Vanaf september wil de universiteit de deuren van de Latijnse School openen voor de stad
In september neemt de Radboud Universiteit haar intrek in de Latijnse School. Ze krijgt daarmee een prominente plek, midden in de binnenstad. De ingebruikname van het rijksmonument laat al een tijdje op zich wachten, omdat er nog een hoop moet gebeuren aan het gebouw.
Tijdens het eeuwfeest van de Radboud Universiteit, oktober vorig jaar, was burgemeester Hubert Bruls te gast. Hij kwam niet met lege handen. Namens de gemeente Nijmegen nam hij drie cadeaus mee: een collectie oude boeken, een erepenning én een oud schoolgebouw.
‘We gaan geen meubilair aanschaffen’
Dat laatste betrof de Latijnse School, een rijksmonument recht tegenover de Stevenskerk. Het idee was dat de universiteit er vanaf begin dit kalenderjaar, anderhalf jaar lang, gebruik van kon maken.
Nadat de slingers waren opgeruimd, bleek het betrekken van de Latijnse School nog wel wat voeten in de aarde te hebben. Het gebouw dateert uit de zestiende eeuw en is voor het laatst gerenoveerd in 1975. Er is geen warm water en geen wifi en het gebouw is niet toegankelijk voor mindervaliden.
Daarop gingen universiteit en gemeente met elkaar in gesprek. Uitkomst daarvan is dat de gemeente, als eigenaar van het pand, de entree van het gebouw rolstoeltoegankelijk gaat maken en een toilet voor mindervaliden gaat bouwen. Op 1 september moet dat klaar zijn en krijgt de universiteit de sleutel van het oude schoolgebouw.
Gebruiksklaar maken
Ook de universiteit zelf gaat de komende tijd aan de slag. Met name het aanleggen van de ICT-voorzieningen, zoals wifi en beamers, is een klus. ‘We hebben in totaal een budget van 20.000 euro gereserveerd om het gebouw gebruiksklaar te maken’, zegt Ferry Soetekouw van de divisie Campus & Facilities. Ook andere afdelingen zullen mogelijk nog bijdragen, zegt hij.
Hoe dan ook is het budget beperkt en daarom wil de universiteit creatief met de middelen omspringen. ‘We gaan bijvoorbeeld geen meubilair aanschaffen, maar kijken wat er nog in de opslag op de campus te vinden is.’ Hetzelfde geldt voor de apparatuur die nodig is voor de installatie van de wifi.
‘Uitgangspunt is dat de deuren van het gebouw worden geopend voor de stad’
Een ‘normaal’ universiteitsgebouw moet volledig toegankelijk zijn voor mindervaliden, maar vanwege het tijdelijke gebruik van de Latijnse School is dat niet aan de orde, vertelt Soetekouw. ‘Dan zouden we een lift moeten bouwen.’ Bovendien zou je dan te maken krijgen met het asbest dat in het gebouw zit. ‘We weten waar het zit’, zegt Soetekouw. ‘Zolang we niet gaan boren of breken, is er niks aan de hand.’
Toch waarschuwt Soetekouw dat de kosten van de universiteit bij gebruik nog wel zullen oplopen. De Latijnse School is bijvoorbeeld slecht geïsoleerd, vertelt hij, waardoor de stookkosten in de papieren kunnen lopen. In de warme maanden betekent dat bovendien dat het erg warm kan worden in het pand.
Legio mogelijkheden
Daar krijgt de universiteit wel een prominente plek, midden in de binnenstad, voor terug. Cultuurcoördinator Martijn Stevens ziet legio mogelijkheden waarop de universiteit en het studentenleven van het gebouw zouden kunnen profiteren.
‘Door er bijvoorbeeld exposities te organiseren met Cultuur op de Campus, maar ook voor onderwijsactiviteiten en citizen science is het heel geschikt. Denk aan denktanks van de Radboud Honours Academy.’ Ook ziet hij het wel zitten om kunstenaars die samenwerken met de universiteit tijdelijk te laten resideren in het gebouw.
Verschillende afdelingen van de universiteit hebben al interesse getoond in de Latijnse School. Radboud Reflects wil er misschien lezingen organiseren en het Donders Instituut zou de Latijnse School mogelijk willen gebruiken voor zijn City Lab, dat nu ook al een locatie in muZIEum heeft.
Stevens: ‘Uitgangspunt is dat de deuren van het gebouw worden geopend voor de stad. We willen ontmoetingen stimuleren en zorgen dat er kruisbestuiving ontstaat. Anders kun je net zo goed op de campus blijven.’
Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze in een gebouw uit de zestiende eeuw wonen. Pim Hendriks, biologiestudent aan de Radboud Universiteit, wél. Hij woont nu bijna een jaar anti-kraak in de Latijnse School.
Op de eerste verdieping deelt hij een enorme ruimte met zijn vriendin. Op hun deur hangt een briefje, dat verraadt dat er nog weleens klusjesmannen het gebouw betreden: ‘Hier wonen mensen!’
Hendriks en zijn vriendin hebben in de hoek van hun woonruimte een keukentje ingericht met een elektrische kookplaat. Een gasaansluiting hebben ze niet. ‘Ook hebben we geen warm water. Gelukkig is er op zolder wel een tijdelijke douche met een kleine boiler geplaatst, zodat we niet koud hoeven te douchen.’
Door de kleine raampjes kijken ze tegen de bakstenen gevel van de St. Stevenskerk aan. ‘In het begin was het wel bijzonder om in zo’n historisch pand te wonen, maar dat gaat er vrij snel vanaf’, vertelt hij nuchter. ‘Nu is het gewoon mijn thuis.’
Waar Hendriks en zijn vriendin terechtkomen als de universiteit het gebouw betrekt, weten ze nog niet. Ze reageren volop op online advertenties, maar het is moeilijk zoeken op een overspannen woningmarkt. Ook hun ‘huisbaas’, de leegstandbeheerder die de Latijnse School namens de gemeente verhuurt, is voor het stel op zoek. ‘Maar tot nu toe hebben we nog niks gevonden helaas.’
Pepperoni schreef op 30 mei 2024 om 10:38
Dit cadeau riekt wel heel erg naar een sigaar uit eigen doos.
Gerard schreef op 30 mei 2024 om 12:19
Kunstenaars laten resideren tussen het asbest in dit gebouw???
Lievonne schreef op 30 augustus 2024 om 08:14
Gerard, heb je in het artikel gelezen dat het asbest geen kwaad kan zolang je niet gaat boren of anderzins verstoren?