Het is de hoogste tijd dat er wat gedaan wordt aan het geharrewar met tijdelijke contracten aan de Radboud Universiteit. Sander Lestrade en Nick Mulder, beiden lid van de Ondernemingsraad namens het tijdelijk academisch personeel (TRAP) trokken maandag tijdens de gezamenlijke vergadering – bepaald niet voor het eerst – aan de bel.

Er werken aan de Radboud Universiteit onderzoekers die met een tijdelijk contract een gooi doen naar een Vidi-beurs. Wat gebeurt er met dat tijdelijk contract zodra ze deze beurs binnenslepen? ‘Ik kreeg van onze HR-medewerker te horen dat ik misschien maar zes maanden ontslag moest nemen en de WW in moest gaan, zodat ik daarna weer een (tijdelijk – red.) contract kon krijgen’, zegt een van de anonieme wetenschappers in een door TRAP samengesteld casusoverzicht. Dit overzicht geeft een opsomming van allerlei problemen die worden veroorzaakt door de Wet werk en zekerheid (Wwz) en zette het onderwerp opnieuw op de agenda van de gezamenlijke vergadering (GV).

De Wwz is sinds 1 januari 2015 van kracht. Deze wet moet ervoor zorgen dat het voor werkgevers eenvoudiger is om hun personeel een vast contract te geven. In de realiteit gebeurt dat niet en eindigt een dienstverband na het maximaal aantal toegestane tijdelijke contracten. Of er wordt met allerlei creatieve ‘knutselcontracten’ om de wetgeving heen gewerkt.

‘Dit is geen fijne wet, dat weet heel Nederland’, zei Wilma de Koning van het College van Bestuur deze week tijdens de GV. ‘Het roept ander gedrag op dan de bedoeling was. Maar we zullen ons aan de wet moeten houden, of we dat nou willen of niet. De Radboud Universiteit is bereid om naar oplossingen te zoeken, meer nog dan andere universiteiten. Maar ik hoop dat jullie ook erkennen dat dit een verdomd lastig dossier is.’

Actie
Met dat laatste hebben Lestrade en Mulder na de GV wat moeite. ‘Wij eisen heus niet dat alle onderzoekers met een tijdelijk contract nu een vaste aanstelling krijgen. We willen juist meedenken over mogelijkheden binnen de Wwz , want die zijn er voldoende. We dragen in het rapport dan ook verschillende concrete oplossingen aan, die makkelijk in pilotvorm zijn uit te proberen.’

‘Het college heeft aangegeven nu in overleg te zijn met de decanen en voor het einde van het kalenderjaar in gesprek te gaan met de Ondernemingsraad. Dat is fijn, maar wij begrijpen niet goed waarom dat zolang moet duren. Dit onderwerp speelt al meer dan een jaar, het is tijd voor actie.’