Van Fritz Polak tot Boukje en Roos: oud-studenten geven nieuwe paden op de campus een naam
Het gebied rond het Montessorigebouw is de laatste jaren flink op de schop gegaan. De nieuwe paden die zijn aangelegd waren nog naamloos. Tot nu. De universiteit heeft voormalige studenten en promovendi uitgekozen die als naamgevers gaan dienen. Onder anderen een slachtoffer van de Decembermoorden en twee verongelukte studentes krijgen hun eigen pad.
Nu eens geen grote geleerden, maar oud-studenten. Er is bij de naamgeving van de nieuwe paden, die zijn ontstaan na het afbreken van de Thomas van Aquinostraat en de bouw van het Maria Montessorigebouw, onder meer gekeken naar inclusiviteit en een goede spreiding over de faculteiten.
‘Dit zijn allemaal namen die ik in mijn onderzoek al eens tegen ben gekomen en waarbij ik me afvroeg of deze mensen niet meer bekendheid verdienden’, zegt universiteitshistoricus Jan Brabers, die samen met woordvoerder Martijn Gerritsen en Ferry Soetekouw van Campus and Facilities het voorstel voor de naamgeving heeft gedaan.
Decembermoorden
‘Het laat ook zien hoe divers de universiteit altijd is geweest’, aldus Brabers. Hij wijst op de eerste promovendus Gerard van der Velde in 1924. ‘Die was dus niet katholiek. Of oud-student en promovendus Gerard Leckie, die later decaan werd op de Universiteit van Suriname en een van de vijftien slachtoffers was van de Decembermoorden in 1982.’
Het Roos en Boukjepad is vernoemd naar studenten Roos de Jong en Boukje Niewold die overleden op een studiereis in 2001. Ze waren op weg naar Pompeï om opgravingen te doen en overleden bij een verkeersongeluk. Ook hun hoogleraar Jos de Waele kwam om. Roos en Boukje staan symbool voor alle omgekomen Nijmeegse studenten.
Nabestaanden
Er is contact gezocht met de nabestaanden van Boukje en Roos. Volgens Brabers waren die geroerd door de naamgeving. In alle acht gevallen is gezocht naar nabestaanden. Bij sommige naamgevers bleek dit zo goed als onmogelijk, zoals bij de in Auschwitz vermoorde student Fritz Polak of de eerste vrouw die bij geneeskunde promoveerde, Douwine Norel, die geen nabestaanden had.
Naar verwachting zal er in het voorjaar een plechtigheid zijn waarbij de namen van de paden worden onthuld. ‘Er komen voor alle straten nieuwe bordjes’, zegt Brabers. ‘We willen daar ook QR-codes aan toevoegen zodat je meer informatie over deze personen kunt lezen en een foto kunt zien.’
Dat namen als het Kemperpad, Erasmuspad, Gaiushof of Thomas Morehof vervallen, is volgens Brabers geen groot gemis. ‘Vaak zijn dit namen die voor onze universiteit specifiek weinig betekenis hebben. Daarnaast blijven er ook nog veel gewoon bestaan.’
Taborsky
De zoektocht naar nieuwe namen is soms macaber geweest, vertelt Brabers. Zo is een voorwaarde van de gemeente Nijmegen dat een persoon tien jaar dood is voordat er een straat naar diegene mag worden vernoemd. Daardoor ging een streep door de naam van Otto Taborsky, die in de jaren vijftig als Hongaarse vluchteling in Nijmegen kwam studeren en later hoogleraar in Tilburg werd. Hij overleed in 2019. ‘Dat is wel een vreemde gewaarwording en veel uitzoekwerk’, zegt Brabers. ‘Maar zo hebben we nog genoeg kandidaten voor toekomstige straatnamen.’