Wat moet de medezeggenschap in tijden van corona? De vergaderingen met het college van bestuur vinden niet langer in de statige Senaatszaal plaats, maar via Zoom. Ook de campagnes voor de studentenverkiezingen verplaatsen waarschijnlijk naar online.

Vergaderingen in de Aula en aan de verschillende faculteiten zijn er even niet bij voor de leden van de medezeggenschap. In plaats daarvan moet iedereen zijn of haar spreekbeurt afwachten via Zoom, een programma voor videoconferenties. Een paar facultaire vergaderingen vonden al online plaats en wellicht volgt de Gezamenlijke Vergadering met het college van bestuur binnenkort ook – voor zover mogelijk met 39 leden.

Vergaderkalender

‘Binnen de Ondernemingsraad hebben we vooral contact via mail en WhatsApp-groepjes’, zegt voorzitter Bernadette Smelik. ‘We gaan gewoon door met onze vergaderkalender. Misschien lopen sommige stukken wat vertraging op door de coronacrisis, maar dat is nog even afwachten.’

De leden van de Universitaire Studentenraad (USR) houden zoveel mogelijk contact via Skype en Zoom. ‘Ons werk komt niet in het gedrang,’ zegt voorzitter Hans Kunstman. ‘Op de campus lopen we normaal vaak bij beleidsmedewerkers binnen. Dat kan nu even niet; we moeten eerst online een afspraak maken. Met studenten houden we vooral contact via mail.’

Heeft de universiteit volgens jullie goed gereageerd op de coronacrisis?

Bernadette Smelik: ‘De Radboud Universiteit is minder overvallen door de coronacrisis dan andere Nederlandse universiteiten. Heel wat vragen van personeelsleden zijn snel opgepikt. Het college heeft bijvoorbeeld meteen aangegeven dat de extra kosten die medewerkers maken om hun thuiswerkplek goed in te richten, in overleg met hun leidinggevenden, worden bijgehouden zodat deze vergoed kunnen worden. Er is nu een werkgroep thuiswerken gestart. Dat is een goede zaak.’

Hans Kunstman: ‘De crisis is zowel centraal als in de faculteiten goed opgepakt. Medewerkers en docenten hebben in korte tijd innovatieve manieren gevonden om onderwijs en tentamens op afstand zoveel mogelijk te laten doorgaan. In het begin was de communicatie nog lastig, want niet alle 23.000 studenten houden hun mail even goed bij.’

Smelik: ‘Het Teaching and Learning Centre heeft de zaken snel en goed opgepakt, en in de faculteiten heeft iedereen creatief meegedacht om oplossingen te vinden voor digitaal onderwijs en tentamens. Zowel de centrale ICT-ondersteuning als de ondersteuning binnen FNWI hebben keihard gewerkt om zo snel en goed mogelijk alles te regelen.’

Wat zijn momenteel de grootste zorgen van medewerkers van de universiteit?

Smelik: ‘Werkdruk. Wie samen met zijn of haar partner thuis werkt met kleine kinderen, heeft heel wat te managen. Via enquêtes proberen we die werkdruk in beeld te brengen, faculteiten kijken naar mogelijke oplossingen. Ook medewerkers met tijdelijke contracten voor onderzoek verdienen aandacht. Wie niet bij faciliteiten kan, loopt flinke vertraging op.’

En waar liggen studenten wakker van?

Kunstman: ‘We moeten het welzijn van studenten in de gaten houden. Of ze nu bij hun ouders zitten of in een studio of een appartement wonen, vaak zijn ze relatief geïsoleerd. Internationale studenten zijn daarin een specifieke groep, want hun netwerk is minder groot. Ook tentamens blijven een ding. Grootschalige tentamens zoals bij rechten, bedrijfskunde en psychologie zijn uitgesteld naar blok 4, omdat er nog geen manier is gevonden om ze goed af te nemen. Als ze dan ook niet kunnen doorgaan, betekent dat studievertraging, wat financiële consequenties heeft.’

‘Studenten die thuis zitten, vinden het soms moeilijk om zich te motiveren’

‘Tot nog toe ging er – terecht – veel aandacht naar de manier waarop docenten online onderwijs en tentamens organiseren. Maar studenten die thuis zitten, vinden het soms moeilijk om zich te motiveren. Daar maak ik me wel zorgen over.’

Gaan de studentenverkiezingen, die in mei plaatsvinden, nog door?

Kunstman: ‘De organisatie van de verkiezingen ligt niet bij de USR, maar bij een onafhankelijk stembureau. Het lijkt erop dat de verkiezingen door zullen gaan, maar waarschijnlijk zonder campagne op de campus. Die zal digitaal moeten plaatsvinden.’

‘Ik maak me wel  zorgen over de werving van kandidaten. Niet zozeer voor de centrale verkiezingen, maar vooral binnen de faculteiten en de opleidingscommissies. Juist in deze periode zijn er normaal gesproken lunches en borrels voor geïnteresseerden, maar nu niet. Studenten zullen op een andere manier warm gemaakt moeten worden voor de medezeggenschap.’