen tijd in Nijmegen opgevangen door familieleden en vrienden. Ook haar club Devils speelde daarbij een belangrijke rol. Vader Paul Strople ijshockeyde in de jaren 90 voor Nijmegen Tigers, een voorloper van Devils. Hij is een Canadees, moeder Lizeth een Nijmeegse.
‘Ik heb eerst alles rondom het ijshockey geregeld, daarna pas de rest’
‘Er zijn nu ijshockeyers in mijn team die mijn vader nog kennen van vroeger. Ook omdat hij bondscoach is geweest. Toen ik als 7-jarig meisje naar Canada verhuisde, was ik verdrietig. Ik nam me voor om ooit terug te keren naar Nijmegen. Naar de plek waar ik heb leren schaatsen. Dat moment is gekomen.’
Op de Radboud Universiteit is ze begonnen aan een studie rechten. ‘Ik voel me thuis in Nijmegen, heb al veel vrienden gemaakt.’ Maar het ijshockey blijft leidend. Strople zet alles op alles om het WK te halen en hoopt met Oranje te promoveren naar een hogere divisie. ‘Ik heb in Nijmegen eerst alles rondom het ijshockey geregeld, daarna pas de rest. IJshockey is mijn leven. Ik presteer steeds beter, al moet ik wel meer gaan scoren.’
Dit verhaal van Guus Daamen verscheen eerder in De Gelderlander.