Het kassencomplex van de Proeftuin moet zowat de warmste plek op de campus zijn. Zowel de planten als de vier tuinmedewerkers zuchten onder de hitte. ‘Gelukkig is er airco in de koffiekamer.’

Vorige week steeg het kwik tot 38 graden Celsius in de kassen van de Proeftuin achter het Huygensgebouw. Sinds deze week beginnen de tuinmedewerkers daarom ’s ochtends wat vroeger en sluiten de kassen al om 13.00 uur. ‘We geven de planten al vroeg water en voor we naar huis gaan controleren we ze nog eens’, zegt tuinman Harry van Zuijlen.

Gemiddeld is het in de kassen een graad of vier, vijf warmer dan buiten. Sinds vorig jaar zijn enkele kassen daarom uitgerust met automatische luchtbevochtigers. Van Zuijlen: ‘Dat is niet enkel goed voor de luchtvochtigheid, maar zo zakt de temperatuur ook een graad of vier. We hopen dat in de toekomst alle kassen met dat systeem uitgerust zullen zijn. Dat zou zowel voor de planten als voor ons een goede zaak zijn.’

‘Werken in de hitte is vermoeiend, je voelt het als je thuiskomt’

Het heetst is het in de kas met genetisch gemodificeerde planten. ‘Daar mogen geen insecten in, want ze zouden stuifmeel van de planten kunnen meenemen. Dat is verboden’, aldus van Zuijlen. ‘De kas wordt beschermd door een stevig gaas, maar daardoor is er ook minder ventilatie. Werken in de hitte is vermoeiend, je voelt het als je thuiskomt. Gelukkig hebben we airco in de koffiekamer.’

De planten die de tuinmedewerkers kweken worden voornamelijk voor onderwijs en onderzoek gebruikt – onder andere voor de practica die in september opnieuw van start gaan. Enkele zeldzame distels die worden opgekweekt om in de natuur te worden uitgezet staan er maar treurig bij, de geelbruine bladeren lijken verdord. ‘Stress door de hitte’, verklaart van Zuijlen. ‘Met een deel van de distels komt het nog goed, een ander deel zal het niet redden.’

Leidingwater

Normaal gezien worden de planten besproeid met regenwater, dat op het dak van de kassen wordt opgevangen en via de regenpijp naar twee grote bassins stroomt. ‘Meestal zijn de bassins tot de rand gevuld en zakt het overtallige water in de grond’, zegt de tuinman. ‘Toen het bassin nog maar voor een kwart gevuld was, hebben we het met 50 procent leidingwater aangevuld. Enkel met leidingwater werken zou een te grote verandering betekenen voor de planten: het regenwater heeft een heel andere samenstelling.’

Buiten ligt nog een proefsloot, waar eveneens planten worden gekweekt. Ook dat water moet sinds de hittegolf minimaal één keer per week worden bijgevuld. ‘Hoogst uitzonderlijk’, aldus Van Zuijlen.