Studeren als vluchteling: ‘Enige kans om tandarts te worden’
De universiteit stoomt studentvluchtelingen via een maatwerktraject klaar voor een universitaire studie. Een jaar lang krijgen de aspirant-studenten onderwijs in bijvoorbeeld natuur- en wiskunde, maar ook in academische vaardigheden.
Masa Hadros (22) studeerde twee jaar geneeskunde in Syrië, Mohamed Al Fares (20) een jaar in Libië. Beiden ontvluchtten hun thuisland vanwege de gevaarlijke situatie daar, en kwamen uiteindelijk terecht in Nederland. Hier konden ze echter niet zomaar verder met hun studie. ‘Het educatieve systeem sloot niet aan op dat van Nederland’, legt Fares uit. Hij besloot over te schakelen naar Tandheelkunde, maar daarvoor moest hij wel eerst een aantal voortentamens halen. Dat moet Hadros ook voor haar geneeskundestudie. ‘Ik ben hier nu twee jaar. Ik heb eerst Nederlands geleerd, nu is het moment gekomen om me te gaan richten op de selectieprocedure van geneeskunde.’
De universiteit ontwikkelde in samenwerking met Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF een maatwerktraject voor aankomende studenten zoals Hadros en Al Fares. ‘Dit traject is één van de vluchteling-gerelateerde initiatieven die op de universiteit lopen,’ zegt Saskia Paulissen, die het traject coördineert vanuit Student Life. Vorige maand ondertekenden de Radboud Universiteit en het UAF een convenant om de al bestaande samenwerking te onderstrepen. Het convenant noemt het maatwerktraject als een van de samenwerkingspunten.
‘Mijn twee jaar geneeskunde zouden overeenkomen met “VWO met goede cijfers”‘
De educatieve achtergrond van deelnemers aan het traject verschilt, vertelt Paulissen. ‘Sommigen komen rechtstreeks van het middelbaar onderwijs, maar anderen hebben er al een paar jaar studie op zitten in hun land van herkomst, zoals Masa Hadros en Mohamed Al Fares.’
Vaktaal
Het onderwijs is in het land van herkomst vaak anders ingericht dan hier, waardoor gehaalde vakken en cijfers niet altijd voldoen. Hadros kreeg in Nederland te horen dat haar twee jaar geneeskunde in Syrië onvoldoende waren om hier direct door te studeren. ‘Ze zeiden dat het overeenkwam met “VWO met goede cijfers” in Nederland.’ Deelnemers aan het traject krijgen voor hen relevante vakken als biologie en natuurkunde, maar ook de taal is belangrijk. ‘Het gaat dan vooral om vaktaal,’ zegt Paulissen. ‘We kijken gericht naar wat elke student nodig heeft, daarvoor leggen we een goede basis.’ Ook krijgen de studenten krijgen les in academische vaardigheden.
Tijdens de lessen (nu grotendeels online) leren de vluchtelingen wat het inhoudt om in Nederland te studeren. Ook worden ze met een buddy-project aan studenten gekoppeld die hun gewenste studie al volgen. Paulissen: ‘De nieuwkomers kunnen die studenten heel gerichte vragen stellen, maar ook het sociale aspect is belangrijk.’ Om die laatste reden krijgen deelnemers ook een sportkaart cadeau.
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF is een organisatie die hoogopgeleide vluchtelingen begeleidt en ondersteunt op het gebied van werken en studeren. Ook neemt de stichting financiële drempels weg die de ontwikkeling als student of professional in de weg staan.
De selectie is streng. Van de bijna vijftig vluchtelingen die zich dit jaar voor het traject aanmeldden, zijn er zeven aangenomen. ‘We kijken naar het gehele plaatje. Kandidaten moeten toetsen doen, maar ook een motivatiebrief schrijven. Hun persoonlijke situatie is ook belangrijk. Het gaat om een jaar fulltime studeren – iemand moet daar wel de tijd voor hebben en gedreven genoeg zijn om het tot een succesvol einde te brengen.’
Buiten de boot
Met die gedrevenheid zit het wel goed bij deze studenten, zegt Paulissen. Er hangt voor de deelnemers immers veel vanaf. Al Fares: ‘Dit is de enige manier voor mij om tandarts te worden.’
Aspirant-studenten die buiten de boot vallen laat Paulissen niet aan hun lot over. ‘Het valt misschien niet helemaal binnen mijn functie, maar ik probeer ze wel allemaal handvatten te geven, en bijvoorbeeld door te sturen naar plekken waar ze wel terecht kunnen.’
Pilot
Het UAF levert een financiële bijdrage en de universiteit neemt de uitvoering en de rest van de kosten voor haar rekening. De studenten zelf hoeven niet te betalen. Het maatwerktraject is een pilot project van twee jaar. Vorig jaar waren er met twee studenten eigenlijk te weinig deelnemers. Dit jaar is de opzet grootschaliger, en Paulissen hoopt dan ook dat het project volgend jaar opnieuw een vervolg kan krijgen. ‘Het komt nu echt van de grond.’