Van patiënt naar prinses: Kelly is herstellende van darmkanker en pakt de draad met carnaval weer op
Kelly Janssen (35) herstelde van darmkanker met uitzaaiingen en probeert haar leven weer op te pakken. Nu is de medewerker en student van de Radboud Universiteit prinses carnaval in Angeren. 'De jurk kocht ik pas een paar dagen voor de onthulling, zó bang was ik dat het toch weer mis zou zijn.'
Zorgvuldig kiest Kelly Janssen, moeder van twee zoons (4 en 6), in een lunchroom in Nijmegen-Noord haar woorden. Ze wil ervoor waken dat lotgenoten valse hoop putten uit haar verhaal, tegelijkertijd wil ze ook niet te somber zijn.
En de rol van carnaval, dat vandaag losbarst, mag zeker niet onderschat worden, benadrukt ze. ‘Dankzij dat feest kan ik langzaamaan weer sociaal integreren in de maatschappij.’
‘Ik sloeg over het winkelkarretje van de pijn, zo heftig was het’
Haar perspectieven zijn nu goed. Janssen is na een geslaagde immuuntherapiebehandeling en een operatie ziektevrij verklaard. De kanker is weg. Het trauma niet.
Extreme buikpijn
Waarschijnlijk was ze al een aantal jaar ziek, vertelt de adviseur onderzoekscommunicatie bij de Faculteit der Managementwetenschappen én student aan de filosofiefaculteit. ‘Zoiets voel je gewoon. Ik had fysieke klachten en was al heel lang constant moe. Ik weet nog dat ik twee jaar geleden in de zomer met mijn ouders op het strand in Texel liep. Ik kon ze nauwelijks bijhouden. Nu besef ik: het was toen al goed mis.’
De alarmbellen gaan pas af als ze diezelfde zomer in de Albert Heijn opeens wordt overvallen door een extreme buikpijn. ‘Ik sloeg over het winkelkarretje van de pijn, zo heftig was het. Met veel moeite lukte het me om af te rekenen. Daarna ben ik linea recta naar de spoedeisende hulp van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis vertrokken.’
Uit bloedonderzoeken blijkt niets afwijkends. Janssen vraagt aan de artsen zelfs nog of ze misschien darmkanker heeft. ‘Maar daar was ik te jong voor, kreeg ik te horen. Ik ben afgescheept met een doosje ibuprofen en moest maar terugkomen als de klachten aanhielden.’
In één klap in de hel
De pijn verdwijnt niet, maar wordt alleen maar erger. Uiteindelijk stelt een gespecialiseerde kliniek in Apeldoorn de gevreesde diagnose: darmkanker. ‘Het was inmiddels oktober 2021, we zaten vol in de coronalockdown. Ik was in mijn eentje naar Apeldoorn gereden en zat alleen in de kamer toen ik te horen kreeg dat ze ‘iets’ hadden gevonden. Drie dagen later volgde de diagnose. Ik voelde het bloed uit mijn wangen wegtrekken, mijn hele lichaam begon te trillen. In één klap was ik in de hel aanbeland.’
Bij nader onderzoek blijkt ze ook uitzaaiingen in de lever te hebben. Ze krijgt te horen dat ze in stadium vier zit. ‘En dan weet je: de overlevingskansen zijn niet bijzonder hoog. Mijn wereld stortte in. Zou ik mijn kinderen nog kunnen zien opgroeien?’
‘Er blijft een stemmetje in je hoofd die voortdurend zegt: wat als het toch weer mis is?’
Dagenlang zoekt ze op Google, spit ze medische onderzoeken door. ‘Ik heb geen medische achtergrond, dus ik had niet de kennis om ze echt te begrijpen. Maar ik was wanhopig op zoek naar houvast en controle.’ Van het ziekenhuis krijgt ze vervolgens ook nog eens te horen dat ze drager is van het Lynch-syndroom. Een zeldzame, erfelijke aandoening die de kans op bepaalde kankersoorten substantieel vergroot. Wéér een klap. Tegelijkertijd gloort er ook voor het eerst wat perspectief: patiënten met het Lynch-syndroom zijn vaak vatbaarder voor immuuntherapie.
Afnemende klachten
‘Vanwege de complexiteit werd ik overgeplaatst naar het Radboudumc in Nijmegen. Daar kwam ik onder behandeling van een jonge oncoloog. Bij haar voelde ik me voor het eerst echt begrepen en serieus genomen. Ik ben gestart met de immuuntherapie en na één behandeling merkte ik al dat de klachten afnamen.’
De immuuntherapie is pittig, maar mist zijn uitwerking niet. Na drie behandelingen is de tumor gehalveerd, na nog eens drie therapiesessies is de kanker zelfs niet meer op scans te zien. Na een operatie blijkt ze kankervrij te zijn.
‘Natuurlijk was ik enorm blij. Maar euforie voelde ik niet. Er blijft een stemmetje in je hoofd die voortdurend zegt: wat als het toch weer mis is?’
Prinses carnaval
In mei van het afgelopen jaar krijgt de geboren en getogen Angerense van haar zwager Dennis de vraag of ze prinses carnaval bij carnavalsvereniging De Narrenpoel wil worden. Ze is dan net een maand ziektevrij.
‘Natuurlijk zei ik ja. Ik ben opgegroeid met carnaval in Angeren. Door mijn ziekte heb ik de afgelopen periode in een bubbel geleefd. Nu ik prinses carnaval ben, kan ik langzaamaan weer sociaal integreren in een omgeving die voor mij heel warm en vertrouwd voelt.’
Na kanker leef je in tijdsvakken, zegt ze. Van controle naar controle. ‘Pas na mijn laatste controle in november, waaruit opnieuw bleek dat ik kankervrij was, durfde ik een jurk te kopen. Ik hoop dat het klaar is en ik de afgelopen jaren achter me kan laten. Van patiënt naar prinses, zou je kunnen zeggen. Ik wil nu in ieder geval eindelijk weer eens écht feest vieren, zonder zorgen.’
Dit artikel van Stephen Friedrichs verscheen op 20 januari in De Gelderlander.