Het mini-leger van Carolus Magnus
Als ze klein zijn, willen veel jongetjes soldaat worden. Sommige Carolingers komen er heel dichtbij: zij zijn aangesloten bij studentenweerbaarheid Het Vendel en mogen bij defilés en ceremoniële herdenkingen samen optrekken met het leger. Schieten doen ze alleen tijdens oefeningen en wedstrijden.
Den Haag, september 2014. Student en Carolinger Nanne Kusters staat in de houding op het Binnenhof. Een kleine zeven uur lang moet hij zo blijven staan, in een oneindig lange rij met militairen. Tot de Gouden Koets voorbij is. ‘Het was heel intensief’, vertelt hij. ‘Zeven uur is echt lang.’
‘Ik vind schieten ontzettend mooi’
Nu is het maart 2017 en zit Kusters met twee kameraden in de gemeenschappelijke ruimte van wooncomplex Sterrenbos. Samen halen ze herinneringen op. Wat hebben ze allemaal gedaan met de kleine, onbekende legereenheid waarvan ze deel uitmaken? Meestal vertellen ze journalisten niet over de Nijmeegsche Studenten Schiet Vereeniging Het Vendel, de studentenweerbaarheid van Carolus Magnus. Vandaag wel. En dat doen ze in uniform, compleet met zwarte legerkisten en een fles jenever op tafel. Die jenever bij een vergadering is traditie, zoals zo veel dingen binnen Het Vendel traditie zijn. ‘Jullie ook een glaasje?’, vraagt president Milán Payan Witteveen.
De studentenweerbaarheden gaan terug tot 1665 en hielpen in vroeger tijden mee bij de verdediging van een stad. Het Vendel in Nijmegen bestaat sinds 1931. Momenteel is het voornamelijk een vereniging waar studenten met militaire interesse een kijkje kunnen nemen in de keuken van Defensie. Ze doen mee aan schietwedstrijden, workshops en simulaties en zijn aanwezig bij ceremoniële herdenkingen en defilés.
The lads with the ties
Een jaarlijkse traditie is deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse. Uitgezwaaid door beschonken Carolingers, vertrekken ze voor dag en dauw zingend vanaf de Wedren om de militaire veertig kilometer te lopen. Ze slapen die week tussen ruim vijfduizend militairen uit de hele wereld op gelegenheidslegerkamp Heumensoord achter de Radboud Universiteit. Payan Witteveen vertelt hoe dat eraan toegaat: ‘Als we het kamp binnenkomen, doen we altijd een dansje. Ieder detachement doet iets unieks: de Duitsers adten bijvoorbeeld altijd meteen een halve liter bier.’
De heren van Het Vendel zetten bij aankomst een traditioneel lied van Carolus Magnus in. Ze beginnen geheel in militaire stijl met de groep verdeeld in twee rijen. Ze marcheren op de maat terwijl ze de tekst zingen. Dan haken ze hun armen in elkaar en beginnen te hossen. ‘Je bent doodop van het lopen, maar wanneer je op het kamp aankomt voel je je geënerveerd’, zegt de president. ‘De sfeer is fantastisch, je lacht je de ballen uit de broek.’
‘We zuipen ’s avonds, maar staan de volgende ochtend weer klaar’
Ze willen graag een beetje de gangmakers van de Vierdaagse zijn, aldus Payan Witteveen. Die eer houden ze hoog door ook onderweg uitbundig te zingen, een rotonde bij voorkeur twee keer te nemen en onderweg hier een daar een vrouw uit het publiek over de schouder te gooien en een halve kilometer mee te dragen. ‘De Amerikanen noemen ons lacherig the lads with the ties. Maar na de eerste dag hebben ze meestal toch respect. We zuipen ’s avonds, maar what the fuck: de volgende ochtend staan we wel weer klaar en lopen zonder klagen de route uit.’
Secretaris Roderick Enzerink kijkt een beetje sip bij de verhalen over de Vierdaagse. ‘Ik had toen ik meeliep het meest getraind van iedereen’, zegt hij bij zijn tweede glaasje jenever. ‘Maar ik moest afhaken.’ De reden? ‘Te kleine schoenen …’
Tweede Wereldoorlog
De mannen zijn geen lid van Het Vendel geworden om alleen maar de Vierdaagse te lopen. Payan Witteveen verwoordt zijn motivatie kort en krachtig: ‘Ik vind schieten ontzettend mooi.’ Zijn ogen glimmen. Veel jongens willen als ze klein zijn soldaat worden, zegt hij. Als je bij de studentenweerbaarheid zit, gaat die droom een beetje in vervulling. ‘Het is prachtig om met een geweer in de weer te mogen zijn.’ Trots pakt hij z’n telefoon om foto’s te laten zien. We zien hem bezig met het in elkaar zetten van wapens die uit tientallen grote en kleine onderdelen bestaan en met het schieten in verschillende houdingen.
‘Het is haast meditatief’
Commissaris schieten Nanne Kusters noemt de studentenweerbaarheid ‘spannend’. Maar hij heeft een pacifistische insteek en beleeft het schieten anders. ‘Het is fascinerend, haast meditatief. Je moet goed letten op je houding en op je ademhaling. Het is een sport om dat zo goed mogelijk te doen.’ Zijn interesse voor Het Vendel komt voort uit zijn belangstelling voor internationale betrekkingen. Hij doet een master op dat gebied. Als pacifist hoeft hij niet bang te zijn dat hij wordt opgeroepen om naar het front te moeten. Mocht Nederland in oorlog komen, dan wordt van de leden van Het Vendel verwacht dat ze zich gedragen als verzetsstrijders. Zo ging het ook in de Tweede Wereldoorlog. Studenten speelden een grote rol in het verzet. Sommige Carolingers worden nog altijd als helden herdacht omdat ze ondergronds werk verrichtten.
Secretaris Enzerink werd het lidmaatschap van Het Vendel door dispuutsgenoten aangeraden. ‘In mijn dispuut is het traditie om lid te worden’, zegt hij. Nu is hij blij met de ervaring die hij mag opdoen en de kennis die hij straks heeft van Defensie.
Prins Bernhard
Een van de hoogtepunten van het jaar is de borrel met het leger op landgoed De Zwaluwenberg in Hilversum, vertellen de heren. Prins Bernhard maakte hier dertig jaar de dienst uit als Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Hij was beschermheer van de studentenweerbaarheden en er is zelfs een trofee naar hem vernoemd, waar de verenigingen jaarlijks om strijden. Een uitje dat voor volgende maand op het programma staat, is een trainingsdag van de ME waarin ze figureren. Kusters: ‘Op zo’n dag krijgen wij een rol toebedeeld. Wij spelen bijvoorbeeld de woedende menigte.’ Payan Witteveen moet grinniken. Hij is wel eens bont en blauw thuis gekomen. ‘Hoe meer je de ME’ers uitdaagt door hard te schreeuwen of niet mee te werken, hoe ruiger het eraan toe kan gaan’, weet hij uit ervaring. Op dit moment telt Het Vendel ongeveer dertig leden. Het directorium, zoals het bestuur van Het Vendel genoemd wordt, heeft niet de wens verder te groeien. Wat de heren wel willen: hun beleid aanpassen zodat op termijn ook vrouwen lid kunnen worden. Nu kan dat niet. ‘Het heeft niets met vrouwonvriendelijkheid te maken, maar vooral met tradities en het statuut van onze vereniging’, aldus Payan Witteveen.
‘Defensie gaat met haar tijd mee, dus wij ook’
Beetje achterhaald, vinden ze zelf ook, en daarom wordt er gekeken naar mogelijkheden om hier, ‘met gepast respect voor de tradities’, verandering in aan te brengen. Kusters: ‘Laatst hebben we wel vrouwen uitgenodigd mee te doen aan een schietoefening. Defensie gaat met haar tijd mee, dus moeten wij dat ook doen.’
Op de vraag hoe iemand lid kan worden van Het Vendel krijgen we van Payan Witteveen een mysterieuze glimlach. ‘Nee, vertellen we niet. Dat is geheim.’ Wat hij wel los wilt laten, is dat het lidmaatschap van Carolus Magnus een voorwaarde is.
Geschiedenis
De oorsprong van de studentenweerbaarheden gaat terug tot 1665. In de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog dreigde de stad Groningen belaagd te worden. Studenten boden zich aan om te helpen de stad te verdedigen en er werd voor hen een aparte compagnie opgericht. Dit herhaalde zich vaker in de geschiedenis, waarbij de studentenweerbaarheden onder Koning Willem III in aantal floreerden. Tijdens de Koude Oorlog nam Prins Bernhard de weerbaarheden onder zijn speciale bescherming. Sinds 1998 strijden de weerbaarheden jaarlijks om de Prins Bernhard-trofee. Nederland kent op dit moment tien studentenweerbaarheden: in Utrecht, Leiden, Amsterdam, Delft, Wageningen, Rotterdam, Groningen, Den Haag, Enschede en Nijmegen.
Payan Witteveen en Enzerink zijn recentelijk afgestudeerd. Dat betekent dat ze na dit jaar officieel geen lid meer zijn van Het Vendel. Het werkende leven wacht. Het lidmaatschap kan een opstapje zijn naar een baan bij Defensie; het is zelfs een van de redenen dat de krijgsmacht de studenten graag betrekt bij haar organisatie. Hoogopgeleiden zijn zeer welkom. De president sluit een dergelijke baan niet uit, hij zal zijn lidmaatschap dan ook met trots op zijn cv vermelden. Enzerink twijfelt daarover. Hij studeerde milieu- en maatschappijwetenschappen. Potentiële werkgevers zouden de wenkbrauwen kunnen optrekken bij het zien van de term ‘studentenweerbaarheid’, omdat ze niet weten wat het inhoudt of vanwege het vooroordeel dat eraan kleeft: in de media worden studentenweerbaarheden er wel eens van beticht een rechts-nationalistische karakter te hebben. ‘Iets wat helemaal niet waar is’, zegt hij. Kusters vult hem aan. ‘De leden van onze Vereniging beslaan het hele politieke spectrum. Politiek doet er verder ook niet zo toe bij ons, we zijn een apolitieke organisatie.’
De tijd die ze nog hebben bij Het Vendel, willen ze alle drie anders invullen. Payan Witteveen gaat weer even rechtop zitten en vertelt met een grijns dat hij uitkijkt naar de komende schietdagen. Met een beetje schaamrood op z’n kaken vertelt Enzerink dat hij als doel heeft dit jaar de Vierdaagse wél uit te lopen. Kusters wil vooral bruggen slaan naar andere delen van de Defensie-organisatie en kijken hoe Het Vendel en Defensie elkaar op andere terreinen kunnen faciliteren. Deze drie doelen zijn tekenend voor de drie die tegenover ons zitten. Het zijn drie heel verschillende mannen die verbonden worden door één ding: een enorme interesse voor Defensie.
Dit verhaal verscheen eerder in Vox #8, die je hier online kunt lezen.