‘Universiteit doet te weinig voor toptalent’
Wie studeert en buitengewoon talent heeft voor sport of cultuur, wordt aan de Radboud Universiteit maar mondjesmaat bediend. Dit stelt de universitaire studentenraad die hierover deze maand een discussie aanzwengelt in de medezeggenschap.
Zo er al regels bestaan, zijn deze onder de toptalenten onvoldoende bekend. Uit een enquête onder studenten en gesprekken met universitaire ondersteuners wordt duidelijk dat het eerder toeval dan beleid is dat de toptalenten weten waar ze moeten aankloppen. Zo zijn er regels over financiële ondersteuning en het aanpassen van studieprogramma’s, maar het zijn vooral medestudenten die hierop wijzen. De studentenraad pleit daarom voor betere informatieverschaffing door de universiteit.
Ook kunnen de opleidingen volgens de raad meer doen om de combinatie van studie en sport te verbeteren. Zo zijn zelfs studieadviseurs regelmatig niet op de hoogte dat studenten in het buitenland online tentamens kunnen afnemen. ‘Het ontbreekt bij docenten/studieadviseurs aan bereidwilligheid om samen met de topsporters te kijken naar inpassing van hun activiteiten in het studieprogramma’, aldus de nota van de studentenraad.
Criteria ontbreken
Ook voor studenten die op cultureel vlak topprestaties ontplooien, laat het beleid te wensen over, en ook voor hen geldt onvoldoende zicht op de mogelijkheden. In beginsel heeft elke student met een uiteenlopend talent recht op ondersteuning, maar volgens de nota is er maar één student die op cultureel vlak momenteel van de universitaire talentondersteuning gebruik maakt.
Voor niet-muzikale talenten, denk aan theater of beeldhouwkunst, is zelfs onduidelijk wie al dan niet onder de topregeling valt. Feitelijk geldt momenteel alleen toegang tot het conservatorium als helder criterium. De studentenraad spreekt daarom van een ‘erg beperkte en enge procedure’ en roept het universiteitsbestuur op de criteria te heroverwegen en te zorgen voor meer maatwerk. / Paul van den Broek