Studenten Aaron en Arjen hebben een bijbaan bij het leger
Als student volwaardig meedraaien als medewerker van Defensie, naast je opleiding. Dat doen zo’n 200 studenten in Nederland. Nijmegenaren Aaron en Arjen zijn twee van hen. ‘Ik wil heel concreet bijdragen aan veiligheid.’
Met een geweer leren schieten, overleven in het bos, of zelfs je parachutebrevet halen. Niet echt doorsnee activiteiten die je verwacht van een bijbaan naast je studie. Toch was het verplichte kost voor studenten Aaron (22) en Arjen (21) toen ze begonnen als werkstudent bij het Ministerie van Defensie.
Zo’n 200 studenten in Nederland werken momenteel bij Defensity College, een speciaal studentenprogramma van het leger dat sinds 2016 bestaat. Het merendeel van de deelnemers woont in de Randstad – Aaron en Arjen zijn een van de eersten vanuit de Radboud Universiteit. We noemen alleen hun voornamen, omdat het volgens de communicatieafdeling van de krijgsmacht in de toekomst ‘vervelend’ voor hen kan zijn als hun ‘volledige naam gekoppeld wordt aan het militaire beroep’.
Camouflagekleding
Over defensie bestaan een hoop vooroordelen, vertellen de twee via Zoom, en dat vinden ze zonde. Aaron, die bestuurskunde studeert: ‘Ik dacht ook altijd, dat is een wereld van oe-aa roepen in camouflagekleding in het bos, maar het is veel meer dan dat. Achter elke soldaat op missie, staan wel twintig anderen: van ict-ers tot juristen en beleidsmakers’.
En op die plekken komen de studenten van pas. Als werkstudent draaien Aaron en Arjen twee dagen per week mee als volwaardige medewerkers, mét bijbehorende militaire rang. Korporaal Arjen werkt momenteel op vliegbasis Eindhoven, waar vliegtuigen staan die door zes landen gedeeld worden. ‘Aan de inzetbaarheid daarvan zitten allerlei interessante internationale juridische aspecten, zoals rond aansprakelijkheid.’
Aaron werkt bij een beleidsafdeling die onder andere een registratiesysteem ontwerpt voor stikstofuitstoot. Hij is ook korporaal, maar mag zijn uniform nog niet dragen, omdat hij de verplichte basisopleiding nog moet afronden. ‘Die zou deze week eigenlijk beginnen, maar is helaas twee weken uitgesteld vanwege corona.’ In die veertiendaagse opleiding leren de studenten alle basistechnieken die elke militair moet beheersen – van aanspreekvormen tot schietoefeningen. Aaron: ‘Uiteindelijk ben je reservist, en volwaardig lid van de defensieorganisatie, tot je bent afgestudeerd.’
Last resort
Voor het leger zijn militair werkstudenten erg welkom, zegt majoor Alfred van der Klis. Vijf jaar geleden zette hij Defensity College op met collega’s. ‘Studenten brengen analytische en vakinhoudelijke bagage mee vanuit hun opleiding’, vertelt hij aan de telefoon. ‘Tegelijkertijd krijgen ze de kans allerlei vaardigheden te ontwikkelen.’
Het belangrijkste doel van het programma is om de verbinding tussen Defensie en de maatschappij te versterken, zegt de majoor. ‘Sinds de Koude Oorlog voorbij is en de dienstplicht is opgeschort, hebben we een ander perspectief op veiligheid gekregen in Nederland. We wanen ons zonder gevaar en vrij. Om vrijheid te waarborgen heb je echter wel een leger nodig, als last resort. Nederland zwaait graag met mensenrechtenverdragen, maar daarmee verdedig nog niet je land.’
‘Ik wil niet dat Nederland ooit in een oorlogssituatie als Syrië terecht komt’
Studenten Aaron en Arjen kijken er ook zo tegenaan, zeggen ze. Ze zien hun werk bij Defensity College als een uiting van maatschappelijke betrokkenheid. Toen Aaron na zijn eindexamen afgewezen werd bij de Toneelschool, ging hij voor een tussenjaar naar Berlijn. Daar gaf hij Duitse les aan Syrische vluchtelingen. ‘Hun ervaringen maakten een diepe indruk op mij. Ik wil niet dat Nederland ooit in zo’n oorlogssituatie terecht komt. Een sterke overheid helpt daarbij – daarom ben ik bestuurskunde gaan studeren – maar de krijgsmacht ook.’
Ook Arjen ziet Defensity College als een fijne aanvulling op zijn opleiding, Staats- en Bestuursrecht. ‘Zo kan ik heel concreet bijdragen aan veiligheid. Ik wil graag nu al iets terugdoen voor de maatschappij.’
Heftig voorval
Bij Defensity College zijn studenten van alle opleidingen welkom, dat betekent echter niet dat het programma weggelegd is voor elke student, zeggen de twee. Motivatie is het belangrijkste criterium. Aaron: ‘Je moet door een intensieve selectieprocedure. Daar word je niet alleen fysiek gekeurd, maar ook psychologisch. Bij mij vroegen ze bijvoorbeeld best veel door op een wat heftiger voorval uit mijn studententijd.’
Die strenge selectie (19 van elke 20 kandidaten vallen af) is niet voor niets, vult majoor Van der Klis aan. Je wilt evenwichtige mensen aannemen, zegt hij. ‘Teamwerk is heel belangrijk, net als leiderschap en doorzettingsvermogen. Je moet leren vertrouwen op mensen die niet je vrienden zijn. En – in extremis natuurlijk – moet je bereid zijn je leven voor hen te geven.’
‘Mensen leren zich kwetsbaar opstellen’
Tijdens de selectie en trainingen levert dat soms confronterende situaties op. ‘Mensen leren zich kwetsbaar opstellen, en dat is niet iedereen gewend. Op elke actie wordt gereflecteerd. Was je niet teveel gericht op je eigen prestatie, in plaats van die van het team, bijvoorbeeld?’ Dan komen soms dingen langs waarop een taboe heerst, zegt hij, zoals overachieven, maar ook pesten en faalangst. ‘Dat kan heftig zijn, maar het maakt je ook weerbaarder en een betere leider, die bewust is van wat er speelt onder zijn of haar mensen. Daar heb je in het gewone leven ook veel aan.’
Het gaat bij Defensie om meer dan alleen intelligentie, wil Van der Klis maar zeggen. Evenmin is het programma voor studenten bedoeld om zieltjes te winnen voor een militaire carrière. ‘Na je afstuderen kun je eventueel doorgaan in een andere functie binnen Defensie, maar dat is helemaal vrijblijvend. Waar het ons om gaat is dat de waarden die studenten meekrijgen bij Defensie de samenleving een beetje beter helpen maken.’
Reservist kl schreef op 5 maart 2021 om 00:43
Sorry maar dit artikel is geeft geen realistisch beeld, mensen bij defensity college zijn veel dingen maar zeker geen volwaardig militair. Zelfs geen basis militair. Die basis opleiding is niet alle basisvaardigheden die je als militair moet hebben. Ze doen ook helemaal geen “groene” werkzaamheden (de naam voor militaire taken binnen defensie). Het is een twee weekse vakantie met schietles. Super leuk en leerzaam maar het echte militaire leerproces begint bij plaatsing binnen een militaire eenheid en dat mist defensity college. Uiteindelijk leren deze mensen veel van defensie maar weinig van militair zijn.
Verder is het jammer dat er weer geen aandacht is voor de optie om meer militaire zaken te doen bij defensie als student. Je kunt namelijk ook reservist worden bij het korps nationale reserve met als taak bewaken en beveiligen. Hierbij ga je de volledige militaire basisvaardigheden leren beheersen, en je binnen de landsgrenzen de krijgsmacht en civiele autoriteiten gaat ondersteunen met veldwerk op het gebied van veiligheid.
Reservist KMR schreef op 5 maart 2021 om 12:14
Zit je zelf bij Defensity College dat je dit allemaal zo goed weet? Defensity College studenten/militairen volgen precies dezelfde opleiding als reservisten van de NATRES, KMR en GLR (ze mogen met de AMO van alle onderdelen meedoen) met tig mogelijkheden om de ‘groene werkzaamheden’ verder te ontwikkelen. Daarmee zou je dus eigenlijk zeggen dat bij het korps nationale reserve ook geen volwaardige militairen zitten. Daar kan ik me niet in vinden: bij beide programma’s zitten wat mij betreft volwaardige reservisten. Daarnaast draait het DC programma ook niet om alleen dat ‘groene’ gedeelte, wat wel meer bij de NATRES het geval is, maar om de werkplek en het ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten. De studenten zijn dan ook aspirant-officier en zijn gewoon wat meer met hun hoofd bezig dan met hun handen.
Adjudant DC schreef op 5 maart 2021 om 16:23
Beste reservist KL,
Ik wil je graag uitnodigen om eens te komen kijken bij de AMO die onze militair werkstudenten volgen samen met de Natres trouwens. Dan zie je met eigen ogen dat de gehele opleiding precies hetzelfde is. Ook de militair werkstudent moet elk jaar de eisen halen m.b.t. MBV en DCP. Commentaar mag je altijd geven maar vertel gewoon de waarheid. Wat betreft ” groene werkzaamheden” ,ook dat doen de studenten. Niet allemaal omdat het wat werkplek natuurlijk verschilt. Dus kom op en kom kijken en dan willen we jou graag meenemen in de wereld die Defensity College heet. Hartelijke groet, Defensity College Adjudant.
K schreef op 12 maart 2021 om 21:08
Een artikel is altijd bedoeld om te prikkelen en te verleiden tot lezen en dat doet dit artikel dan ook natuurlijk. Net zoals bovenstaande reacties.
Als voormalig reservist en huidig beroepsmilitair denk ik dat ik enig recht van spreken kan hebben op dit onderwerp en deel ik graag mijn observaties:
Voor de auteur: soldaat is een stand, beter is om de benaming militair te gebruiken en een foto van een aanvalshelicopter die bij het Franse leger in gebruik is, prikkelt misschien, maar past niet helemaal als afbeelding bij dit artikel..
Dan over de inhoud; overleven in het bos; ik denk dat dat wel meevalt; een paar dagen op bivak met gevechtsrantsoenen is niet overleven maar wel goed om af te leren zien en gewenst gedrag na een gebrek aan slaap, privacy en regen of kou in een groep te doorzien. Je beseft dan beter hoe je reageert in omstandigheden waar het tegenzit, hoe anderen reageren en wie beschikt over doorzettingsvermogen en discipline. Altijd waardevol.
Een parachutebrevet (static line) halen zal vast een optie zijn; dat wordt voor reservisten (tegen betaling) vaker aangeboden; mooie kans op vorming en het onder ogen komen van eigen angsten.
Maar verplichte kost? Dat gaat wat ver.. Net zoals de zin dat je in extremis bereid moet zijn je leven te geven. Het klinkt heroisch, maar als werkstudent (bewust ook geen reservist) ga je niet op uitzending. Als reservist kun je je hier vrijwillig voor opgeven, maar zul je vooral op het kamp blijven (uitzonderingen daargelaten) en volgt er een maandenlange opwerkperiode (net zoals bij beroepsmilitairen) om je voor te bereiden op die uitzending.
Met DC wordt een brug geslagen tussen het potentieel van studenten en de kracht van Defensie als opleidingsinstituut en uitvoerende organisatie. De studenten kunnen met kennis bijdragen op deelaspecten en kunnen van Defensie vaardigheden leren waar je later altijd iets aan hebt.
Als ik terugkijk denk ik dat de combinatie van een individualistische universitaire opleiding en het teamaspect van de langdurige opleidingen bij Defensie ontzettend waardevol zijn. Voordat je mensen mag leiden moet je eerst leren dienen en jezelf ondergeschikt maken aan 1) de opdracht en 2) het team.
Ik heb mijn twijfels of het leidinggevende aspect van DC zoals dat hier benoemd wordt voldoende tot uiting komt. Wel lees ik dat er voldoende aandacht is voor zelfleiderschap, maar dat is maar een onderdeel van leidinggeven.
DC studenten krijgen op basis van hun studievoortgang en ik geloof een soort van takenboek een rang. DIt loopt op tot vaandrig of kornet. Dat is nog steeds geen officiersrang. Ik geloof best dat de betaling wellicht gelijk is aan cadet-korporaal of sergeant, maar aspirant officier gaat hier wat ver. Dat vereist een fysieke, medische en psychologiche keuring, in het voor de functie vereiste cluster qua zwaarte, een relevante vooropleiding en een selectie door een aanstellingscommisie van subalterne- en hoofdofficieren na briefselectie, waardoor ongeveer 10% opleidbaar (!) wordt geacht. Gedurende de opleiding zijn er nog genoeg uitvallers.
Net zoals de opleiding tot reservist is DC mijns inziens een goede kennismaking met Defensie, maar in deeltijd en op bepaalde aspecten. Bij de NATRES meer gericht op operationele uitvoering en bij DC meer op gericht op de kennis die de student meeneemt en die toepasbaar is op een project of beleidsvraagstuk. En dat is prima.
De 14 dagen AMO biedt een basis maar valt niet te vergelijken met een opleiding tot beroepsmilitair. Niet in zwaarte, niet in duur en niet in inhoud. In twee weken wordt je simpelweg geen leidinggevend officier.
En ik vind dat die groep beroepsmilitairen (bijvoorbeeld cadetten die een universitaire officiersopleiding volgen) tekort gedaan wordt als dit vergelijk getrokken wordt; een sergeant in de opleiding wees mij eens op het belang van het uniform; dat moet je verdienen. En met alle respect voor de basisvaardigheden in een twee-weekse AMO, dat is niet verdienen. Je moet je ervan bewust zijn dat die vlag op je mouw ergens voor staat, mensen op straat en (reserve)militairen onderling verwachtingen hebben van een uniform en een rang, en dat ook mogen verwachten van de drager! En dat je elke dag dat je je uniform aantrekt moet bewijzen, in daden, houding en gedrag dat je het uniform nog steeds waard bent!
Concluderend denk ik dat een initiatief zoals DC een goede manier is om studenten vaardigheden te leren die ze niet op de universiteit leren, respect te krijgen voor de mensen die een fulltime keuze maken om dit werk te doen en ook in hun latere werkzame leven (al dan niet bij Defensie; via een traineeship, een specialistenopleiding of verkorte officiersopleiding) een ambassadeursrol te kunnen vervullen door uit te dragen dat Defensie een vormende organisatie is met waarden en normen en het maatschappelijk belang ervan kunnen blijven ondersteunen. En door de functie die ze als werktstudent vervullen kennis te delen die ze opgedaan hebben tijdens hun studie of door kritische vragen te stellen andere collega’s te prikkelen na te denken over waarom sommige dingen zo gaan.
DC vereist acceptatie van alle collega’s van Defensie voor dit mooie initiatief en wederzijds respect en begrip voor elkaars rol, functie en taak in het geheel. Want dat kan juist ontzettend stimulerend en versterkend werken. Dus voor alle studenten die overwegen iets te doen bij Defensie; er zijn voldoende opties: het initiatief ligt bij jou!