Studente Guyana Zijl werd dakloos door een ander te helpen, nu denkt ze ook aan zichzelf
Studente Guyana Zijl zorgde een tijdlang beter voor anderen dan voor zichzelf. Ze raakte dakloos en kreeg later een burn-out. Inmiddels doet ze, naast haar studie, onderzoek naar hoe mensen betekenis geven aan UFO’s.
Bij de Opening van het Academische Jaar gaf Guyana Zijl (32) een zeer persoonlijke speech die veel indruk maakte. Maanden later krijgt ze nog steeds reacties op haar toespraak in De Vereeniging, vertelt ze in de skylounge van het Erasmusgebouw. ‘Veel mensen die ik nog niet zo heel lang ken, wisten niet wat ik allemaal had meegemaakt. Tja, zoiets staat niet op je voorhoofd geschreven.’
De studente Religie, Politiek en Samenleving herinnert zich dat het tijdens haar speech muisstil werd in de zaal. ‘Ik hoorde mensen hun adem inhouden. Het kwam aan. Maar ik bracht mijn verhaal ook met een lach en een grap. Ik heb dan wel een zware periode gehad, niemand heeft er iets aan als ik daarover vertel met een frons en een traan. Het is ook een succesverhaal.’
Enorme schulden
Die zware periode begon toen ze een relatie had met een man die ernstig ziek werd. Twee jaar zorgde Zijl intensief voor hem en op een gegeven moment emigreerden ze samen naar Sint Maarten, zijn land van herkomst. Eenmaal aan de betere hand werd ze door de man aan de kant gezet.
Terug in Nederland had Zijl enorme schulden doordat ze zijn rekeningen voorrang had gegeven. Ze raakte dakloos. Dit betekende niet dat ze op straat rondzwierf. ‘Ik ken veel mensen, dus ik kon steeds bij iemand anders slapen. Maar ik had geen adres bij de gemeente. Het was heel stressvol om te leven zonder de zekerheid van een dak boven je hoofd.’
Bij haar ouders intrekken was geen optie. ‘Als ik me op hun adres inschrijf, worden zij gekort op hun uitkering.’ Ze belandde tussen wal en schip, zoals veel dakloze jongeren. ‘Je krijgt pas werk als je een woonadres hebt en je hebt pas een woonadres als je de huur kunt betalen.’
‘Mama bear instinct’
Ondertussen kreeg ze een nieuwe relatie met een man die ook van Sint Maarten kwam. ‘Ja, twee keer een man van dat kleine eiland. Hoe groot is die kans.’ Deze man had een kamer in Parijs, maar verbleef op verschillende plekken in Europa vanwege ‘een ietwat naïeve artistieke passie’, zoals Zijl het noemt. Hij was gescheiden en had op Sint Maarten een 10-jarige zoon. Door de orkaan Irma werd deze jongen dakloos. ‘Het “mama bear instinct” kwam in me op en ik vond in Nederland heel snel een huis voor die jongen. Zo gaat dat: voor een ander lukt het me, het motiveert me meer dan wanneer ik het voor mezelf moet doen.’
Door bij dit kind te gaan wonen en voor hem te zorgen, kreeg zij ook een dak boven haar hoofd. ‘Ik had iets om me op te focussen, het was een goede afleiding na mijn dakloze periode.’ Na acht maanden ontdekte ze dat zijn vader een heel ander leven leidde in Parijs. Ze verbrak de relatie, nam contact op met de moeder van het kind, woonachtig op Sint Maarten, en vervolgens kon de jongen bij zijn moeder terecht.
Ze vertelt het allemaal op lichte toon. Af en toe lacht ze. ‘Ik kom altijd vrolijk over’, zegt ze daarover. Maar dat was ze in die moeilijke tijd natuurlijk niet. ‘Toen was het een masker, nu is het oprecht.’
Eenmaal weer alleen drong het tot Zijl door dat als ze nu eerst voor zichzelf moest kiezen, al was dat geen makkelijke opdracht. Om het hoofd boven water te houden, moest ze hard werken. Naast de hbo-studie Theologie maakte ze veel uren voor PostNL en in de horeca, tot ze een burn-out kreeg. ‘Ik trok aan de bel bij mijn toenmalige school Windesheim en zei dat ik mijn opleiding niet af kon maken. Zij hebben toen een fonds aangeschreven, waardoor ik toch kon blijven studeren.’
Kerstboodschap
Dankzij het geloof heeft ze zich door die zware periode heen geslagen, vertelt ze. ‘Tien jaar geleden liet ik me dopen bij de Evangelische Gemeente. Twee dagen daarna kwam de kankerdiagnose van mijn partner. Ik dacht toen: hierom ben ik gedoopt, er komt een tijd aan dat ik dit nodig heb. Achteraf bleken dat vijf moeilijke jaren te zijn. Zonder mijn geloof was ik echt gek geworden.’ Ze is even stil en moet dan lachen. ‘Zo hé, dat is een kerstboodschap!’
‘Daklozen willen ook gezien en gehoord worden’
Zijl is niet gelovig opgevoed, wel zat ze op een katholieke basisschool in Deventer. ‘Die school was niet heel streng, maar er werd wel gebeden voor het eten. Tegen wie praten we eigenlijk als we bidden?, vroeg ik me af.’ Zo ontstond haar interesse voor het geloof. ‘Op een gegeven moment had ik het gevoel dat iemand me hoorde en ik dacht: als dat God wordt genoemd, dan geloof ik daarin. Het is een fijn gevoel om gezien en gehoord te worden. Daklozen willen dat ook: gezien en gehoord worden.’
Hoewel ze zich bij de Evangelische Gemeente liet dopen, is ze geen lid van die gemeenschap. Ook niet van een andere kerk. ‘Ik voel me overal thuis, maar evengoed een vreemdeling. Ik heb geproefd aan alle geloofsgemeenschappen, maar uiteindelijk de keuze gemaakt om geen keuze te maken.’ Haar huidige vriend heeft niets met het geloof. ‘Ik beschouw het geloof als een individueel proces. Ik zal niemand forceren om mee te doen, want daar wordt het alleen maar een toneelstuk van.’
Instabiele thuissituatie
Over haar jeugd wil ze liever niet veel kwijt. ‘Er was een instabiele thuissituatie, maar mijn ouders komen ook ergens vandaan en dat verhaal is van hun.’ Wel kan ze iets zeggen over haar schooltijd. Op de middelbare school ging het niet lekker. Ze zat in een havo/vwo-klas, maar ging naar vmbo-t en maakte verschillende mbo-studies niet af. ‘Ik vond alles interessant, maar ik zag het meer als hobby’s.’ Na enkele zelfstudies deed ze de 21+ toets en besloot ze zich aan te melden voor de hbo-studie Theologie. ‘Vanaf het eerste jaar wist ik: dit is het.’
Na het hbo wilde ze verder studeren en kwam bij Religie, Politiek en Maatschappij uit. ‘De wetenschap trok aan mij. Ik ben al veel leuke mensen tegengekomen. Geen geitenwollensokken types, maar coole mensen. De opleiding is ook een goede manier om met mijn grote onzekerheid om te gaan.’
Daarmee doelt ze op het imposter syndroom: het idee dat je denkt niet over de juiste kwaliteiten te beschikken, terwijl je wel competent bent. ‘Ik vind de meest rare dingen interessant, maar mijn medestudenten en docenten laten merken dat die gekke mind van mij hier thuishoort.’
UFO’s
Voor de Honours Academy doet Zijl onderzoek naar hoe mensen denken over UFO’s. ‘Ik vind het geen kwestie van geloven in UFO’s of niet. Het bestaat, in die zin dat mensen constant dingen in de lucht waarnemen. Wetenschappers noemen het tegenwoordig UAP: Unidentified Anomalous Phenomena. Mijn vraag is vooral wat voor betekenis de waarnemers geven aan wat ze zien. Door alle sciencefictionverhalen denkt iedereen meteen aan buitenaardse wezens, maar er zijn bestaan tal van theorieën, zoals het idee van het inter-dimensionele, van tijdreizigers en van het materialiseren van het bewustzijn. Het bewustzijn speelt een grote rol in al die theorieën.’
Wat ze aan het onderzoek heeft toe te voegen, is dat ze niks uitsluit. ‘Alle verhalen zijn even waardevol. Het is niet aan mij om daar een oordeel over te vellen. We geven allemaal betekenis op onze eigen manier en een betekenis is altijd waar.’
Poten in de klei
Luisteren naar anderen past helemaal bij waarvoor ze op Windesheim is opgeleid: geestelijk verzorger, een professional die begeleiding, hulp en advies geeft aan mensen met levensvragen. Dat is iets wat ze nooit los zal laten. Zijl wil nog twee masters gaan doen, maar haar verdere leven zal niet alleen om de wetenschap draaien. ‘Ik heb te veel meegemaakt om niet tussen de mensen te staan, met de poten in de klei.’
Bovendien heeft ze gemerkt dat haar verhaal van betekenis kan zijn. ‘Tijdens een stage bij het straatpastoraat in Amsterdam zei een jonge, dakloze vrouw een keer tegen mij: “Maar jij bent met de gouden lepel in de mond geboren”. Toen vertelde ik dat ik twee jaar daarvoor zelf dakloos was. Ze keek heel anders naar me en wilde natuurlijk weten hoe ik dat gedaan had. Mijn verhaal geeft hoop.’
‘Ik laat niet meer met me sollen’
Zijl droomt ervan om ooit als geestelijk verzorger iets op te starten in haar woonplaats Deventer. In samenwerking met het Leger des Heils, de verslavingszorg en de GGZ. ‘Mijn beste vriendin doet social work. Samen kunnen we iets moois maken. Ik luister vooral, zij kan de mensen verder helpen.’
Maar eerst zet ze haar studie en onderzoekswerk tijdelijk op pauze, want ze is zes maanden zwanger. Ook gaat ze binnenkort trouwen. Lachend: ‘Ik heb nu echt een heel goede relatie. Deze man kan prima voor zichzelf zorgen. We wonen in een leuke gezinswoning met drie slaapkamers, een ruime zolder en een mooie voor- en achtertuin.’ Ze is veranderd, mede dankzij therapie. ‘Ik ben dan wel heel zacht en empathisch, maar ik laat niet meer met me sollen.’