Universiteiten en Elsevier bereiken akkoord over Open Access
Nederlandse hoger onderwijs-organisaties hebben een akkoord gesloten met uitgever Elsevier over Open Access. Bijna alle Nederlandse nieuwe wetenschappelijke publicaties zijn daardoor automatisch gratis te lezen.
Dat maakten universiteitsvereniging VSNU, de medische centra (NFU), subsidieverstrekker NWO, de KNAW en de Vereniging Hogescholen vandaag bekend. De partijen betalen ruim 80 miljoen euro aan Elsevier voor de nieuwe afspraken, valt te lezen in het contract dat volledig online staat.
De nieuwe overeenkomst geldt voor alle artikelen die wetenschappers tussen 1 januari van dit jaar en 31 december 2024 ter publicatie aanbieden bij vakbladen van Elsevier. Elsevier is wereldwijd een van de grootste uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften, waaronder medische topbladen als The Lancet en Cell. Elsevier heeft overigens niet alle toptijdschriften in bezit. Zo vallen de topbladen Nature en Science onder andere uitgevers.
Betaalmuur
Kennisinstellingen en NWO trekken al jaren samen op om wetenschappelijke publicaties gratis toegankelijk te maken – Open Access. Nu zitten veel artikelen nog achter een betaalmuur, terwijl het onderzoek dat ze beschrijven vaak met publiek geld betaald is. De instellingen proberen uitgevers over te laten stappen op een model waarin onderzoekers zogenaamde ‘verwerkingskosten’ voor redactie en vormgeving betalen wanneer ze een artikel publiceren, in plaats van wanneer ze een publicatie willen lezen.
In het akkoord is afgesproken dat 95 procent van de Nederlandse wetenschappelijke artikelen in Elsevier-tijdschriften nu Open Access wordt (The Lancet en Cell zitten vooralsnog in de andere 5 procent), en dat men ernaar streeft om dit snel te verhogen tot 100 procent. Voorheen lag dit percentage nog op zo’n 30 procent.
Geen publicatiekosten
Daarnaast hoeven onderzoekers ook geen aparte publicatievergoeding te betalen. Die kosten hebben de instellingen gezamenlijk afgekocht binnen de overeenkomst. Ook krijgen wetenschappers die bij de kennisinstellingen werken toegang tot alle publicaties die gepubliceerd zijn in Elseviertijdschriften.
Ten slotte zeggen de instellingen en Elsevier samen te gaan kijken hoe ook onderzoeksinformatie, zoals data, beter gedeeld kan worden – tussen wetenschappers onderling en met de maatschappij. Ze gaan hier de komende tijd pilots voor ontwikkelen.
‘Deze overeenkomst zal enorm bijdragen aan wetenschappelijke vooruitgang’
De betrokken partijen noemen het akkoord – een uitwerking van een ‘raamovereenkomst’ die in december vorig jaar al werd gesloten – wereldwijd uniek. De Delftse rector Tim van der Hagen, hoofdonderhandelaar namens de VSNU, heeft het in het persbericht over ‘een doorbraak’. NFU-onderhandelaar Hans Romijn (Amsterdam UMC) stelt: ‘Deze overeenkomst zal zonder twijfel enorm bijdragen aan wetenschappelijke vooruitgang en, belangrijker nog, aan betere behandelingen voor onze patiënten.’
prof. mr. Paul Nève schreef op 21 mei 2020 om 21:10
“een model waarin onderzoekers zogenaamde ‘verwerkingskosten’ voor redactie en vormgeving betalen wanneer ze een artikel publiceren” .
Als we niet oppassen worden de abonnementskosten afgewenteld op de auteurs, beursalen, ZZP’ers, net uit de universiteitsdienst ontslagen promotie-plaats bezetters etc. Bij de onderhandelingen met de uitgevers speelt dit probleem al lang.
Mark schreef op 23 mei 2020 om 22:10
Ik mis een kritische noot hier. Belangrijk onderdeel van het pakket is dat Elsevier en VSNU-leden (waaronder dus de Radboud) een verregaande samenwerking aangaan. Dat is in het persbericht slim geframed als “kijken hoe ook onderzoeksinformatie, zoals data, beter gedeeld kan worden”, een framing die hier eenvoudigweg overgenomen is. Maar een net zo belangrijk onderdeel van de overeenkomst is het ontwikkelen van infrastructuur voor “erkennen en waarderen” (kort gezegd meetinstrumenten om onderzoekers te vergelijken) en voor “open access compliance” (meetinstrumenten voor OA-productie). Daarmee krijgt Elsevier een ongekend kijkje achter de schermen van de belangrijkste klanten, kunnen ze op hun gemak hun aanbod perfect aanpassen zodat het op relevante decision points ’toevallig’ boven komt drijven, en hebben ze dus een niet te evenaren concurrentiepositie gekregen in zowat elk deel van de kennisproductieketen. De open access framing is een extra bonus voor ze, want ze hebben al jaren een beroerd imago.