‘Vertrouwenspersonen op universiteiten hebben te weinig macht om écht in te grijpen’
Intimidatie, seksueel getinte grappen, ander ongewenst gedrag. De academische wereld probeert al een paar jaar 'scientific harassment' tegen te gaan. Ook op de Radboud Universiteit wordt gezocht naar oplossingen. Een dezer dagen beslissen de medezeggenschap en het college van bestuur over een nieuwe regeling vertrouwenspersonen. Is dat voldoende? ‘Op concreet niveau verandert er nog niet zoveel.’
Haar hele promotietraject had Liset al problemen met haar promotor. ‘Hij was mijn enige begeleider, maar inhoudelijk had ik niet veel aan hem’, vertelde ze eerder tegen Vox. Gesprekken die ze met hem probeerde te voeren, zetten alleen maar meer kwaad bloed. ‘”Waarom vertrouw je niet op mijn expertise”, vroeg hij verontwaardigd. Ook moest ik gewoon niet zo onzeker zijn, vond hij.’ Ze schakelde de vertrouwenspersoon in, maar ook dat haalde niets uit. Tot overmaat van ramp werd haar proefschrift afgekeurd.
Ook andere promovenda ondervonden problemen met dezelfde promotor. ‘Maar niemand durfde die aan te kaarten’, aldus Liset, ‘vanwege hun afhankelijkheidsrelatie met hem.’ Door stiekem te overleggen met andere onderzoekers leverde ze uiteindelijk een verbeterde versie van haar proefschrift in – en promoveerde ze alsnog.
Intimidatie
Het verhaal van Liset is geen uitzondering als het gaat over scientific harassment: ongewenste gedragingen variërend van intimidatie tot seksueel getinte grappen. Gebrek aan sociale veiligheid is een structureel probleem op Nederlandse universiteiten, blijkt ook uit onderzoek van het afgelopen jaar van vakbonden FNV en VAWO. Ruim duizend medewerkers werden ondervraagd: 35 procent van de mannen heeft last (gehad) van een onveilige werkomgeving en maar liefst 44 procent van de vrouwen. Daarnaast toonde een personeelsenquête uit 2018 op de Radboud Universiteit aan dat ruim 14 procent van de medewerkers te maken kreeg met ongewenst gedrag op de werkvloer.
‘Medewerkers leren hoe ze kunnen ingrijpen als iemand bijvoorbeeld een rotopmerking maakt in een vergadering’
Universitaire koepelorganisaties en universiteiten erkennen het probleem – en denken na over maatregelen. Ook op de Radboud Universiteit wordt gezocht naar oplossingen. Een dezer dagen beslissen de medezeggenschap en het college van bestuur over een nieuwe regeling vertrouwenspersonen op de Radboud Universiteit. Een van de voorstellen is dat vanaf september een universiteitsbreed team vertrouwenspersonen het melden van misstanden moet vergemakkelijken. Ook krijgt het nieuwe team jaarlijkse (bij)scholings- en rapportageverplichting. Maar is dit voldoende?
Gender-onderzoekster Marijke Naezer – die een studie deed naar sociale veiligheid op universiteiten (zie kader) – denkt dat meer maatregelen nodig zijn om de situatie op de werkvloer te verbeteren. Ze ziet het belang van de vertrouwenspersonen in. ‘Ze bieden een luisterend oor en dat is belangrijk’, aldus Naezer. Tegelijkertijd wijst ze op hun beperkte bevoegdheid. ‘Vaak hebben ze simpelweg te weinig macht om écht in te grijpen. Ze kunnen geen onderzoek starten of een pleger op het matje roepen.’
Onderzoek
Marijke Naezer, Marieke van den Brink en Yvonne Benschop deden onderzoek naar sociale veiligheid op Nederlandse universiteiten. Het rapport Harassment in Dutch Academia omvat 53 cases van vrouwen die te maken kregen met uiteenlopende vormen van wangedrag. Het onderzoek uit 2019 belicht de verschillende verschijningsvormen van wangedrag, de onderliggende oorzaken en doet aanbevelingen voor mogelijke oplossingen. Het werd uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH).
Universiteiten experimenteren daarom al met een ombudspersoon – iemand die wél de macht heeft een onderzoek te starten en mensen te ondervragen. Naezer volgt de ontwikkelingen op de voet, al vreest ze ook dat de pilot niet zaligmakend is. ‘Het feit dat ombudspersonen in dienst zijn bij de universiteiten, maakt hen afhankelijk’, licht de onderzoekster toe. ‘Het vermindert de macht die zij hebben. Het college van bestuur kan een oordeel van de ombudspersoon, als het niet in haar straatje past, links laten liggen.’ Naezer pleit daarom voor een landelijk onafhankelijk instituut. ‘Dat kan ook prima mét een ombudspersoon zijn, maar dan is diegene dus wél onafhankelijk.’
Gewenst gedrag
Naast het sleutelen aan de klachtenregelingen, organiseren universiteiten lezingen, workshops en coachsessies over sociale veiligheid. Het doel is om medewerkers bewust te maken van ongewenst gedrag en hen te leren wat ze zélf kunnen doen. Naezer juicht de ontwikkelingen toe. Ze noemt trainingen voor omstanders als voorbeeld van hoe workshops kunnen bijdragen aan een veiliger werkklimaat. ‘Medewerkers leren hoe ze kunnen ingrijpen als iemand bijvoorbeeld een rotopmerking maakt in een vergadering. Het biedt hen handvatten’, vertelt Naezer.
Ook Michiel Kompier, decaan bij Sociale Wetenschappen en hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie, onderstreept het belang van bewustzijn creëren bij medewerkers. Kompier: ‘Het is belangrijk af te stemmen wat gewenst gedrag is, en wat niet. Door voorbeelden en situaties met elkaar te bespreken, creëer je een meer open cultuur. Dat draagt bij aan een veilige werksfeer.’
In 2019 brachten onder meer VSNU en NWO het rapport Erkennen en waarderen uit, waar alle Nederlandse universiteiten zich achter schaarden. Eén van de speerpunten van het rapport is het veranderen van de werkcultuur. Wetenschappers moeten vaker in teams werken, wat zou moeten bijdragen aan een meer veilige en inclusieve werkcultuur.
Afhankelijkheid
Naezer legt uit: ‘Er is nu veel individualisme, competitie, machtsongelijkheid en afhankelijkheid. Promovendi of postdocs zijn voor hun carrière bijvoorbeeld volledig afhankelijk van een of twee begeleiders. Als diegene je niet mag, heb je een probleem. Ze tolereren daarom soms veel meer van hun begeleider dan ze van iemand anders zouden doen en sommige begeleiders maken daar misbruik van.’
Kompier vult aan: ‘Team science moet die afhankelijkheid tegengaan. Door in teams te werken neemt de kans op misstanden af. Het is dan veel moeilijker om te frauderen of iemand onder druk te zetten.’ De decaan benadrukt dat het veranderen van de werkcultuur tijd kost. ‘Het plan ligt er. Nu is het aan de faculteiten. Zij moeten de handschoen oppakken en de plannen in de praktijk brengen.’
Kompier en Naezer zijn het erover eens dat universiteiten nog lang niet achterover kunnen leunen. Kompier: ‘De eerste stappen naar een sociaal veiligere werkomgeving zijn gezet. Maar dit is écht pas het begin.’ Naezer staat er ongeveer hetzelfde in. Ze is blij met de toegenomen aandacht van koepelorganisaties en universiteiten voor het thema sociale veiligheid, maar waakt tegelijkertijd voor te vroeg juichen. ‘Op concreet niveau verandert er nog niet zoveel. Ik vraag me dan ook af: zijn het mooie woorden of gaat er echt wat gebeuren?’
Een deze dagen kan de Radboud Universiteit een nieuwe stap zetten op weg naar een sociaal veilige werkomgeving. Dan beslissen de medezeggenschap en het college van bestuur over de gewijzigde klachtenregeling vertrouwenspersonen.
Angela Davids schreef op 12 juni 2020 om 15:33
De hierboven genoemde problemen herkent elke promovendus. Maar zolang we op veel plekken supervisors niet eens verplichten ook maar enige soort cursus in het begeleiden van mensen te volgen, gaat er niks verbeteren. Hoogleraren zijn onaantastbaar op de RU. Dat maakt ze zo intimiderend, en de werksituatie (soms) zo gevaarlijk.
Inge te Brake schreef op 13 juni 2020 om 09:05
Zolang een organisatie denkt dat het hebben van vertrouwenspersonen dé oplossing is om te werken aan een sociaal veiligere werkplek zal er weinig veranderen. Een pakket aan maatregelen is de enige manier om tot verandering te komen. Een van de belangrijkste is het bewust maken van het bestuur, leidinggevenden , hoogleraren en supervisoren van ongewenste omgangsvormen en integriteitsschendingen, zodat zij weten waar dit over gaat en hoe zij vanuit hun verantwoordelijkheid zaken kunnen aanpakken en voorkomen..
Een onafhankelijke geschoolde onderzoekscommissie. en een gedegen klachtenregeling voor die onderzoekscommissie zijn een must.
Alleen al de naam klachtenregeling vertrouwenspersonen getuigt niet van gedegen kennis . Een vertrouwenspersoon heeft nl. niets met een klacht te maken. Niet anders dan naast iemand staan tijdens een procedure. Maak als universiteiten gebruik van een onafhankelijke expert/ adviseur, die de organisatie helpt de sociale veiligheid te verbeteren.
Kortom werk aan de winkel, heel veel werk!
MZ schreef op 16 juni 2020 om 08:27
De naam is echter niet klachtenregeling vertrouwenspersonen, maar Klachtenregeling. De Organisatie Vertrouwenspersonen is daarbij ook aangeboden.