Voor veel studenten zit de eerste collegeperiode erop en dat betekent: blokken voor tentamens. Flink wat studenten doen dit op studieplekken op de campus, ook al is de capaciteit beperkt.

Het is een dringend advies van het kabinet: blijf thuis. Tegelijkertijd mag je gewoon op de universiteit studeren. En daar maken veel studenten gebruik van. ‘Je merkt dat het nu tentamenperiode is’, zegt Thecla Ettema, Head of Loan and Study Services. ‘Het is drukker in de UB. Mensen komen vroeger en blijven langer. Al is het wel vreemd om te zeggen hoor: het is druk. Vroeger hingen de mensen met de benen uit de ramen. Nu zit er nog maar een derde.’

Voor een studieplek op de campus moet je vaak reserveren. ‘Er zijn nog steeds no shows in de UB. Studenten reserveren wel, maar komen niet opdagen’, zegt Ettema. ‘We onderzoeken of er een annuleringsfunctie in het reserveringssysteem kan komen. Het zit altijd snel vol en het is zonde om de plekken leeg te laten. Maar wanneer die optie beschikbaar komt durf ik nog niet te zeggen.’

Tot die tijd is het soms zoeken naar een plekje, en overal gaat dat er anders aan toe. Vox bezocht drie populaire studeerplekken.

1. De universiteitsbibliotheek

De gebouwcoaches bij de universiteitsbibliotheek (UB) verwelkomen studenten vrolijk. Iedereen die een mondkapje draagt, kleverig desinfectiemiddel op de handen smeert en gereserveerd heeft mag door lopen. Hierna volgt een vaste route naar de studieplek, waar schoonmaakspray en nog meer handgel staat.

In de leeszaal is vrijwel elk tafeltje bezet. Wie de looproute naar boven volgt, hoort al snel gezellig geklets. Aan een van de tafels op de eerste verdieping zitten Pascale Kerkhof (20), derdejaarsstudent psychologie, en Beau Dagnieux (21), derdejaarsstudent moleculaire levenswetenschappen. De twee hebben net een studiesessie achter de rug. Ze zitten midden in de tentamenperiode, dus ze komen regelmatig in de UB.

‘Mijn lievelingsplek is in de leeszaal, de tafel naast het raam’, vertelt Beau. Helaas was ze net te laat met het reserveren. ‘Het zit echt snel vol’, zegt ze een beetje beteuterd. Pascale knikt instemmend: ‘Ik reserveer altijd meteen als ik net wakker ben. Als je er pas ’s avonds aan denkt… ja, dan ben je te laat.’

Ze zijn wel tevreden hoor, met die plek op de eerste verdieping. ‘Beter dan thuis studeren’, zegt Pascale. ‘Ik woon alleen en dan is het lastiger om gemotiveerd te blijven.’ Hierom spreken de twee regelmatig af in de UB. ‘Het zorgt voor meer ritme in de dag. En je komt ook weer eens ergens anders, zegt Beau. ‘Nu moet je je wel aankleden en ga je minder snel Netflixen.’

2. De Erasmustoren

Hoe is het in het Erasmusgebouw? Hier is reserveren niet altijd nodig. Loes Wolters (21), eerstejaarsstudent van de Literary Research Master, heeft dit al ontdekt en is hier dagelijks te vinden. Waar? Aan een tafeltje op de tweede verdieping. ‘Hier is bijna nooit iemand’, zegt ze. Toch heeft ze een mondkapje op. Is ze bang om corona te krijgen? ‘Nee, ik draag het uit de macht der gewoonte. Ik vergat het weleens toen ik koffie ging halen en werd erop aangesproken.’ Lachend: ‘Nu kan ik het nooit meer vergeten.’

Anders dan Beau en Pascale spreekt Loes niet vaak af om samen met anderen te studeren. ‘Als er een lezing is ontmoeten we elkaar hier, maar verder eigenlijk niet. Al mis ik het wel om een praatje te kunnen maken.’

Ze kan hier beter concentreren dan thuis. ‘Mijn studentencomplex wordt verbouwd en ik kan me niet focussen in de herrie. En ja, eigenlijk moet je thuis werken. Maar dit lijkt me een goede reden om naar de uni te gaan.’

3. Het Huygensgebouw

Ook in het Huygensgebouw zitten aardig wat mensen te studeren, zoals Ruben Christianen. Hij is masterstudent natuurkunde en zit samen met zijn vrienden te blokken op tentamens. ‘Thuiswerken werkt niet zo goed. Hier zit je echt in een werkomgeving en dan is thuis gewoon thuis.’ Hij grijnst en zegt: ‘In mijn studentenkamertje staat mijn bed naast mijn bureau. Als ik de deur uitga, weet ik zeker dat ik iets ga doen.’

Het Huygensgebouw is bovendien de ideale plek om met vrienden stof door te nemen, zegt hij. ‘Het is er rustig, je mag praten en je hoeft niet te reserveren. Dat hoeft alleen in de Library of Science. Eerlijk gezegd zie ik er de meerwaarde niet van in om daar te studeren.’ In die bibliotheek is het doodstil, legt hij uit, en dan is overleggen toch echt minder makkelijk.

Vrijdag heeft hij zijn eerste tentamen. Zenuwachtig? ‘Nee, ik heb me goed voorbereid. Ik heb de hele week hier geleerd.’