Twaalf wetenschappers kregen maandag een Vici-subsidie van NWO en ZonMW. Radboudumc-onderzoeker Ioannis Sechopoulos is een van hen. Met zijn beurs hoopt hij de screening én behandeling van borstkanker effectiever te maken.
Elk jaar doen ruim een half miljoen Nederlandse vrouwen mee aan bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Hoe nuttig ook – 1 op de 7 vrouwen krijgt in haar leven borstkanker – zo’n mammografie is vaak belastend, zowel fysiek als mentaal. Met een nieuw Vici-project hoopt Radboudumc-onderzoeker Ioannis Sechopoulos het aantal vrouwen dat onnodig doorgestuurd wordt voor vervolgonderzoek, omlaag te brengen. Ook wil hij behandelingen verbeteren.
Het project is een van de twaalf Vici-aanvragen waarvan onderzoeksfinanciers NWO en ZonMW vandaag bekendmaakten dat ze gehonoreerd werden. Sechopoulos is de enige Nijmeegse laureaat. Vici-beurzen, à 1,5 miljoen euro, zijn bedoeld voor zeer ervaren onderzoekers en maken onderdeel uit van het prestigieuze Vernieuwingsimpulsprogramma, samen met de Vidi-, Veni- en Rubicon-subsidies.
Lastig onderscheid
De huidige technieken die gebruikt worden voor borstkankerscreening en -behandeling kunnen nog een stuk beter, denkt Sechopoulos. ‘Met een mammografie is het nu bijvoorbeeld lastig onderscheid maken tussen tumorweefsel en een onschuldige cyste, een met vocht gevulde holte. Die vrouwen moeten nu allemaal vervolgonderzoek ondergaan.’ Op dit moment worden 27 op de 1000 vrouwen doorgestuurd voor nader onderzoek omdat er iets verdachts gezien is, volgens cijfers van Bevolkingsonderzoek Nederland.
In zijn project wil de Radboudumc-onderzoeker, die ook hoogleraar is aan de Universiteit van Twente, kijken hoe je die twee toch uit elkaar kunt halen. Dat wil hij doen door twee scans te maken met verschillende stralingsinstellingen, in plaats van één mammografie. Daarmee kun je meer kenmerken van borstweefsel bepalen. ‘Nieuwe analysesoftware die we gaan ontwikkelen kan vervolgens inschatten hoe groot de kans is of iets een tumor is of een cyste. Dat is dan een hulpmiddel voor de radioloog die de beelden beoordeelt.’
Behandeling verbeteren
Op een vergelijkbare manier valt ook de behandeling van borstkanker te verbeteren. Dat is althans Sechopoulos’ doel binnen het tweede deel van zijn Vici-project. Vaak wordt nu gekeken of een tumor is geslonken na bijvoorbeeld bestraling, legt hij uit. Maar grootte zegt niet altijd alles over de effectiviteit van de behandeling. ‘Een tumor die even groot is gebleven, kan ook minder actief zijn en aan het afsterven zijn.’
Door opnieuw meerdere scans te maken, denkt de hoogleraar de activiteit van een tumor beter in te kunnen schatten. De eerste scan wordt dan gemaakt als een contrastvloeistof bij de patiënt ingespoten wordt, de tweede als die contrastvloeistof de borst weer uitstroomt. Sechopoulos: ‘De scans kunnen dat iets zeggen over hoe actief de tumor is.’
‘Hetzelfde apparaat kan gebruikt worden voor het hele proces: van screening tot behandeling’
Het mooie is, zegt de onderzoeker, dat ziekenhuizen hiervoor gewoon gebruik kunnen maken van bestaande apparatuur. ‘Je hoeft geen miljoeneninvestering te doen. Met hetzelfde geld krijg je in feite meer informatie. Je kunt bovendien hetzelfde apparaat gebruiken voor het hele proces: van screening tot behandeling.’