‘Subsidiestelsel dwingt onderzoekers tot circusact’
Het leeft, de druk die onderzoekers ervaren om een onderzoeksubsidie in de wacht te slepen. Gisterenavond kruisten twee hoogleraren de degens in een levendige avond in de reeks Ethos of Science. Wiskundige Klaas Landsman legde een bom onder het huidige stelsel. Neurowetenschapper Peter Hagoort gaf weerwoord. ‘Jij leeft in de vorige eeuw.’
Klaas Landsman groeit in zijn rol als criticaster van het huidig subsidiestelsel, dat onderzoekers dwingt tot een ‘circusact’, zoals hij het gisteren formuleerde. Voor een steeds groter deel van het onderzoeksgeld moeten wetenschappers elkaar onderling gaan concurreren, wat handenvol tijd kost, zowel om subsidies aan te vragen als om aanvragen van anderen te beoordelen. De slagingskans? Een tot vijftien procent, afhankelijk van de subsidie. ‘Het systeem is verkwistend en geheel uit de hand gelopen.’
Met name de megasubsidies zoals Zwaartekracht van NWO of de Synergy Grant van de EU (in beide ging vorig jaar zo’n 150 miljoen euro om) noemde Landsman onzinnig. Het liefste heft de wiskundige NWO en de Europese subsidieverstrekker geheel op. De universiteiten zelf moeten volgens hem zeggenschap krijgen over de verdeling van geld, uit te reiken op persoonlijke titel. Landsman maakte een uitzondering voor onderzoek dat niet anders dan in grote verbanden kán, zoals de deeltjesfysica in CERN.
Neurowetenschapper Peter Hagoort, directeur van zowel het Donders Instituut als Max Planck en zelf grootverdiener van subsidies, liet weinig van Landsmans betoog heel. De kleinschaligheid waartoe Landsman oproept, die wetenschappers de gelegenheid geeft in alle vrijheid en rust hun onderzoek te doen, is onmogelijk in de huidige tijden. In de tijd van Von Humboldt (door Landsman als ideaal naar voren geschoven) verschenen jaarlijks 10.000 papers, rekende Hagoort voor, nu zijn dat er 1,3 miljoen. Je hebt grotere verbanden nodig die het overzicht kunnen bewaren, aldus verdedigde hij de grootschalige subsidiemolens.
De opkomst gisteren – zo’n honderd, voornamelijk studenten – was hoog. Een van de onderzoekers in de dop verwoordde vanuit de zaal haar zorgen: de persoonsgebonden subsidies – de veni, vidi’s en vici’s van NWO of de ERC starting grants van de Europese Unie, zet onderzoekers tegen elkaar op. ‘Het creëert een angstcultuur.’ Hagoort was het met haar eens. Het idee van subsidies mag deugen, de criteria om ze te verstrekken niet: alle nadruk ligt op het simpele aantal publicaties. Hagoort brak een lans voor een systeem dat teams beoordeelt, niet individuele wetenschappers, waarmee ook de publicatiedruk vermindert. ‘Ik ben het niet die jonge onderzoekers tot publicaties dwingt, dat doet het stelsel. We zouden dat moeten aanpassen.’ En daarover waren Landsman en Hagoort het eens. / Paul van den Broek