Het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR), dat de Radboud Universiteit coördineert, wordt in haar voortbestaan bedreigd. ‘Onze studenten zijn hier de dupe van’, reageert hoogleraar Islamstudies Karin van Nieuwkerk.

Onderwijsminister Jet Bussemaker schrapt 200 miljoen euro aan subsidies op onderwijs en wetenschap. In Nijmegen betekent dat een forse aderlating voor het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. Het verliest twee derde van de subsidie. Maar het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) heeft na 2015 helemaal geen inkomsten meer als het aan Bussemaker ligt. ‘De subsidie van OCW is onze enige inkomstenbron’, laat directeur Jan Hoogland weten vanuit Rabat. ‘En daarmee wordt het voortbestaan van ons instituut serieus bedreigd.’ Cursussen Het NIMAR heeft als taak de samenwerking en uitwisseling in het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek tussen Nederland en Marokko te bevorderen. Bijvoorbeeld door het bemiddelen bij stages en de opzet van onderzoeksprogramma’s. Medewerkers van het NIMAR hebben veel kennis van de Marokkaanse samenleving en kunnen studenten en onderzoekers helpen bij het leggen van contact. Ook geven ze cursussen op het gebied van de Marokkaanse taal en cultuur. Als het NIMAR er straks niet meer zou zijn, wordt het een stuk lastiger om in Marokko onderwijs te volgen of onderzoek te doen. Zeker voor studenten Islamstudies zou dat een groot gemis zijn, zegt hoogleraar Islamstudies Karin van Nieuwkerk. ‘Wat heel belangrijk is voor ons onderwijsprogramma is de buitenlandminor. Studenten krijgen daarbij de mogelijkheid om aan het Nederlands Instituut in Rabat of in Caïro een extra cursus Arabische taalverwerving te volgen. Sinds we met onze opleiding niet meer onder de letterenfaculteit vallen maar onder religiewetenschappen, moeten we extra zorgen dat de taalverwerving van onze studenten op peil blijft.’ Maar ook andere studenten zijn de dupe als het NIMAR moet stoppen. Ook van faculteiten als sociale wetenschappen en managementwetenschappen komen studenten naar het instituut. En niet alleen vanuit Nijmegen. Het NIMAR is een voorpost van alle Nederlandse universiteiten. Het instituut in Marokko is bovendien een stabiele pijler gebleken. ‘Toen Nederlandse studenten vanwege onlusten de instituten in Caïro en Syrië moesten verlaten, werden ze in Rabat met open armen ontvangen.’ Hoogland heeft volgende week een bezoek aan Nederland ingelast. Hij gaat in ieder geval om tafel met het college van bestuur, het International Office in Nijmegen en een ambtenaar van het ministerie van OCW. ‘Ik wil het gaan hebben over mogelijke vormen van actie en mogelijke oplossingen. Ik ben alle opties aan het bekijken.’ / Martine Zuidweg