Universiteit duikelt in wereldranglijst
De Radboud Universiteit maakt dit jaar een duikeling in de QS Ranking. Terwijl de Radboud Universiteit in 2011 elf plekken steeg (van 149 naar 138) en het jaar daarna nog twee plekken omhoog kroop, gaat het sinds 2013 bergafwaarts. Vorig jaar daalde de Radboud Universiteit naar plek 143 en dit jaar naar 156.
De daling in Nijmegen staat in contrast met de scores van andere Nederlandse universiteiten: Amsterdam, Utrecht, Delft en Groningen stijgen dit jaar in de lijst, en bij de Universiteit van Amsterdam kan de vlag uit: voor het eerst staat een Nederlandse universiteit in de top 50 van de lijst.
Omissie
Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, vindt het lastig een reden te bedenken voor de daling. ‘Op bijna alle indicatoren is de score van de Radboud Universiteit tenminste gelijk gebleven.’ Volgens hem heeft de val deels te maken met een omissie in de lijst: op de deelscore ‘verhouding staf en studenten’ scoort Nijmegen beter dan vorig jaar, maar worden toch minder punten gegeven. ‘We zoeken bij QS uit hoe dit zit.’ Verheugend is volgens Gerritsen de sterke stijging in het aantal citaties, een andere deelscore in de QS-lijst: Nijmegen staat op dit punt in de top 50 van de wereld, maar jammer voor de RU is dat de citatiescore maar een vijfde van de einduitslag bepaalt.
Veruit de belangrijkste factor in de lijst is de ‘academische reputatie’, die voor 40 procent meetelt. Al jaren probeert de universiteit haar verbeterde kwaliteit – zoals ook nu weer blijkt uit de citaties – te vertalen naar een betere beeldvorming. Lukt dat? Ja: op dit punt scoort de Radboud Universiteit plaats 250, 13 hoger dan vorige keer. Een forse duikeling echter maakt Nijmegen op de deelscore ‘reputatie onder werkgevers’ (van 261 naar 401). De verklaring is volgens Gerritsen dat dit jaar in andere regio’s vragen zijn gesteld, met name onder werkgevers in Azië.
De QS-lijst telt 800 universiteiten over de hele wereld. MIT, Massachusetts Institute of Technology staat op 1, Cambrigde en het Imperial College London delen de tweede plaats. / Paul van den Broek, Jolene Meijerink
Carla schreef op 17 september 2014 om 13:13
Deze knappe ontleding van een cijfermatige momentopname lijkt me het zoveelste bewijs van de stelling dat we ons niet naar deze lijstjes moeten richten.