‘Tijd voor herbezinning op internationalisering’
Een internationale campus is goed, dat erkent ook AKKUraatd, maar de studentenpartij wil niet dat de universiteit haar ogen sluit voor de valkuilen. Op Radboud Internationaliseringsdag roept fractievoorzitter Dinja de Vries met onderstaand opiniestuk op om kwaliteit boven kwantiteit te verkiezen.
Internationalisering is één van de paradepaardjes van de Radboud Universiteit. Er zijn zeer ambitieuze doelen gesteld: in 2018 is de Radboud Universiteit een tweetalige universiteit en gaat de helft van de Nijmeegse studenten naar het buitenland. AKKUraatd is blij met deze ontwikkeling, maar soms lijkt er echter een soort internationaliseringskoorts te heersen; méér studenten naar het buitenland, méér Engelstalige studies. AKKUraatd pleit voor een herbezinning op internationalisering: focus op kwaliteit, niet kwantiteit. De rector magnificus van de Radboud Universiteit, Han van Krieken, sprak de wijze woorden dat internationalisering nooit ten koste mag gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Maar er dreigen wel een paar valkuilen.
Dankzij de Engelstalige bachelor barstte de studie psychologie uit haar voegen
In de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs 2015-2025 uit demissionair minister Jet Bussemaker van OCW ook haar zorgen over dit thema. Allereerst benoemt ze de verengelsing van het onderwijs. Dat er meer Engels gebruikt wordt, is niet meer dan logisch in een globaliserende wereld, maar dat moet wel in proportie gebeuren. Soms geven docenten een Engels college voor een zaal met Nederlandse studenten. Bovendien moet de kwaliteit van het Nederlands ook gehandhaafd worden. De Universitaire Studentenraad (USR) heeft al eerder aangegeven dat er niet alleen moet nagedacht worden over de rol van het Engels, maar ook over de rol van het Nederlands.
De casus van de nieuwe bachelor psychologie is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Dankzij de Engelstalige bachelor, barstte psychologie uit haar voegen. Een haastig vertaald curriculum zorgde voor een afname van kwaliteit. Dit had ook effect op de Nederlandse track. Om de druk te verlichten op docenten, verengelste de Nederlandse track ook – en dat kwam de kwaliteit niet ten goede.
Randvoorwaarden
Ten tweede benoemt Bussemaker de kwaliteitsverschillen in Nederland en het buitenland als aandachtspunt. Zoals eerder gezegd, is het Nederlandse onderwijs van hoge kwaliteit. Het is logisch dat een semester in het buitenland niet alleen gaat om de vakken die je volgt, maar om het totaalplaatje: een andere vorm van onderwijs, nieuwe onderwerpen, een half jaar uit je vertrouwde omgeving, veel nieuwe indrukken. Na de rondvraag van AKKUraatd over het waarborgen van kwaliteit bij onderwijs in het buitenland, antwoordde de rector dat ‘uitgaande studenten geen kwalitatief slechtere studie hebben, maar andersoortig onderwijs.’
Wij zijn van mening dat een bepaalde standaard gevraagd mag worden. Het vergelijken van de kwaliteit van studies in verschillende landen is een moeilijke opgave, maar studenten verdienen een bepaalde graadmeter om kwaliteit te waarborgen.
Elke student moet de kans hebben op een ervaring in het buitenland
Kwaliteit leveren betekent ook dat de randvoorwaarden in orde moeten zijn. Elke student zou de mogelijkheid moeten hebben om buitenlandervaring op te doen, zonder vertraging op te lopen. Op dit moment is dat niet mogelijk binnen sommige studies, zoals bij rechten. AKKUraatd pleit daarom voor ‘mobility windows’ op elke faculteit (een periode of semester dat vrij in te delen is) en een verbeterde informatievoorziening door het International Office. Elke student moet de kans hebben op een dergelijke ervaring.
Als studenten ervoor kiezen om tijdens hun hele studie in Nederland te blijven, is dat natuurlijk ook prima. Op eigen bodem is het mogelijk iets van de internationale sfeer te proeven door de komst van buitenlandse studenten naar Nijmegen. Wessel Meijer, directeur van het International Office noemde dit een ‘international classroom’. Het idee dat iedereen van iedereen iets kan leren is een mooie gedachte. Ook hier zouden de randvoorwaarden echter nog wel verbeterd kunnen worden. Er is in Nijmegen weinig interactie tussen Nederlandse en buitenlandse studenten: studentenverenigingen zijn niet ingericht op kortstondige lidmaatschappen, internationals wonen veelal bij elkaar in huis en worden zelden lid van een studievereniging.
Samengevat: internationalisering is waardevol. Het brengt innovatie en diversiteit met zich mee, voor zowel studenten die naar het buitenland gaan als voor studenten die op eigen bodem blijven. Internationalisering moet geen doel op zich zijn, maar een middel om de onderwijskwaliteit te verbeteren.