Thuis carnavallen, of toch maar een jaartje overslaan?
Vorig jaar stonden carnavallers in het zuiden van het land nog massaal in de kroeg te feesten. Het is een schril contrast met carnaval dit jaar. Radboudianen vertellen over wat het feest voor ze betekent en hoe ze het dit jaar gaan vieren. 'Ik zet gewoon wat carnavalsmuziek op en doe wat dansjes achter mijn laptop'.
Allysha Humphrey (24) uit Well (Joertseriek)
Masterstudent International Business Communication
Lievelingslied: Nao t Zuuje – Lex Uiting
‘Ik kom uit Well, een klein dorpje in Limburg. Daar is carnaval echt belangrijk. Ik speel daar hoorn in een orkest waarmee we het hele jaar repeteren en optreden. Alle leeftijden komen bij elkaar, van kinderen van zeven tot ouderen van tachtig. Het geeft een gevoel van saamhorigheid.’
‘Met carnaval lopen we mee in de optocht. Daarvoor bouwen we soms ook (trek)wagens. We kiezen elk jaar een actueel onderwerp voor onze outfits. Zo kon je bij de lokale bakker via WhatsApp bestellen. Dat was groot nieuws in ons dorp. Toen zijn we als bakkers verkleed gegaan. Iedereen snapt meteen waar het over gaat.’
‘Als ik terugdenk aan vorig jaar, denk ik: wat tof dat dat toen kon’
‘We repeteren al een hele tijd niet meer met het orkest, vanwege de coronamaatregelen. In oktober zeiden de Brabantse en Limburgse carnavalsverenigingen al dat er geen prins carnaval of raad zou komen. Dat wat verbindt en samenbrengt, het gezamenlijk in de kroeg staan, kan nu niet. Ons orkest heeft toen ook snel conclusies getrokken.’
‘Als ik nu terugdenk aan dat we vlak voor de lockdown nog met zijn allen in de kroeg stonden, denk ik: wat tof dat dat toen kon. Het maakt het extra erg dat het nu niet kan. Het is gewoon een mooi feest dat voelt als thuiskomen. Maar ik lig niet in mijn bed te huilen. Ik zet gewoon wat carnavalsmuziek op en doe wat dansjes achter mijn laptop en dat is het dan.’
Marley van der Donk-Imkamp (25) uit Den Bosch (Oeteldonk)
Alumnus en secretaresse International Office
Lievelingslied: Anoesjka – Spuit Elluf
‘Carnaval is voor mij echt samenzijn. Elk jaar gaan we met familie en vrienden drie dagen feesten. Als mensen zeggen dat carnaval vooral om zuipen en lallen gaat, word ik altijd een beetje vijandig. Maar eigenlijk zit er wel een kern van waarheid in. Toch draait het voor mij vooral om het samen vieren.’
‘Eigenlijk begint carnaval al op de elfde van de elfde. Ik heb mijn man zover gekregen op die datum met me te trouwen, met het idee dat we dan elk jaar met iedereen om ons heen ons jubileum konden vieren. Dat is afgelopen jaar door corona niet gelukt.’
‘Op de zondag van carnaval wordt in Oeteldonk altijd de Knillis onthuld, dat is een boerenfiguur die alle dagen op een sokkel blijft staan. Normaal is de onthulling op de markt, maar dit jaar hebben ze een alternatief bedacht. Je krijgt een mini-Knillis thuis die je zelf kunt onthullen. Ik heb hem al binnen.’
‘Dit jaar kijk ik misschien wat livestreams, maar het zal wel anders zijn. Vanuit Nijmegen krijg je het toch niet zo mee en mijn man is niet zo’n fan van carnaval. Wat ik wel mooi vind is dat het thema van het Oeteldonkse carnaval dit jaar omgedoopt is tot een tekst uit een toepasselijk carnavalslied: “Wat er met ons ook ooit gebeuren zal, we vieren altijd carnaval.”’
Bo Grisel (25) uit Winssen (Oelewaal)
Student docentenacademie
Lievelingslied: Niet Altijd Rozengeur – Doorgaon!
‘Ik ben opgegroeid met carnaval. Winssen is echt een verenigingsdorp, er is voor alles wel een clubje, al helemaal tijdens carnaval. Iedereen tussen de vier en 84 doet mee.’
‘Mijn carnaval begint meestal op vrijdag, dan hebben we een besloten feestje met de groep waarmee we de optocht lopen. Daarna zijn er de optochten, de feesten, je gaat door tot dinsdagnacht. Dan moet ik altijd tegen mijn tranen vechten, omdat ik het zo jammer vind dat het weer voorbij is.’
‘Op dinsdagavond moet ik altijd tegen mijn tranen vechten’
‘Toen verschillende carnavalsartiesten samen het coronanummer Doorgaon uitbrachten op de elfde van de elfde moest ik ook wel even slikken. Je raakt aan de nieuwe realiteit van de coronacrisis gewend, maar op dat soort momenten besef je in wat voor rotsituatie we zitten. Ik zal de verbondenheid met de mensen missen. Het is het samen delen, de gemoedelijkheid, een thuisgevoel.’
‘Er zijn dit jaar wat online activiteiten georganiseerd. In het weekend ga ik naar Winssen om een speciaalbiertje op te halen dat voor deze carnaval gebrouwen is en op zondag is er een versierde huizenwedstrijd. Het versieren laat ik aan mijn ouders over, maar ik ga wel even een rondje lopen om de huizen te bekijken.’
‘Zo krijg ik toch nog wat mee van carnaval. Ik ben trouwens wel blij dat er geen online thuisfeest komt. Ik ga me niet verkleden en in mijn eigen kamer dansen. Dat vind ik toch wat ongemakkelijk.’
Stef Coenen (21) uit Oeffelt (Leemkuul)
Student geschiedenis
Lievelingslied: Feestteam – let it be
‘Met carnaval ga ik meestal wel vijf of zes dagen feesten. Ik ga dan ’s avonds met vrienden in Boxmeer de kroeg in. Er staat een grote tent tussen twee kroegen, daar komt iedereen bij elkaar. Op zondag ga ik met familie naar de optocht in Oeffelt.’
‘We gaan ook altijd op maandagochtend naar de Metworst, dat is een paardenrace waar alleen vrijgezelle mannen uit Boxmeer aan mee mogen doen. We staan daar dan om acht uur ’s ochtends verkleed in de kou en regen langs de kant. De paarden kunnen me niet zoveel schelen, het gaat me vooral om de gezelligheid.’
‘Lekker meeblèren op slechte muziek’
‘Carnaval gaat voor mij om lol maken, gek doen. Gewoon lekker feesten. Je houdt ervan of je haat het. Iedereen is vriendelijk met carnaval, je komt mensen tegen die je al lang niet hebt gezien. Lekker meeblèren op slechte muziek: het is jammer dat het dit jaar allemaal niet doorgaat.’
‘Als de maatregelen het toestaan willen we met vier vrienden – het meest hardcore vriendengroepje – bij elkaar komen. Dan zetten we carnavalsmuziek op en spelen we wat spelletjes. We hebben vorig jaar samen bijpassende outfits gekocht: jasjes met een patroon van de Brabantse vlag. Mocht ons plan niet doorgaan dan ga ik niet in mijn eentje verkleed thuiszitten, dat gaat me te ver. Als het wel doorgaat dan trekken we ze aan en maken we er het beste van.’
Bibi Queisen (22) uit Sittard (Marotteriek)
Masterstudent kunstbeleid en kunstbedrijf
Lievelingslied: de Marotte Zitterd – Dalik
‘Ik ben geboren tijdens carnaval. Er hing zelfs carnavalsversiering in het ziekenhuis. Als kind ging ik altijd naar de kinderzitting, de kinderoptocht de Grote Optoch, het Tröötekonkoer en Appelsienesjmiete (letterlijk: sinaasappel smijten, een evenement waarbij sinaasappels worden rondgegooid, red.) Nu help ik vooral de organisatie. Ik schilder de prijsvaantjes voor de kinderoptocht en ik zit in de jury van de optochten.’
‘Ik zou het wel meer willen vieren, maar ik heb niet meer zoveel vrienden in Sittard. Ik ben vorig jaar wel met vrienden uit Nijmegen in Maastricht gaan carnavallen, naar Sittard kreeg ik ze niet mee.’
‘Ik voel me met carnaval altijd echt weer even Limburgs’
‘Het is al lang geleden dat ik een optocht heb gezien, want vorig jaar werd hij afgelast vanwege de storm. Extra jammer dus dat het nu weer niet doorgaat. Het is zo’n gezellig feest. Ik woon in Nijmegen en als ik in Sittard ben – vooral met carnaval – voel ik me echt weer even Limburgs. Ik heb ook gewoon weer zin in zo’n feestje.’
‘Mijn Paddington-carnavalspak blijft dit jaar ongedragen. Dit jaar vier ik carnaval door vooral veel nonnevotten te eten, dat is een zoetigheid uit Sittard. Het is een soort krakeling, maar dan gemaakt van het deeg van een berlinerbol, met veel suiker erop. Twee weken in het jaar kan je ze eten, daar doe ik graag aan mee. Ik heb er al vier op.’