Na ruim twintig jaar eindelijk een echt theater
Oud-voorzitter van Cultuur op de Campus Linda van der Pol, een van de velen die zich hard heeft gemaakt voor een cultuurcentrum op de campus, ging gisteren naar de opening van cultuurzaal C en blikt terug op een bewogen totstandkoming.
Componist en theatermaker Merlijn Twaalfhoven benoemt het maar eens als hij C instapt, als een van de acts die gisteren kleur gaven aan het openingsprogramma: ‘Het podium. Het licht. Het publiek, dat is waar ik altijd van droomde.’ Dat is waar wíj altijd van droomden– de lange, lange lijn cultuurliefhebbers, beleidsmakers en universiteitsbestuurders die lobbyden en plannen maakten voor een cultuurcentrum.
Want die queeste gaat lang terug: al in 1995 publiceerde universiteitskrant KUnieuws, de voorloper van Vox, een artikel met de kop ‘Frustraties. Cultureel centrum terug bij af.’ Student sociologie Micha Hollestele sprak daarin de verwachting uit dat er wel een centrum zou komen, maar hij verwachtte ‘de opening niet eerder dan in september 1996.’
Op het Cultuurcafé en theaterzaaltje De Rode Laars na, liepen de plannen spaak. Niet eerder dan in 2013 kwam er op initiatief van cultuurkoepel CHECK weer schot in de zaak: een stuurgroep met afgevaardigden van betrokken partijen mocht zich over de plannen buigen.
Een bewogen jaar
Zoals alle oud-bestuurders van CHECK en Cultuur op de Campus ben ik slechts een klein schakeltje in dat verhaal, iemand die één jaar meepraatte. Maar wel in het veelbewogen jaar 2015. Dat jaar schreef Vox opeenvolgend: ‘Kogel door de kerk voor cultuurcentrum’ (maart), ‘Dit is het cultuurcentrum’ (de bouwschetsen, juni), ‘Cultuur centrum lijkt er niet te komen’ en ‘College vond cultuurcentrum te duur’ (beide oktober) en ‘Misschien toch hoop voor cultuurcentrum’ (november).
Mijn opluchting toen het ja-woord op papier stond herinner ik me goed. Een theaterzaal, repetitieruimtes, vergaderzalen, expositieruimte, een atelier en wellicht een doka. Al zou ik zelf lang en breed van de universiteit weg zijn bij de opening van deze cultuurtempel, de opluchting kon niet groter zijn. Ik herinner me mijn waanzin toen er een streep door de plannen ging. De schietgebedjes. De onmacht– geen vinger meer in de pap. De berusting.
En nu, dan toch, een zaal. Het is bijzonder mijn verlangens vertaald te zien in dit podium. Ik ben onder de indruk van de geluidsinstallatie, de grote vloer, zelfs de vijf rijen gordijnen. Een beetje trots zie ik hoe twee bestuursleden van Cultuur op de Campus de boel aan elkaar praten, naar de acts die een voor een langskomen. De studente die van boven de techniek bedient.
Het bruist en het schuimt
Af en toe glippen er mensen door de deur naar binnen of naar buiten, dan klinkt de borrel buiten. Ik vraag me af of drankjes altijd mee naar binnen mogen. Op de trap loopt een jongen een meisje omver, wier glas bier over haar kleding morst. Het bruist hier en het schuimt.
Het is een strijd geweest, tot de stoelen aan toe
In aanloop naar de opening zoek ik contact met een aantal mensen met wie ik in 2015 in de werkgroep zat. Jurgen Brink, beleidsmedewerker bij dienst studentenzaken en destijds secretaris, is blij: ‘Een volwaardige theaterzaal,’ jubelt hij, dat had minder gekund. En dan nog een café met stijl, geen veredelde kantine. Ook voor Ger Boonen, hoofd dienst studentenzaken, is het een overwinning. Het is een strijd geweest, tot de stoelen aan toe– die al dan geen klaptafeltjes kregen. Niet gekomen. Zo is het een écht theater, geen onderwijszaal.
Een zaal, geen centrum
Er zijn heus wel wat slakken om zout op te leggen. Zo is C een záál, nog geen centrum, maar dat doe ik nog even niet, want ik zit lekker. En sinds ik eens zes uur lang in Carré vastzat tussen rugleuning en balustrade –krappe boel daar!– kan ik beenruimte waarderen.
Achter mij schuift een jongen aan die ‘het idee heeft dat iedereen een beetje bezopen is,’ en dat kan goed kloppen. ‘Duurt lang!’ roept hij in afwachting van programmablokje Pixar shorts. Ik wil hem toesissen dat wachttijd relatief is, maar in plaats daarvan zak ik nog iets verder weg in mijn stoel.
‘Nieuwe gebouw met minder studievertraging’
Gisteren was het dubbel feest in het nieuw geopende Elinor Ostromgebouw. De feestelijke opening van cultuurzaal C werd voorafgegaan aan de opening van de managementfaculteit. Onder meer burgemeester Hubert Bruls sprak een woordje: als alumnus politicologie zette hij het nieuwe gebouw af tegen de voormalige huisvesting van de faculteit in de Thomas van Aquinostraat. Decaan Paul Hendriks zei het hem na: ‘Het verschil had niet groter kunnen zijn.’ Hendriks grapte dat dankzij de nieuwbouw het studietempo zou oplopen. ‘De belangrijkste reden voor studievertraging was dat de studenten hun weg in de TvA niet konden vinden.’