‘Veel Hongkongers snappen ophef niet’
Het conflict tussen studenten en overheid in Hongkong is nog niet opgelost. Is westerse democratie de enige juiste weg? Student en Vox-medewerker met Hongkongse roots Timo Nijssen mist de nuance in de manier waarop westerse media het conflict benaderen.
Waar Nederlandse studenten binnenkort de straat op gaan om tegen het sociaal leenstelsel te protesteren, lag het Hongkongse zakencentrum onlangs plat door massale manifestaties voor democratie. ‘Occupy Central’ heet het, maar de term ‘paraplu-revolutie’ wordt eveneens gebezigd, een verwijzing naar de beelden van paraplu’s in de media. Hoewel de meeste protesten inmiddels gestopt zijn en de verkeersaders van de stad weer zwart zien van de auto’s in plaats van mensen, is de toon voor de relatie tussen de Special Administrative Region en China gezet. En hoewel aan de belangrijkste eisen van de demonstranten (vrije verkiezingen voor de stadsleider en het aftreden van de huidige, Beijing-gezinde leider C.Y. Leung) niet is voldaan, komt er nu wel een dialoog op gang tussen de bestuurders en de betogers.
De protesten zijn echter dieper geworteld dan alleen een roep om meer democratie. De Hongkongse bevolking heeft het idee dat sinds de stad op 1 juli 1997 door de Britten aan China is overgedragen, de Beijingse regering steeds minder aandacht heeft voor de Hongkongse belangen. Zo wordt Hongkong overspoeld door rijke Chinese toeristen die de prijzen omhoog drijven – niet alleen luxeartikelen zoals goud en jade worden steeds duurder, het is ook onmogelijk geworden om als starter de woningmarkt te betreden. En daarnaast lijkt er een steeds grotere invloed vanuit de Chinese hoofdstad te zijn, in 2012 is bijvoorbeeld geprobeerd nieuwe middelbare schoolvakken met een sterk nationalistisch karakter in te voeren.
Het is te gemakkelijk om te stellen dat de demonstranten volkomen gelijk hebben. De kwestie is nu dat volgens de ‘Joint Declaration’ tussen de Britse en Chinese overheid over Hongkong ‘de Chinese overheid op basis van de resultaten van lokaal gehouden verkiezingen of consultaties een chief executive aanwijst’. De door Beijing voorgestelde aanpassing, waarbij iedereen zou mogen stemmen op vooraf door de Chinese regering goedgekeurde kandidaten, voldoet ook aan de eisen van de Joint Declaration. Vanuit westers oogpunt is een keuze uit vooraf geselecteerde kandidaten natuurlijk geen echte democratische keuze, maar er moet bedacht worden dat een volwaardige democratie zich zelden in een korte tijd vormt.
Daarnaast hebben de Hongkongers al een relatief hoge mate van inspraak in het bestuur. Ze mogen weliswaar niet hun leider direct kiezen, maar er kan wel voor raden zoals de District Councils gestemd worden. Veel mensen in de stad snappen dan ook niets van alle ophef, en zouden veel liever zien dat je met een fulltime baan weer gewoon een klein appartement kunt betalen. Het westerse geschreeuw om democratie wordt ook niet altijd even goed opgevat, zeker aangezien de Britten nooit democratie hebben ingevoerd in de tijd dat zij Hongkong overheersten. / Timo Nijssen
Timo Nijssen (19) studeert Amerikanistiek aan de Radboud Universiteit.