Vacatures voor beurspromovendi leiden tot verontwaardiging
Drie vacatures voor promotieplaatsen bij de faculteit Letteren leiden tot verontwaardigde reacties. Succesvolle sollicitanten krijgen namelijk een driejarige beurs toegewezen van 1600 euro per maand – voor 40 uur per week – in plaats van een reguliere arbeidsovereenkomst. Dat is minder dan het minimumloon.
Beurspromovendi, ook wel bursalen genoemd, hebben minder rechten dan reguliere werknemers. Niet alleen is hun inkomen lager dan dat van andere promovendi – en zelfs minder dan het minimumloon – ook missen gunstige arbeidsvoorwaarden zoals pensioenopbouw.
Het is discutabel dat de Radboud Universiteit nu ook bursalen aan wil nemen, stellen onder anderen onderzoekers van de faculteit der Letteren zelf. ‘Schandalig dat dit kan op mijn universiteit’, schrijft bijvoorbeeld promovendus Marten van der Meulen op Twitter. Mede-promovendus Adriaan Duiveman fulmineert in zijn column op Vox: ‘Vakantiegeld, dertiende maand, pensioenopbouw: we zijn het niet waard. En vier jaar promoveren, dat kan toch ook gewoon in drie?’
Tegen beurspromovendi
De vacatures zijn des te opmerkelijk omdat de Radboud Universiteit zich altijd juist uitgesproken heeft tegen het aanstellen van promovendi via een beurs van de universiteit – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Rijksuniversiteit Groningen, die er uitgebreid mee experimenteert. Zo stelt de Nijmeegse universiteit op haar vacaturepagina dat promovendi meetellen ‘als iedere andere medewerker’. Ze krijgen een arbeidsovereenkomst en een regulier salaris met pensioenopbouw.
Dat er nu opeens wel bursalen aangesteld worden, heeft met de financiering van de promotieplekken te maken, legt Harm Kaal uit, de Universitair Docent bij Geschiedenis die de vacatures uitschreef. ‘Het geld komt van een Duitse private stichting, de Gerda Henkel Stiftung. Dit soort stipendia zijn heel gebruikelijk in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, landen die ook bij dit project betrokken zijn. Wij hebben geen zeggenschap over hoe die beurzen in elkaar zitten – dit zijn nu eenmaal de voorwaarden van de stichting.’
‘Dit soort stipendia zijn heel gebruikelijk in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk’
Het gaat dan ook niet om gewone promotieplaatsen, legt Kaal uit, maar om zogeheten external PhD’s, buitenpromovendi waar de faculteit wel vaker mee werkt. De promovendi – die onderzoek gaan doen naar democratie in het naoorlogse Europa – doen hun onderzoek vooral in het buitenland. ‘Het is niet zo dat ze hier 40 uur per week komen te zitten. Ze zullen hier hooguit in het begin en aan het eind van hun project zitten. De stichting verwacht wel dat het onderzoek hun hoofdwerkzaamheden zijn.’
Opvallend is dat de universiteit de werkduur van 40 uur per week donderdag in de loop van de dag uit de vacaturetekst haalde.
Niet onoverkomelijk
Als buitenpromovendus kunnen de promovendi gebruik maken van de faciliteiten op de campus, zoals de bibliotheek. Ook is het de bedoeling dat ze alle drie aan het eind van hun project aan de Radboud Universiteit hun proefschrift verdedigen.
Dat de promovendi een jaar korter hebben om hun proefschrift te schrijven, is niet per se een probleem, aldus Kaal. ‘We proberen het zo in te richten dat ze binnen drie jaar klaar kunnen zijn.’ Zo worden de bursalen wel lid van de facultaire graduate school, maar hoeven ze geen verplichte cursussen te volgen of onderwijs te geven.
Dat de beurspromovendi nu ongunstigere arbeidsvoorwaarden krijgen vindt Kaal niet onoverkomelijk, al had hij zelf ook liever reguliere promovendi aangesteld. ‘Dat heb ik ook geprobeerd, via NWO, maar dat is helaas niet gelukt. Toen ik deze stipendia kon aanvragen, liet ik dat niet aan me voorbij gaan – inhoudelijk passen ze namelijk heel goed bij het onderzoek dat ik doe.’
Reactie Radboud Universiteit
De universiteit had op moment van publicatie nog geen reactie gereed. In een eerdere vraag over beurspromovendi liet een woordvoerder weten dat de Radboud Universiteit geen beurspromovendi kent waarbij de promovendus een beurs krijgt van de universiteit zelf. Wel zijn in Nijmegen onderzoekers die promotieonderzoek doen met een beurs van een andere overheid, zoals Indonesië of China.
Josie Sanders schreef op 23 januari 2020 om 16:23
“Wij hebben geen zeggenschap over hoe die beurzen in elkaar zitten – dit zijn nu eenmaal de voorwaarden van de stichting.”
Wat is dat nu weer voor een Stockholmsyndroom-logica? Dus als een stichting hoogst immorele voorwaarden stelt, moet je daar maar in mee? De Radboud Universiteit is toch principieel tegen beurspromovendi? Nu is er met een truc bedacht dat het wel kan, als we ze maar ‘extern’ noemen – terwijl ze de facto gewoon intern zijn. Het College van Bestuur komt haar belofte niet na.
Alex Gerardsen schreef op 23 januari 2020 om 16:28
Wat enorm hypocriet. Als je een ‘drol’ een ‘ijsje’ noemt, dan blijft het toch gewoon een ‘drol’?