Problemen in de studentenwereld: 25 procent van de verenigingen heeft de opvolging nog niet rond. Dat blijkt uit een enquête van Vox onder studentenorganisaties. Boosdoener is de coronacrisis. 'Daardoor weten studenten niet hoe leuk een bestuursjaar is.'

‘Wat we hebben gedaan om nieuwe mensen te vinden?’ Secretaris Marjolein van Hoften zucht. ‘We hebben een sollicitatiecommissie ingericht, praatjes gehouden, een factsheet gemaakt, mensen persoonlijk geappt en bestuursdiners georganiseerd. Op die diners kwamen twee mensen af.’

Studievereniging InTenS (Taalkunde) worstelt ermee: het vinden van nieuwe bestuursleden. Ieder jaar vervangen frisse gezichten de oude garde, die zich een jaar voor een vereniging heeft ingezet. Tenminste, als opvolgers zich aandienen. Al jaren hebben verenigingen het lastig om nieuwe bestuursleden te vinden. De vraag is of dit door de coronapandemie nog moeilijker is geworden.

Coronacrisis

Uit een enquête van Vox, die door 59 studentenorganisatie werd ingevuld, blijkt de coronacrisis inderdaad een loden last te zijn. Bijna twee derde van de verenigingen geeft aan dat de coronacrisis het (veel) moeilijker maakt om nieuwe bestuurders te vinden. 25 procent van de verenigingen zegt het bestuur voor volgend jaar nog niet rond te hebben. In de meeste gevallen zoeken ze nog twee bestuursleden, soms zelfs vier of vijf.

Van de vijftien besturen die nog opvolgers tekort komen, zegt een grote meerderheid dat door corona studenten moeilijker te bereiken zijn (13), de binding met de vereniging minder is (11) of dat studenten zich liever op de studie richten (10). Ook zeggen sommige clubs dat ze simpelweg minder leden hebben.

Dat verhaal is herkenbaar bij studievereniging InTenS, die zo’n honderd leden telt. In oktober wisselt het bestuur. Dat is in ieder geval de bedoeling, want op dit moment is nog geen nieuw bestuurslid gevonden. Van Hoften: ‘Tijdens een pandemie is het veel moeilijker om mensen te overtuigen. Als je leden via WhatsApp benadert, kunnen ze veel makkelijker nee zeggen. Ze zijn bang dat een bestuursjaar te veel werk is. Als je mensen persoonlijk spreekt, kan je veel van die zorgen wegnemen.’ Dat alle activiteiten online moesten, hielp ook niet. ‘Eerstejaars hebben heel weinig mee kunnen krijgen van het studentenleven. Daardoor weten ze niet hoe leuk een bestuursjaar is.’

Financiën

Ook sportkoepel NSSR, die nog een secretaris en politiek commissaris zoekt, merkt hoe moeilijk het is om te werven in coronatijd. Politiek commissaris Maaike Vink: ‘Het was heel moeilijk om studenten aan ons te binden. Veel van hen spreek je online, maar dan kan je moeilijk overbrengen wat een bestuur met zich meebrengt. Fysiek is het veel makkelijker om contact te maken.’

‘Fysiek is het veel makkelijker om contact te maken’

Daarnaast speelt een andere langdurige trend mee, denkt Vink. ‘Ook zonder de coronacrisis hebben besturen moeite om iemand te vinden. Dat heeft te maken met de financiële druk. Studeren kost veel geld, en daardoor maken studenten minder tijd vrij voor een bestuursjaar.’

Stoppen

Bestuursleden vormen de ruggengraat van de actieve studentenwereld. Zonder bestuursleden vallen verenigingen om, en zonder verenigingen verpietert de bruisende studentencultuur. Zo hangt het voortbestaan van de Batavierenrace aan een zijden draadje. Ook bij InTenS zijn zorgen om het voortbestaan, zegt secretaris Van Hoften. ‘Als er niemand komt, moet de vereniging gewoon stoppen. Er is geen plan B, behalve dat er een nieuw bestuur komt.’

Om toch draaiende te blijven, bedenken verenigingen vaker creatieve oplossingen. Zo kunnen bestuursleden blijven zitten of kan een kandidaatsbestuur genoegen nemen met minder leden. Een andere optie: de taken van een bestuurslid verdelen. NSSR-bestuurslid Vink. ‘Mochten we uiteindelijk niemand vinden, dan verdeelt het kandidaatsbestuur de taken van de politiek commissaris.’

Maar niet bij alle verenigingen is het kommer en kwel. De Koepel der Christelijke Studentenverenigingen (CSN) had bijvoorbeeld acht kandidaten voor vijf posities, na een jarenlang tekort. ‘We merken dat veel bestuurders na zo’n lange tijd van stil zitten zich weer willen inzetten’, zegt voorzitter Joanne Renkema. Grappend: ‘Eigenlijk moeten we de coronacrisis dankbaar zijn.’

Lastig

Radboud-coördinator studentenorganisaties Joël Hendrix reageert verbaasd als ze over het aandeel zoekende besturen hoort. ’25 procent? Dat had ik niet verwacht. Ik had gedacht dat het maar om één op de tien verenigingen zou gaan.’

Het vinden van opvolging is elk jaar lastig, benadrukt Hendrix. Extra maatregelen vanuit de universiteit vindt ze daarom niet direct nodig. Wel kunnen verenigingen in nood altijd bij de universiteit aankloppen. ‘Of bij koepelverenigingen. Dan kijken we wat voor ondersteuning we kunnen bieden. We hebben bijvoorbeeld voor de NSSR reclame gemaakt op sociale media.’ Ook benadrukt ze dat de universiteit op de lange termijn projecten zoals campagnes opzet om het actieve studentenleven te stimuleren.

Studenten die twijfelen, roept Hendrix op om in een bestuur te gaan. ‘Het is leuk, goed voor je ontwikkeling én goed voor je sociale netwerk. Daarbij: volgend jaar wordt weer een heel leuk bestuursjaar omdat waarschijnlijk alles weer kan.’