‘Toon betrokkenheid bij criminele jeugdgroepen’
Problematische jeugdgroepen kunnen een buurt flink terroriseren. Inbraken, vandalisme, wijkbewoners lastigvallen. Hoe pak je zo’n groep als politie aan? Nou, in ieder geval niet alléén door boetes uit te delen en groepsleden op te pakken.
Volgens bestuurskundige Anne van Uden (34) is het namelijk ook belangrijk om betrokkenheid te tonen bij de jongeren: in gesprek gaan, oog hebben voor individuele groepsleden en groepsleden op een eerlijke manier behandelen. Dat betoogt zij na onderzoek als buitenpromovendus bij de politieacademie, waarin ze politieagenten ondervroeg, documenten inzag en mee de straat op ging met de politie. Van Uden promoveert donderdag aan de Radboud Universiteit.
In het persbericht zeg je: ‘Er wordt nu voornamelijk gekeken naar criminaliteits- en veiligheidscijfers in plaats van hoe de politie met burgers omgaat.’ Wat bedoel je daarmee?
‘Als het over politiewerk gaat, dan gaat het meestal over ontwikkelingen in de criminaliteitscijfers. Neem inbraken door een jeugdgroep. Op het moment dat het aantal inbraken daalt zegt men: nou, dan heeft de politie het goed gedaan. In mijn proefschrift zeg ik dat dat een te eenvoudige en beperkte manier is om naar politiewerk te kijken. Ook betrokkenheid en legitimiteit zijn belangrijk. Dat burgers vertrouwen hebben in wat de politie doet.’
Dat zijn niet echt meetbare criteria.
‘Ja, dat is lastig. Misschien is dat ook waarom er minder rekening mee wordt gehouden. Het is makkelijker om naar cijfers te kijken dan naar dit soort dingen.’
Wat bedoel je precies met ‘omgaan met burgers’?
‘Dat kan heel uiteenlopend zijn. Stel, jeugdgroepen in een bepaalde wijk intimideren de wijkbewoners. Als politie kun je dan kiezen. Je kunt afspreken die jongens vooral dicht op de huid te zitten, bekeuringen uit te schrijven. Óf je gaat vooral met die jongens in gesprek – het liefst al in een eerder stadium, voordat het tot overlast komt. Dat is wat ik bedoel met ‘omgaan met’.’
Wat is eigenlijk de meest effectieve aanpak tegen overlastgevende jeugdgroepen?
‘Dat vind ik een lastige vraag om te beantwoorden. Want ik denk juist: alleen naar effectiviteit kijken is te beperkt. Je moet ook kijken naar waarden als betrokkenheid. Als je meer betrokken bent bij de jongeren zal je ook zien dat de politie sneller goede probleemanalyses kan maken. Je vergaart veel sneller kennis over wat er met de jongeren aan de hand is. Én je zorgt er volgens politiemensen zelf voor dat de jongens in die jeugdgroepen meer vertrouwen hebben in de politie, en daarmee het optreden van de politie sneller zullen accepteren.’
Van Uden onderzocht drie (anonieme) wijken waar veel overlast is door jeugdgroepen. Eén van de wijken die ik onderzocht koos een aantal jaar geleden voor een hele andere aanpak dan dat ze in het verleden uitvoerde. Van Uden: ‘Die wijk had al lange tijd last van jeugdgroepen. De teamchef van de politie constateerde: de verhouding tussen de politie en de jeugdgroepen is niet goed, en de manier waarop wij werken draagt daar niet aan bij. Hij heeft toen bedacht om contact centraal te stellen, het gesprek aan te gaan met die jongeren. Zonder overigens uit het oog te verliezen dat als zo’n jongere een inbraak pleegt, je moet optreden.’
Hoe zag dat er concreet uit?
‘Ik ging met die politiemensen op pad en zag hoe ze op de fiets of gewoon wandelend de wijk in gingen. Dan kwamen ze een groepje jongens tegen en vroegen ze hoe het met ze ging. Ik weet nog hoe ze een jongen tegenkwamen die deelnam aan een coachingsproject. Bij hem vroegen ze echt door over hoe het er nou mee stond.
‘Je moet je voorstellen: er zijn ook politiemensen die met de auto de wijk in gaan. Op het moment dat zij een jongen op straat zien, draaien ze alleen een raampje open of rijden ze voorbij. Dat is zo ongeveer het tegenovergestelde van betrokkenheid tonen.’
Heb je ook gevraagd wat die jongeren er zelf van vonden?
‘Nee, dat was wel mooi geweest. Maar ik merkte dat de verhouding tussen de politie en die jeugdgroepen soms best gespannen was. En ik was met politiemensen op pad en werd daardoor gezien als onderdeel van de politie. Dan is het lastig om jongeren op eenzelfde manier te ondervragen als ik bij de politie deed.’
En de politieagenten zelf, wat vinden zij ervan? Zij zijn vooral gewend om boetes uit te delen, niet om een praatje te maken.
‘Er blijven agenten die betrokkenheid tonen niet belangrijk vinden. En eigenlijk ook vinden dat dit geen werk is wat de politie moet doen, maar andere partijen zoals jongerenwerk. Toch zag ik in elke wijk die ik onderzocht ook politieagenten die juist wel betrokkenheid toonden. Die zeiden: ik vind het ook belangrijk om met die jongeren in gesprek te gaan. Ik wil niet altijd maar bekeuringen uitschrijven.’
Daniël Driessen schreef op 26 juni 2019 om 23:42
Is het proefschrift ergens te krijgen, of te downloaden?
Mickey Steijaert schreef op 27 juni 2019 om 09:36
Het proefschrift is in een handelseditie verschenen bij Boom uitgevers. Hier kun je het bestellen: https://www.boomcriminologie.nl/criminologie-veiligheid/catalogus/jeugdgroepen-en-goed-politiewerk-1