Talenstudies weer kleiner
Universiteiten zagen de belangstelling voor kleine letterenstudies als Spaans en Keltisch wederom dalen. Een nieuwe klap voor opleidingen die het toch al moeilijk hebben.
Nog maar 586 studenten begonnen afgelopen september aan bacheloropleidingen als Japans, Italiaans, Nieuw Grieks of Romaanse talen. Dat is twaalf procent minder dan een jaar eerder, toen het er 663 waren.
Onzekere toekomst
De kleine talenstudies liggen gevoelig. Voor sommigen zijn ze een lakmoesproef voor de integriteit van universiteitsbestuurders: durven ze kleine vakgebieden overeind te houden of zwichten ze voor de druk van de lage studentenaantallen?
De bestuurders zien het anders. Ze willen niet werkeloos toekijken terwijl deze opleidingen afbrokkelen. In Utrecht en Groningen werden studies samengevoegd of opgeheven, ondanks protesten. Aan de Universiteit van Amsterdam ontstond dit najaar veel opschudding toen het bestuur de faculteit geesteswetenschappen onder handen wilde nemen: mede daarom houden actievoerders nu een Amsterdams faculteitsgebouw bezet.
Vorig studiejaar beleefden de kleine letterenstudies een opleving, toen er opeens meer jongeren naar de universiteit kwamen. Ze dachten dat de basisbeurs snel zou verdwijnen en gingen na hun eindexamen meteen studeren in plaats van reizen of werken. Maar afgezien van deze piek verliezen de talenstudies al jaren terrein.
In Groningen zijn kleine talen samengebracht in de bachelor Europese talen en culturen. De ingreep lijkt nog niet zoveel effect te hebben. Die trok vorig jaar 91 nieuwe studenten, nu 71. Van de talenopleidingen doen Duits, Frans en klassieke talen het nog redelijk, net als Chinees en Japans. Die trekken allemaal meer dan vijftig studenten.
Zelfs Engels en Nederlands, die in dit artikel niet tot de kleine talen worden gerekend, staan onder druk. Terwijl er door de jaren heen steeds meer studenten naar de universiteit komen, trekt Engels ongeveer evenveel studenten als vier jaar geleden: zo’n 450. Nederlands is zelfs gezakt van meer dan driehonderd eerstejaars in 2010 naar nipt tweehonderd nu.
Over letteren (en geesteswetenschappen) zijn in het verleden regelmatig Kamervragen gesteld. In december antwoordde minister Bussemaker dat ze met alle betrokkenen gesprekken voert ‘gericht op een toekomstbestendige aanpak van de talenopleidingen in de geesteswetenschappen en specifiek de positie van de unieke opleidingen daarbinnen’.
Bussemaker ziet graag dat de universiteiten afspraken maken over de talenopleidingen en de manier waarop de opleidingen worden aangeboden. Ook wil ze ‘procesafspraken’ maken over het stopzetten van ‘unieke’ opleidingen, die slechts aan één universiteit worden aangeboden en die door het stopzetten helemaal zouden verdwijnen. / HOP
Patrick schreef op 19 februari 2015 om 12:37
Is het werkelijk een probleem als een talenstudie opgaat in een grotere opleiding? Tenzij je docent wilt worden, heb je vrij weinig aan een talenstudie. Ik heb zelf talen gestudeerd en toen ik ging solliciteren kreeg ik ‘Leuk, die talenkennis, maar kun je ook iets nuttigs?’
Het bedrijfsleven heeft liever een jurist die een minor Italiaans heeft gevolgd, dan iemand die Italiaans heeft gestudeerd en een minor rechten heeft gedaan. Het lijkt me daarom juist zinvol om een talenstudie onder te brengen in ‘nuttigere’ andere studie.
Eva schreef op 19 februari 2015 om 12:50
Dat is maar net hoe je het bekijkt, Patrick. Als je echt nauw wilt gaan samenwerken heb je aan die ene minor Italiaans echt niet genoeg. Laat staan dat je iets weet over de cultuurbarrière, die de communicatie veel moeilijker maakt. Mensen denken dat je een taal er ‘makkelijk bij kunt doen’, naast een andere studie. Natuurlijk kan dat. Maar je zult het nooit op ‘near-native’ niveau beheersen, tenzij je er veel vrije tijd in stopt of een talenwonder bent.
Ans schreef op 19 februari 2015 om 21:18
Talenstudies zijn een goede basis voor een opleiding tot docent (is daar iets mis mee? Er is een grote maatschappelijke behoefte aan goede talendocenten), maar ook taal- en communicatietrainer, vertaler, en een breed scala aan andere beroepen waar je een goed academisch werk- en denkniveau voor nodig hebt. Ik hoop dan ook, Patrick, dat je een antwoord had op de kortzichtige vraag of je ook iets nuttigs kon. Veel mensen denken dat ze het wel weten met die talen, maar ondertussen blijkt uit onderzoek dat dat nogal tegenvalt, en dat er in de communicatie tussen sprekers van verschillende talen een heleboel valkuilen zitten. Daar zijn die taalspecialisten nou zo goed in.