Massale toestroom bij rechten noopt tot maatregelen
Met ruim 700 is het aantal eerstejaars bij rechten dit jaar zo groot, dat de grootste collegezaal van de campus niet voldoet. De faculteit zet extra zalen en werkgroepen in om de onverwacht toegenomen instroom het hoofd te bieden.
Het Grotiusgebouw, maandagochtend tegen half elf. In zaal GR 0.100 begint over een paar minuten het hoorcollege van het eerstejaars vak Inleiding tot de Rechtsgeleerdheid. Een aantal rechtenstudenten maakt rechtsomkeert bij het naderen van de collegezaal: de ruimte – met 485 zitplaatsen de grootste op de campus – is vol. De eerstejaars haasten zich naar 1.176, een verdieping hoger. In dat lokaal is het college van hoogleraar Roel Schutgens ook te volgen – via een videoverbinding. Het is een van de oplossingen die de opleiding heeft bedacht om het grote aantal eerstejaars het hoofd te bieden.
Er zijn dit jaar meer eerstejaars bij rechten dan ooit: ruim 700. Daar had de opleiding niet op gerekend, vertelt de vice-decaan onderwijs, hoogleraar Europees Recht Johan van de Gronden. ‘Op basis van de vooraanmeldingscijfers in mei gingen we er nog vanuit dat we niet veel meer inschrijvingen zouden hebben dan vorig jaar. Pas eind augustus was duidelijk dat er juist veel meer kwamen.’
Extra docenten
En dat betekent kunst- en vliegwerk. Naast extra zaalruimte voor de hoorcolleges zijn er bijvoorbeeld ook extra werkgroepen nodig om alle leerstof in kleine gezelschappen te behandelen. ‘Docenten krijgen nu meer van deze groepen onder hun hoede’, aldus Van de Gronden. De werkdruk voor de docenten neemt hierdoor toe.’
De instroom vertaalt zich niet 1-2-3 in extra geld om docenten aan te trekken, legt de hoogleraar Europees Recht uit. ‘Voor de financiering van onderwijs kijkt de overheid naar studentenaantallen van twee jaar geleden.’ Wel heeft de faculteit de afgelopen tijd extra docenten aangenomen vanwege de financiële doorwerkingen van de groei in eerdere jaren.
Bewuste keuze
Naar de oorzaak van de toename is het gissen. Van de Gronden: ‘We zien al jaren een stijgende lijn in het aantal eerstejaars. In de Studiekeuzegids worden we steevast zeer goed beoordeeld, en ons onderwijs is persoonlijk ingericht, met kleine werkgroepen. Dat zou een rol kunnen spelen.’
‘Een numerus fixus gaat tegen het karakter van onze opleiding in’
Dat niet alle eerstejaars in één zaal passen is natuurlijk niet ideaal. Hoe nu verder? Een numerus fixus komt er in ieder geval niet, onderstreept Van de Gronden. ‘Dat gaat tegen het karakter van onze opleiding in, vinden wij. Rechten behoort breed toegankelijk te zijn.’
De faculteit wil de instroom via andere manieren beteugelen. Zo wordt scholieren bij voorlichtingsactiviteiten op het hart gedrukt dat een studie rechten een bewuste keuze moet zijn, en geen keuze uit twijfel. Van de Gronden: ‘We verwachten veel van studenten, ook op analytisch gebied’.
Ook zet de opleiding de studiekeuzecheck in. ‘Als studenten bijvoorbeeld aangeven dat ze weinig met Nederlands hebben, nodigen we ze uit voor een gesprek. Taal is het belangrijkste instrument voor een jurist.’
Hbo-instromers
Ten slotte zijn er sinds kort ook strengere eisen voor instromers met een hbo-propedeuse, omdat ze gemiddeld gesproken langer over hun bachelor doen of vaker uitvallen dan reguliere studenten. Hbo-instromers moeten voortaan hun propedeuse op de hogeschool binnen één jaar behaald hebben om aan de academische rechtenstudie te beginnen. Was hun vooropleiding niet juridisch van aard, dan moeten ze daarnaast een zeven gemiddeld hebben gehaald.
Die eisen kunnen ook een dempend effect op de instroom hebben, beaamt Van de Gronden, maar dat is niet het doel van de maatregel. De faculteit wil hiermee het niveau van de hbo-instromers verbeteren. ‘Dat past ook bij de vernieuwde onderwijsvisie.’
Op de lange termijn verwacht de faculteit dat het aantal eerstejaars zal stabiliseren. Van de Gronden: ‘Ons natuurlijk maximum komt in beeld. Dat schatten we in op basis van de demografische ontwikkelingen in de gebieden waar de meeste van onze studenten vandaan komen: de regio Arnhem-Nijmegen, Oost-Brabant, Limburg en de Achterhoek.’
Medezeggenschap houdt instroom in de gaten
Ook de Onderdeelcommissie (OC) van Rechten volgt de studentenaantallen nauwlettend, zegt Vincent van Hoof, vicevoorzitter van de OC en universitair docent Rechtsgeschiedenis. ‘We hebben het faculteitsbestuur erop gewezen dat het grip op de instroom moet houden. De kwaliteit van onze opleiding schuilt er juist in dat we kleinschalig onderwijs bieden. Veel docenten kennen bijvoorbeeld de namen van de studenten uit hun werkgroepen. Dat kan nu onder druk komen te staan. Dat ziet het faculteitsbestuur ook, het overleg verloopt in goede harmonie. We verwachten dat de getroffen maatregelen adequaat zijn.’