Universiteit treurt bij mogelijke val Valkhof Museum
Sinds jaar en dag weten de Radboud Universiteit en Museum Het Valkhof elkaar te vinden op het gebied van onderwijs, stages en tentoonstellingen. Nu stopzetting dreigt, spreken docenten van de letterenfaculteit zich uit: ‘Als de gemeente het museum sluit, trekken ze zich later nog de haren uit het hoofd van spijt.'
Sinds Museum Het Valkhof eind januari onder curatele werd gesteld, is de toekomst van het museum onzeker. Twee bureaus doen momenteel onderzoek naar de financiële en bestuurlijke problemen, waarna de gemeente een besluit neemt over eventuele nieuwe subsidies. Voor de universiteit is het van groot belang dat het museum openblijft. ‘We werken op vele vlakken samen’, zegt cultuurwetenschapper Edwin van Meerkerk.
Onderwijs is een van die vlakken. Studenten volgen colleges in het museum, doen er onderzoek en lopen er stage. ‘Musea zoals het Valkhof zijn dé onderzoekslaboratoria van kunsthistorici en archeologen’, stelt literatuurhistoricus Johan Oosterman. Ook op het gebied van museumeducatie is de nabijheid van Museum Het Valkhof ideaal. Van Meerkerk: ‘We zijn sinds vorig jaar een minor museumeducatie gestart en we hebben plannen om met het Valkhof een en ander verder uit te werken.’
Maria van Gelre
Naast extra onderwijsmogelijkheden biedt het museum de universiteit ook een platform voor valorisatie: het benutten van academische kennis. Archeoloog Stephan Mols kan het belang hiervan niet genoeg benadrukken: ‘Als wetenschappers hebben we de maatschappelijke plicht om onze expertise te delen met een breder publiek.’ Dit gebeurt via lezingen, workshops en tentoonstellingen. Zo leverden universiteitsmedewerkers bijdrages aan De laatste uren van Herculaneum en recenter Gladiatioren, helden van het colosseum.
‘We werken op vele vlakken samen met het museum’
De universiteit is ook betrokken bij de eerstvolgende grote tentoonstelling. Op initiatief van Oosterman is Het gebedenboek van Maria van Gelre vanaf oktober 2018 in het museum te zien. De huidige ontwikkelingen doen daar niks aan af, integendeel. ‘Hoewel het Valkhof de komende vier jaar geen grote tentoonstellingen gaat organiseren, hebben ze dit project wel vastgelegd’, aldus Oosterman. Met Oostermans tentoonstelling hoopt het Valkhof op een publiekstrekker à la Gebroeders Van Limburg. Oosterman: ‘Toen het project werd afgetrapt en veel mensen enthousiast reageerden, zei interim-directeur Jan van Laarhoven al dat deze tentoonstelling er móet komen.’
Ambassadeurs van de stad
‘Er is geen betere plek voor deze tentoonstelling dan Museum Het Valkhof’, stelt Oosterman. Het gebedenboek is waarschijnlijk gedeeltelijk in Nijmegen geproduceerd en hertogin Maria van Gelre heeft het gebruikt om in de nabijgelegen Valkhofkapel te bidden. Door de geschiedenissen van de regio te tonen, zet het museum Nijmegen op de kaart, vindt Odette Straten, hoofd educatie en activiteiten in het Valkhof. ‘Zowel de universiteit als het museum moeten zich opstellen als ambassadeurs van Nijmegen; dit is toch de oudste stad van Nederland.’
Van Meerkerk onderschrijft deze opvatting. Hij wijst op het ringenmodel voor gemeentelijk cultuurbeleid. ‘In een grote stad als Nijmegen behoort een museum tot het culturele palet; het maakt een stad aantrekkelijk, bijvoorbeeld voor nieuwe studenten.’ Volgens Van Meerkerk moeten de huidige financiële problemen dan ook geen reden zijn om het museum stop te zetten. ‘Als de gemeente het Valkhof sluit, beseffen ze op lange termijn pas wat ze missen. Dan trekken ze zich nog de haren uit het hoofd van spijt.’
p.j. rietbergen schreef op 20 april 2017 om 14:43
Of veel studenten van de RU c.a. het ValkhofMuseum “kennen”, vraag ik me af. Toch is het behoud ervan voor een stad als Nijmegen natuurlijk onomstreden: wie kan zich erop laten voorstaan ‘de oudste stad van Nederland’ te zijn, en tegelijk het stedelijk museum sluiten?
Echter, de gemeentelijke instanties hebben zich jarenlang te weinig afgevraagd, wat schromelijk falend museum-management betekende, en de Raad van Toezicht had al lang geleden onder curatele gesteld dienen te worden.
Een nieuw beleidsplan en, dunkt me, ook een vorm van ‘visuele openheid’ naar het nu door de groene glaswand lelijk afgesloten Kelfkensbos zouden (kleine) wonderen kunnen doen.