Van bil gaan met een eerstejaars? No way
Hoe ga je om met een dronken eerstejaars? En introcest, is dat nu wel of niet toegestaan? Dat soort vragen kwam gisteren voorbij tijdens de mentortraining voor de introductie. ‘Je hebt als mentor een machtspositie.’
Seks, drugs en bier: normaal gesproken niet de hot topics in de collegezaal, althans niet in de openbaarheid. Vandaag is een uitzondering: in een klein zaaltje in het studiecentrum van geneeskunde zitten tien aankomende papa’s en mama’s in een kring. Aan gespreksleider Tillo, zelf student tandheelkunde, de taak de discussie in goede banen te leiden. Het doel: de mentoren klaarstomen voor een geslaagde intro die leuk is voor álle deelnemers.
Vooral alcohol houdt de gemoederen bezig. Tijdens de introductie is het bier niet aan te slepen, en niet iedereen zit er op te wachten om elke avond lam naar huis te gaan. En dan is daar ook nog die leeftijdsgrens van achttien jaar, die de groep indeelt in kindjes die wél en niet mogen drinken.
Drugs
Toekomstige mama Kim vindt dat alcoholgebruik vanaf moment één bespreekbaar gemaakt moet worden. ‘Eigenlijk bij de eerste ontmoeting al. “Hoi, ik ben Kim, drink jij bier?”’, grapt ze. Zodat de kindjes die liever een colaatje drinken ook echt geen bier voor hun neus krijgen.
‘Als een kindje gaat trippen, heb ik geen idee wat ik moet doen’
Papa Lars heeft een andere strategie: er niet veel aandacht aan besteden. ‘Anders leg je alleen maar de nadruk op de niet-drinkers. Dat is voor hen niet fijn.’ Wessel vindt dat je het wel of niet drinken van alcohol één op één met deelnemers moet bespreken, zodat er geen groepsdruk is om toch bier te bestellen.
Waar de mentoren veel strenger op reageren is drugs. Gert-Jan: ‘Dat vind ik echt een no-go. Als een kindje dronken wordt weet ik nog wel wat ik moet doen. Maar als ze gaan trippen heb ik geen idee.’ Saskia: ‘Als mentor moet je een grens trekken. Je kunt gewoon afspreken: geen drugs tijdens de intro.’ Wessel vindt dat je niet alles in regels kunt gieten. ‘Maak het wel bespreekbaar. Anders gaan mensen het stiekem doen en verlies je de controle.’
Duitsland
Nieuw tijdens de komende introductie is het eindfestival in Duitsland. En bij onze oosterburen gelden andere regels: daar mag vanaf het zestiende leeftijdsjaar worden gedronken. Sommige mentoren maken zich wel zorgen om de minderjarigen, zoals Mats, die ervoor vreest dat zijn jongste kindjes tijdens het weekend opeens helemaal los gaan.
Maar waar Saskia zich nog meer zorgen om maakt: in Duitsland is drugs strikt verboden. ‘Niemand moet dus op het idee komen om drugs mee te nemen.’ Volgens Wessel zijn ze in Duitsland zelfs van plan daarop te controleren.
Introcesttabel
Gespreksleider Tillo loopt naar het bord. Daar begint hij kriskras wat lijnen te zetten. ‘Introcesttabel’ schrijft hij erboven. De vraag is: welke dingen mogen er wel en niet binnen de groep gebeuren? Categorie één is flirten – daarover is iedereen nog erg meegaand. Behalve Wessel, die vindt dat alle seksuele escapades binnen een groep ‘gezeik opleveren’. ‘Het wordt altijd ongemakkelijk.’
Maar als het gaat om ‘met iemand mee naar huis gaan’ lopen de gemoederen op. Van bil gaan met een kindje? No way, vinden de meeste mentoren. ‘Wacht daar lekker een weekje mee’, vinden Gert-Jan en Marie. Erik, die zelf een vriendin heeft, vindt het nog best kunnen als mentoren op de vierde of vijfde avond met een introkindje mee naar huis zouden gaan. ‘Het is nu ook weer niet zo dat wij hun docent zijn.’
Nina: ‘Als je net van de middelbare school komt is iets al snel een bigger deal dan wanneer je een paar jaar studeert. Zoenen met een zeventienjarige wekt misschien toch verwachtingen.’ Daarbij heb je als mentor een machtspositie, vindt ze: ‘De kindjes kijken toch tegen je op. Daar moet je geen misbruik van maken.’
Willibrord Huisman, afd. onderwijsondersteuning schreef op 23 augustus 2018 om 16:55
Mooi artikeltje hoor. Maar please please kunnen alle mensen die over onderwijs schrijven nu eindelijk eens stoppen met dat verfoeilijke woord ‘klaarstomen’? (van Dale: iemand met snelheid gereedmaken). Zo werkt leren niet en zo werkt onderwijs niet; het is fundamenteel fout om de lerende (hier: de mentoren) in zo’n passieve rol te schetsen. En als je het artikel leest zie ook dat daar geen sprake van is.
(En trouwens: “Het doel: de mentoren klaarstomen” is ook nog fout. Dat is geen doel, maar dat is wat er gebeurt. Het doel is dat ze straks hun taak aankunnen.)