Tweede Kamer wil zo snel mogelijk minder dierproeven
-
Protest bij het dierenlab in 2024. Foto: Johannes Fiebig
De Tweede Kamer wil dat Nederland voorop gaat in de vermindering van het aantal dierproeven en de ontwikkeling van proefdiervrije alternatieven. Vrijwel alle fracties steunden hiertoe een motie van de Partij voor de Dieren.
In 2025 zouden er vrijwel geen proefdieren meer gebruikt worden, verkondigde toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam in 2016. Hij liet een speciaal comité een ‘transitieadvies’ opstellen om tot dierproefvrij onderzoek te komen.
Maar sindsdien is het aantal dierproeven in Nederland nauwelijks gedaald, staat in een motie van Tweede Kamerlid Ines Kostić (Partij voor de Dieren). Ze wil dat Nederland alsnog een voorlopersrol gaat spelen “in de ontwikkeling en versnelling van proefdiervrije innovaties en de afbouw van dierproeven”. Van links tot rechts waren vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer het daarmee eens.
Lichte daling
Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn er in 2023 meer dan 413 duizend dierproeven geregistreerd, waarvan ruim de helft op muizen en ratten. Ter vergelijking, in 2016 waren dat 449 duizend dierproeven.
Dat is weliswaar een daling van twaalf procent, maar niet doordat er zoveel alternatieven voor dierproeven zijn bedacht. Deze daling wordt vooral verklaard door de wereldwijde economische situatie.
Wetenschap
Ook binnen het wetenschappelijk onderwijs worden er nog altijd veel dierproeven uitgevoerd. Volgens de laatste NVWA-tellingen gaat het om meer dan tachtigduizend dierproeven in 2023.
Volledig dierproefvrij onderzoek is er dus nog lang niet, weet ook het Nationaal Comité advies dierproeven (NCad). Het werkt al aan een nieuw advies. De datum van publicatie is nog onbekend.